Bronnen bij Rijnlandse democratie: de burgers

 
Thomas von der Dunk belicht onder eveneens het probleem van hoe de politiek de burger kan vertegenwoordigen, en geeft voorbeelden van hoe het niet moet:


Uit: De Volkskrant, 21-03-2005, door Thomas von der Dunk, cultuurhistoricus en publicist.

Geen enkel bestuur vertegenwoordigt iedere burger

Geen enkele bestuurlijke vernieuwing zal de burger tevreden stellen. Want de burger bestaat niet, zegt Thomas von der Dunk, wel zijn er vele burgers met uiteenlopende wensen.

In de hersenpan van menig Haagse politicus is de Fortuyn-revolte nog steeds niet uitgewoed. In de bedoeling de band met de burger te versterken, doen sinds 2002 voortdurend voorstellen de ronde aan het staatkundig bestel en de partijenconstellatie te sleutelen, zonder dat dit het democratische paradijs naderbij zal brengen. Daadkracht en duidelijkheid zijn de motto's die boven al die plannen prijken.
    Het afgelopen weekeinde was het weer raak. Acht Kamerleden van PvdA, GroenLinks en SP pleitten voor een linkse coalitie tegenover de regerende rechtse (Forum, 12 maart). VVD-coryfee Hans Hoogervorst wil een tweepartijenstelsel. Geert Wilders komt met een parmantige onafhankelijkheidsverklaring 'het land terug te geven aan de burgers'. En dan is er nog De Graafs wonderelixer van de gekozen burgemeester, dat alleen steeds minder mensen willen slikken. Allemaal als oplosmiddel voor de veelgelaakte achterkamertjes en de compromis-cultuur, maar wat is het feitelijk effect?
   Als nadeel van het huidige partijenstelsel geldt dat de kiezer op de verkiezingsavond niet weet wie er regeren zal. Dat klopt. Met slechts twee blokken of twee partijen is dat wel duidelijk, zie Engeland en Amerika. Daar kiest men helder voor de macht. Keerzijde: om maar de 50 procent te halen, zullen die twee partijen sterk het midden opzoeken, waar de meeste kiezers zitten. In zulke grote partijen worden de onduidelijke compromissen niet tussen, maar binnen partijen gesloten. Niets heldere tegenstelling! Veel. andere kiezers zullen daarom die keuze tussen twee smaken te beperkt vinden en zich in het parlement niet echt vertegenwoordigd achten. Dat de SP in de jaren negentig doorbrak, was mede een gevolg van de totstandkoming van GroenLinks, waardoor oude CPN-kiezers zich ontheemd voelden. Fusie leidt snel tot afsplitsing, slechts met dwangmiddelen als districtenstelsel of hoge kiesdrempel is dat te voorkomen. Nadeel: nieuwe geluiden worden minder snel gehoord, met het gevaar van radicalisering. De pluriformiteit van het parlement helpt tegenstellingen pacificeren en belemmert zo deraillering van buitenparlementaire bewegingen. In het omgekeerde geval blijven veel 'kansloze' kiezers thuis. Wat heeft een liberaal in het kiesdistrict Winschoten of een socialist in het kiesdistrict Wassenaar bij de stembus te zoeken? Voor hem is de keuze tussen de twee meest serieuze kanshebbers die tussen de Duivel en Beëlzebub. De gekozene vertegenwoordigt hem naar zijn eigen smaak in elk geval niet.
    Hetzelfde waandenkbeeld heeft De Graaf in de greep. De burger zou weinig ophebben met politieke partijen, omdat hij toch niet hun hele verkiezingsprogramma onderschrijft. Waarom dat dan wel voor het verkiezingsprogramma van een burgemeester zou gelden, blijft een raadsel.    ...
    Dat brengt ons op het demagogische hoofdmisverstand van Wilders: dat 'de burger' minder belastingen en minder overheidsbemoeienis wil. Als dat - onvermijdelijk - minder huursubsidie, meer zorgpremie en schaarsere voogdij voor de Savanna's betekent, is helemaal niet 'de burger' voor, maar slechts dat deel van de burgers, dat denkt met deze financiële uitruil tussen schatkist en eigen banksaldo netto beter af te zijn. Bij de hypotheekrenteaftrek overweegt Wilders immers niet minder staatssubsidie.
    Dat is namelijk het punt: dat de burgers heel verschillende (en vaak ook nog tegenstrijdige) dingen willen. Daaruit vloeien een reeks van legitieme tegenstellingen voort: niet die tussen 'de burgers' en de politici, maar tussen burgers onderling - zeer uiteenlopende tegenstellingen die zich bij de Kamerverkiezingen in diffuse stembusuitslagen vertalen. Wie dan kunstmatig het aantal partijen beperkt, zorgt juist niet voor versterking, maar voor erosie van de parlementaire legitimiteit, omdat de opvatting van veel minderheden niet meer wordt gehoord.   ...


Red.:
   Het Rijnlandse democratie model biedt wel een oplossing voor het probleem uit de titel.


Naar Rijnlandse democratie , Rijnlandmodel lijst , Rijnlandmodel overzicht  , of site home .