Angelsaksische versus Rijnlandse model: politiek links en de Linkspartei

De Linkspartei is enkele maanden geleden (moment van schrijven is september 2005) ontstaan in Duitsland als een verbond tussen vertegenwoordigers uit de linker vleugel van de Duitse tegenhanger van de PvdA, de SPD, en de PDS, de linkse partij uit de voormalige DDR, en naar aanleiding van de toen net aangekondigd verkiezingen in Duitsland. De Linkspartei werd daarmee de meest linkse partij in Duitsland, ergens tussen de PvdA en de SP. De Linkspartei sluit met haar bescherming van de economische rechten van alle burgers ook het meest aan bij het Rijnlandmodel, alle andere partijen willen aanzienlijk (SPD) tot grote hervormingen (CDU/CSU) weg van de in Duitsland bestaande vorm van het Rijnlandmodel. De houding van de linksige beweging tegenover de Linkspartei wordt gekenmerkt door de onderstaande bron:


Uit: De Volkskrant, 06-09-2005, door Sander van Walsum

Veelbelovende Linkspartei is knap reactionair

...  De verkiezingen die door Gerhardt Schröder zijn geforceerd, en die zo deden de peilingen tot voor kort vermoeden - door Angela Merkel zouden worden gewonnen, dreigen te worden gekaapt door Lafontaine en diens Linkspartei. ...
   Coalitiegenoot De Groenen toont zich ontdaan dat de SPD een partnerruil met de CDU daarentegen niet uitsluit. Deze vrees voor een ‘grote coalitie’ wordt gedeeld door de liberale FDP, die volgens alle prognoses door de Linkspartei zal worden ingehaald. Hoe groot het onbehagen over de opkomst van de nieuwe formatie is, blijkt uit de twijfels die binnen CDU en SPD zijn geuit over de rechtmatigheid van de nieuwe formatie. Die zou namelijk geen partij zijn in de constitutionele betekenis van het woord, maar een lijstverbinding van PDS en WASG – de afscheiding van de SPD. En de Duitse Grondwet voorziet niet in de mogelijkheid van lijstverbindingen.
    Aan de wijsheid van een verbod van de Linkspartei wordt echter alom getwijfeld. Zo’n draconische ingreep zou de Duitse kiezers de mogelijkheid ontnemen om hun onvrede met de gevestigde orde op een manier tot uiting te brengen die verenigbaar is met de democratische orde. Dit weerhoudt de Linkspartei er echter niet van om de lucratieve rol van verstotene uit te buiten. Tijdens de presentatie van het verkiezingsprogramma poseerde Gysi als een martelaar die bij zijn debuut in de Bondsdag, in 1990, als DDR-residu en landverrader werd bejegend.
    En Lafontaine mag graag de indruk wekken dat hij met vereende krachten uit de SPD getreiterd. De parlementaire pers weet beter. In 1995 pleegde hij een politieke sluipmoord – ‘de vuilste uit de parlementaire geschiedenis’ – op de toenmalige partijvoorzitter Rudolf Scharping. En als oppositieleider stond hij aan de wieg van de infame blokkadepolitiek – de torpedering van wetsvoorstellen van de regeringscoalitie door de Bondsraad (de Kamer van deelstaten). Voor deze bijdrage aan de politieke mores is het land hem beslist geen dank verschuldigd.
    Maar de ontevreden Duitsers – die weleens 10 tot 15 procent van het electoraat zouden kunnen vormen – rekenen hem deze jeugdzonden niet aan. Zij herinneren slechts zijn verzet tegen de sanering van de verzorgingsstaat. Zij knikken instemmend als hij de globalisering hekelt. En zij geloven hem als hij suggereert dat de sociale weelde van de jaren zestig en zeventig kan worden hersteld. Desnoods door het weren van ‘Fremdarbeiter’.
    De Linkspartei brengt ontgoochelden in Oost- en West-Duitsland bijeen. Ze bevredigt – of wekt de indruk dat te kunnen – ‘ostalgie’ en ‘westalgie’. En ze werpt zich ook nog eens op als de hoeder van de nationale veiligheid. Want als het aan de Linkspartei ligt, onttrekt Duitsland zich aan alle buitenlandse vredesmissies. Daardoor zou de waarschijnlijkheid van terroristische aanslagen op Duitse bodem namelijk afnemen, begrijpt u wel?
    De Linkspartei belichaamt, aldus de Süddeutsche Zeitung, de lelijkste kant van het conservatisme. Of misschien kan ze beter als reactionair worden gekenschetst. ...


Red.
:   De Linkspartei is kennelijk een vorm van piraterij, want er dreigen verkiezingen te worden 'gekaapt'. Verder heeft de Linkspartei een aanhang die alleen bestaat uit mensen die ontevreden zijn over andere partijen, en ook willen ze dingen die niet kunnen (redenatievorm: de fiets is gestolen čn zijn band is lek). De dingen die niet kunnen zijn de goede dingen uit het verleden als een sociale maatschappij, die ook hier weer denigrerend de verzorgingsstaat wordt genoemd, en een vorm van sociale weelde.
    Alles bij elkaar zijn deze opvattingen van de Linkspartei volgens Van Walsum conservatief of reactionair. Beide termen zijn qua inhoud volkomen onduidelijk, want conservatief betekent behoudend, en kan alleen iets beteken als men erbij zegt wat men wil behouden, en reactionair betekent dat men op iets reageert, waarvoor precies hetzelfde geldt. Wat Van Walsum bedoelt met de termen is wel duidelijk: de Linkspartei is fout respectievelijk erg fout. Maar waarom blijft dus volkomen in de lucht hangen.
    Oh ja, leider Oscar Lafontaine deugt niet, omdat hij ooit iets vals heeft gedaan met een partijgenoot. Als dat een goede reden zou zijn, dan deugen er niet veel politici, vooral in de top; een paar namen die te binnen schieten, daders en slachtoffers door elkaar, maar bij ieder slachtoffer horen meestal meerdere daders: Beel, Romme, Schmelzer, Aantjes, Melkert, Voorhoeve, Van Gijzel, De Hoop Scheffer, Van Rij, Lubbers, Brinkman, Van der Hoeven, Nijs, Thom de Graaf, Boris Dittrich, enzovoort.
    De opmerking aan het adres van Lafontaine is dus hogelijk hypocriet. En de rest van het stuk is weinig of niet beter, zie onderstaande stuk:


Uit: De Volkskrant, 23-09-2005, column door Ronald Plasterk

Linkspartei is niet melaats

In de precieze onderwerpen die de Duitse politieke partijen verdeeld houden, heb ik me nooit verdiept. Dus toen ik de Duitse stemwijzer invulde, was dat het snel aanklikken van dertig keuzen. Kwam het door de maximumsnelheid op de grote weg, de hoogte van de inkomsten-belasting, of een wettelijk minimumloon? De stemwijzer adviseerde me: 1. Linkspartei, 2. SPD, 3. Groenen, 4. FPD, 5. CDU/CSU.
    Die eerste plaats voor de Linkspartei is opvallend, want daar zou ik beslist niet op stemmen. Ik geloof overigens direct dat als je je in alle dertig onderwerpen zou verdiepen, met alle argumenten en nuances, je bij nader inzien misschien anders zou klikken en mogelijk niet bij Lafontaine uit zou komen. Maar de manier waarop de Nederlandse media ervan uitgaan dat links van Schröder en Fischer alleen maar idioten rondlopen, is toch eigenaardig.
    Het maximale tarief voor de inkomstenbelasting, meestal een redelijke lakmoestest voor links-rechts-tegenstellingen, is in Nederland 52 procent. De Linkspartei heeft niet in haar programma.staan dat ze voorstander is van zo'n hoog tarief, terwijl Gerrit Zalm en Jozias van Aartsen er kennelijk volledig vrede mee hebben.
    Zo extreem is men dus niet bij de Linkspartei. ...
    Bovendien is het een politieke uitspraak dat al deze hervormingen noodzakelijk zijn. De gedachte is dat de werkeloosheid in Duitsland in de eerste plaats het gevolg zou zijn van te veel en te hoge uitkeringen, waardoor Duitse arbeiders de beschikbare arbeidsplaatsen niet bezetten. Verlaging van de uitkeringen zou hun dan een prikkel geven. Het Journaal, dat voortdurend het epitheton 'noodzakelijk' gebruikt, liet een eigen reportage zien over een kleine Duitse fabriek. De arbeiders zeiden bezorgd te zijn over hun baan, vooral omdat de uitkeringen te laag zijn om een gezin te onderhouden. De baas van het bedrijf zei niet dat hij moeite had personeel te vinden omdat ze liever van hun uitkering leefden. Hij wilde maar één ding, zei hij: orders! Hij wilde klanten! Zijn probleem was niet de verzorgingsstaat, maar slapte in de markt. Dus de stelling dat de oplossing alleen zou zitten in verdergaande liberalisering is een ideologische keuze, geen analyse van feiten.
    ...  Maar de Linkspartei wordt in Nederland als melaats gezien. Het Journaal toonde een analyse van de politieke verhoudingen: zoveel procent voor links (SPD en Groenen), zoveel procent voor rechts, allebei geen meerderheid. Alsof de Linkspartei niet bestaat.
    Het zal best dat de Linkspartei elementen bevat van nostalgie naar Oost-Duitsland waar je niet blij van wordt. Maar de CSU bevat ook elementen waar sociaaldemocraten en liberalen niet blij van worden, en toch sluit men die niet op voorhand uit van coalitievorming. De Linkspartei wordt door de media aangeduid als 'uiterst links' of zelfs 'extreem links', maar dat is even misplaatst als het aanduiden van de CSU als uiterst rechts. ...
    De Linkspartei heeft in het Duitse parlement in een klap 54 zetels gehaald, en is daarmee de Groenen voorbij. De steun voor die partij is een signaal dat er grote groepen kiezers zijn die de agenda van voortdurende liberalisatie zorgwekkend vinden. In Duitsland, net als in Nederland, is onder de bevolking veel minder vanzelfsprekende steun voor privatiseren, vermarkten en individualiseren dan politici (inclusief veel sociaal-democraten) denken.   ...
    In plaats van de Linkspartei buiten haken te zetten, zou men het door de kiezers gegeven signaal serieus moeten nemen.


Red.:   Om verder duidelijk te maken in welk kamp Van Walsum zich bevindt, een citaat van een andere columnist uit de Volkskrant, H.J. Schoo, voormalig hoofdredacteur van Elsevier en algemeen erkend als rechts, die hetzelfde standpunt heeft als Van Walsum: alles is beter dan de Linkspartei:


De Volkskrant, 24-09-2005, column door H.J. Schoo

De kracht van machtsdeling

...     Alom is de Duitse verkiezingsuitslag uitgelegd als een teken van stagnatie. Het linkse en het rechtse blok beletten elkaar te bewegen. Daardoor blijft de Duitse economie de gevangene van een onhervormbare verzorgingsstaat. In werkelijkheid zijn die blokken aan het ontbinden. Links is ferm opgedeeld in drie formaties (SPD, Groenen, Linkspartei), rechts maar in twee (CDU/CSV, FDP), omdat 'extreem rechts' nog kansloos is.
    Weliswaar haalde gezamenlijk links een nipte meerderheid, maar die is irreëel, omdat de SPD een coalitie met de Linkspartei uitsluit. Hopelijk houden de sociaaldemocraten voet bij stuk. Dan is er geen ontkomen meer aan een 'experimentele' coalitie die het tweestromenland doorsnijdt. Er zijn drie opties: een 'grote coalitie' van CDU/CSU en SPD, een coalitie van CDU/CSU, FDP en Groenen, of een van SDP, FDP en Groenen. In alle gevallen ontsnapt men aan de oude blokken en ,kan de Reformstau vlot raken. ...


Red.:   Tot grote verassing van de redactie heeft Van Walsum zich laten verleiden tot een reactie op het artikel van Plasterk. Deze is dusdanig illustratief dat ze stukje voor stukje behandeld wordt:


De Volkskrant, 29-09-2005, door Sander van Walsum, correspondent van de Volkskrant in Duitsland

Linkspartei kiest voor isolement en eigen gelijk

... Bovendien is ze helemaal niet rouwig door andere partijen als melaats te worden beschouwd, meent Sander van Walsum.


Red.:  Onze correspondent heeft kennelijk een Jomanda-achtig inzicht in de strategieën en emoties van anderen. Een stijlfiguur bekend van Kremlinologen.

De Linkspartei van Oskar Lafontaine en Gregor Gysi zal verheugd zijn over de adhesiebetuiging van Ronald Plasterk (Forum, 23 september).

Red.:   Een volkomen inhoudsloze stijlfiguur. Ze drukt alleen negatieve emoties aan het adres van Plasterk uit.

Het probleem voor de nieuwe politieke formatie - die zichzelf inmiddels Die Linke noemt - is niet dat ze in Nederland als 'melaats' zou worden beschouwd, maar dat ze in Duitsland zelf nog niet voor salonfähig doorgaat.

Red.:   Kibbelen over de ernst van de emotie achter de afwijzing. 'Melaats' betekent "heel erg te mijden", 'niet salonfähig' betekent "erg te mijden".

CDU-leider Angela Merkel, en bondskanselier Gerhard Schröder waren echter eensgezind in hun afwijzing van de Linkspartei als coalitie- of gesprekspartner. Dat de partij, zoals Plasterk veronderstelt, 'uiterst' of 'extreem links' zou zijn, heeft daarmee niets te maken. De partij geldt, integendeel, als uiterst behoudend. Zelfs als reactionair. Want ze koestert de illusie dat Duitsland kan terugkeren naar de sociale behaaglijkheid van vóór de Wende.

Red.:   Een leugenachtig woordspel. 'Sociale behaaglijkheid' is een pejoratieve, met negatieve emotie beladen, vorm van "sociale zekerheid", en het zijn voor sociale zekerheid geldt algemeen als links. Het willen afbreken van sociale zekerheid geldt algemeen als rechts, en sterker willen afbreken als reactionair.

Ze ontleent haar bestaansrecht aan een agenda die overwegend in negatieve termen is geformuleerd: ze is tégen de hervorming van het stelsel van sociale zekerheid, tégen de vrijemarkt-economie, en tégen deelname van de Bundeswehr aan buitenlandse vredesmissies.

Red.:   Op die manier kan iedere politieke stellingname als negatief worden gedefinieerd, als tegen een aantal zaken waar de andere partijen voor zijn. Men kan het bovenstaande simpel anders formuleren: De Linkspartei is voor goede sociale zekerheid, voor een geleide economie en voor vredesoperaties.

Volgens Plasterk is zij hiervoor te prijzen. Want in zijn perceptie heeft Duitsland al krachtig hervormd, is de gedachte 'dat al deze hervormingen noodzakelijk zijn (...) een politieke uitspraak'.
    Natuurlijk is de 'politieke realiteit' die door globalisering zou worden geschapen, tot op zekere hoogte arbitrair. Dat laat onverlet dat er al eeuwen een betrekkelijk autonoom proces van economische schaalvergroting gaande is. Dat kun je heel vervelend vinden, en je kunt proberen de ongewenste sociale gevolgen te verzachten, maar je kunt het proces niet ontkennen - zoals die Linke lijkt te willen doen.

Red.:   Eindelijk een inhoudelijk argument. Het gaat hier om de conclusies die men wil trekken uit globalisering. Als er sprake is van interne hervorming, dan moet er gepraat over wie de lasten van de hervorming moeten dragen: de zwakken, de sterken of iedereen. De keuze van de huidige hervormingen is dat die gevolgen gedragen worden door de zwakken. Dit is de keuze waar Van Walsum zich achter schaart.

In de vorige eeuw zijn voortdurend pogingen ondernomen het economisch leven te reguleren, kanaliseren of dienstbaar te maken aan een ideologie. De gevolgen waren in alle gevallen rampzalig.

Red.:   Terug naar de drogredenen. Hier komt een bekende aap uit een bekende mouw: de communisten zijn erg sterk voor bescherming van de zwakken, en de Linkspartei is sterk voor de bescherming van de zwakken. De communisten zijn heel, heel erg slecht. De Linkspartei is dus heel erg slecht. Van Walsum probeert het argument een redelijke toon de geven door de communisten niet bij naam te noemen, maar ze te suggereren, via het woord 'ideologie'.

Als minister van Financiën kwam Lafontaine al binnen een half jaar na zijn aantreden (in 1998) in botsing met de realiteit. En niet alleen met de realiteit: Lafontaine - die toen al een reeks politieke moorden op zijn geweten had - kreeg ruzie met vrijwel alle bondgenoten. Ook met Gerhard Schröder, die op dat moment nog lang niet het licht van hervormer had gezien. Diens huidige onwil om in gesprek te gaan met Die Linke is vooral ingegeven door zijn vertrouwdheid met de methode Lafontaine.

Red.:   Verder met de emoties, in dit geval een volledige herhaling van een stuk uit zijn eerste artikel. Armoe troef dus.

Op gezag van Lafontaine twijfelt Plasterk niet alleen aan de noodzaak van hervormingen, hij meent ook te weten dat Duitsland 'niet minder heeft hervormd dan Nederland'.

Red.:   Volgende drogreden: dat twee mensen hetzelfde standpunt hebben betekent niet dat dat van de ene mens van dat van de andere mens is afgeleid. Het gaat natuurlijk weer over emoties in de richting van Plasterk

De noodzaak van hervormingen geldt inmiddels niet meer als 'een politieke uitspraak', maar als een gegeven. Dit wordt ook door de PDS erkend in deelstaten en steden waar zij meeregeert.

Red.:   Over hervormingen en hoe: zie boven.

Vandaar dat de leiding van Die Linke ook helemaal niet rouwig is dat ze door de gevestigde partijen als 'melaats' wordt beschouwd. In de oppositie kan zij het geloof in het eigen gelijk onweersproken blijven koesteren.

Red.:   Weer terug bij het Jomanda-model

Tot slot een terzijde: ook bij Plasterk leeft het misverstand dat de CSU de ideële tegenhanger van Die Linke is. Dit hangt vermoedelijk samen met de kwalijke reputatie die wijlen Franz Joseph Strauss (geheel onverdiend) bij het verlichte deel van de mensheid genoot. In de politieke praktijk manifesteert diens CSU zich echter als de meer sociale van de christen-democratische uniepartijen. Ze toont zich meer gehecht aan de verzorgingsstaat dan de CDU en de liberale FDP.

Red.:   Hoera, een tweede inhoudelijk zaak: de politieke positie van de CSU. Inderdaad, Franz Joseph Strauss leeft niet meer. Het enige wat de IRP redactie weet van de huidige leider is dat hij Stoiber heet, en als rechtser dan Merkel geldt. Dat lijkt voorlopig genoeg om hem als ernstig rechts te kwalificeren, datgene dat het dichtst bij reactionair staat. Maar misschien is deze indruk fout.
    Conclusies: Van Walsum laat zien hoe een links-liberaal front kan dienen als masker voor anti-sociale houdingen, gepaard met trekjes van de bekende anti-communistische ideologie, en met als belangrijkste kenmerk dat inhoudelijke argumenten worden vervangen door drogredenaties, zwartmakerij en andere geestelijke onzindelijkheden.


Naar Rijnlandmodel vs Anglicisme, links extra , de Volkskrant, feiten en opinies Angl. vs. Rijnl. lijst , Angl. vs. Rijnl. overzicht , of site home .