Het globale Rijnlandmodel: energie kleinschalig

2 aug.2007

Kleinschalige energievoorziening kan op diverse niveau ingevoerd worden. Al toegepast worden zaken als windmolens voor kleinere gemeenschappen, en zonnecellen voor individuele huizen. Het enige punt hier is dat de standaard fossiele brandstoffen door hun gemakkelijke bereikbaarheid en de erop gebouwde infrastructuur "natuurlijk" te goedkoop is - dat wil zeggen: de echte prijs ervan ligt in de toekomst, door middel van onoverkomelijke klimaatproblemen. Dus zal men de prijs hiervan eerlijk moet maken, door die onoverkomelijke problemen ter verrekenen, zodat duurzame energie van windmolens en zonnecellen relatief goedkoper worden.

Op niveau van gemeenschappen zijn er nog andere mogelijkheden. In de buurt van agrarische gebieden is daar de biogasinstallatie (uit De Volkskrant, 19-10-2006, van verslaggever Theo Stielstra):

  ‘Biogasboeren’ laten het licht in Groningen branden

Drie boerenbedrijven in Onstwedde laten een flinke biogasinstallatie bouwen. Groot genoeg om het hele dorp mee te verlichten. ‘Maïs en mest hebben we hier in overvloed.’


Tussentitel: ‘Ieder dorp zou een biogasinstallatie kunnen hebben’

Bruin aardappelloof ruist in de wind. Op het Groningse land liggen her en der bergen grove zetmeelaardappelen te wachten op opslag of transport naar Avebe, de aardappelzetmeelcoöperatie die met moeite het hoofd boven water kan houden. Het bedrijf staat er zo triest voor dat de aangesloten aardappelboeren zich hardop afvragen hoelang de fabriek de knollen nog van hen zal afnemen.   ...
    In 2003 begon het bij de Sterenborgs te broeien: kunnen we zelf energie opwekken? Biodiesel uit koolzaad, wind- en zonne-energie passeerden de revue. Tot het kwartje viel: biogas.
    ‘Voor biogas heb je biomassa nodig: mest of een energierijk gewas. Wij hebben hier beide; kippenmest hebben we in overvloed en de grond is vruchtbaar genoeg om maïs te telen. Maïs is bovendien geschikt voor een wisselteelt met de aardappelen of bieten die hier volop worden geteeld.’   ...
    Momenteel draaien op Nederlandse boerderijen ongeveer veertig biovergistingsinstallaties. Weinig in vergelijking met Duitsland, aldus Sterenborg. Wel zijn er nog een flink aantal in aanbouw. ‘Maar daarna houdt het op. In augustus is de regering gestopt met de MEP-subsidies, waarmee de productie van groene stroom werd gestimuleerd. Wij waren net op tijd; zonder subsidie waren we er nooit aan begonnen.’
    De productie van groene stroom uit biovergassing is momenteel duurder dan de opwekking van gewone elektriciteit. De overheid past gedurende tien jaar het verschil bij. Dat is kort; in Duitsland is het twintig jaar. ‘Het betekent dat we de installatie, die tussen de een en de twee miljoen euro kost, in tien jaar moeten afschrijven.’   ...
    Is zijn aanstaande carriëre als ‘biogasboer’ geboren uit groen idealisme of was het vooral de economische noodzaak? ‘Enerzijds hebben wij de opdracht de schepping te onderhouden. Anderzijds moet je rekening houden met economische wetten; de markt van vraag en aanbod, de energieprijs, enzovoorts. Als de elektriciteitproductie straks naast de aardappels en de kippen een derde poot onder onze bedrijven gaat vormen, kunnen we de toekomst met wat meer vertrouwen tegemoet zien. Hier is ruimte genoeg. Ieder dorp zou een eigen biogasinstallatie kunnen hebben.’
 

Tussenstuk:
Stroom genoeg voor hele dorp

In ronde betonnen silo's gaat kippenpoep, vloeibare koeienmest en versnipperde 'energiemaïs'. De opbrengst van 100 hectare (200 voetbalvelden) is genoeg voor een jaar. Warm het prutje op tot 38 graden Celsius en voor je het weet, gaat het borrelen: methaangas, Met het gas wordt een motor gestookt die een dynamo aandrijft zodat elektriciteit wordt geproduceerd. Van de energie uit het gas wordt grofweg 40 procent omgezet in elektriciteit en 60 procent in warmte. Het grootste deel van deze restwarmte gaat naar de kippenstallen, de rest is nodig voor de voortgang van de vergisting.
    Als de biomassa is uitgeprutteld, kan het reukloze restproduct als meststof op het land worden gebruikt, en is de cirkel gesloten. Chonda Luring: 'Als we vanaf januari gaan draaien, leveren we 3,3 miljoen kilowattuur per jaar. Niemand in het dorp kon zich voorstellen hoeveel dat is. Daarom hebben we het vertaald: een huishouden verbruikt gemiddeld 3300 kilowattuur per jaar, dus onze productie is genoeg voor duizend huishoudens; evenveel als er huizen in Onstwedde staan.
    'We keken er wel van op toen vorige week in de krant stond dat Onstwedde vanaf januari volledig op groene stroom kan draaien. In principe is dat wel zo, als iedereen groene stroom afneemt tenminste.' De energie wordt administratief geleverd aan Greenchoice in Rotterdam, dat op grote schaal groene stroom inkoopt. Via het hoogspanningsnet van Essent gaat de stroom van de boerderij naar de afnemers.

In tuinbouwgebieden zijn er al ondernemers die, op eigen initiatief, geothermische installatie hebben aangelegd die energie onttrekken uit de aarde. Die leveren in het Westland al zoveel energie, dat het energienet er niet in staat is die hoeveelheid te verwerken.

Een ander niveaus waarop de energievoorziening sterk verbetert kan worden qua afhankelijkheid van globale voorzieningen is het individuele huishouden. In stedelijke gebieden kan de methode van stadsverwarming ingevoerd worden: voor verwarming wordt gebruik gemaakt van de restwarmte van elektriciteitscentrales - dit is bestaande techniek, die al op vele plaatsen wordt toegepast. In meer gespreide bouw kan het omgekeerde worden gedaan: verwarmingsapparatuur wordt tevens gebruikt voor elektriciteitsopwekking. Dit is in de fase van ontwikkeling, met meerdere technische vormen van uitvoering, zoals de micro warmte-kracht centrale/ketel (informatie is afkomstig van www.ecn.nl , de website van het Energie Centrum Nederland; gepubliceerd 31-01-2002):

  CV-ketel van de toekomst rijp voor productie

ECN heeft met Eneco en ATAG een superzuinige CV-ketel ontwikkeld voor de Europese markt. Met de onderhoudsvrije en geluidsarme installatie kunnen huishoudens naast warm water zelf stroom produceren.


Enatec, het consortium waarbinnen energiebedrijf Eneco, cv-ketelproducent ATAG Verwarming en ECN samenwerken, heeft een micro-warmtekrachtinstallatie ontwikkeld voor huishoudens in Europa. De installatie dient als opvolger van de hoge rendementsketel, de zuinige centrale verwarmingsketel die tegenwoordig standaard in nieuwe huizen wordt ingebouwd. Verschil met de HR-ketel is dat een warmtekrachtinstallatie zowel warmte als stroom kan produceren. Huishoudens kunnen hiermee een deel van hun eigen elektriciteit zelf opwekken zonder afhankelijk te zijn van een energiecentrale. Doordat er geen energie verloren gaat door transport, en de afvalwarmte direct is te gebruiken, is een energiebesparing van 10 tot 20% haalbaar.
    De micro-warmtekrachtinstallatie van Enatec maakt gebruik van de Stirlingmotor, een heteluchtmotor die de Schotse dominee Robert Stirling aan het begin van de negentiende eeuw heeft bedacht.   ...

Een alternatief voor de techniek is de brandstofcel ketel (uit De Volkskrant, 25-07-2007, door Marlies Dinjens):

  Nieuwe cv-ketel voor warmte en elektriciteit

Nuon wil binnen vijf jaar hoogrendementsketels vervangen door ketels op basis van een brandstofcel, die zelf warmte en elektriciteit kunnen opwekken.
    ‘Mensen krijgen eigenlijk een mini elektriciteitscentrale op zolder’, zegt Bart Hofker, commercieel directeur retail van Nuon.

Hoe werkt het?
‘In de nieuwe ketel zit een brandstofcel. De ketel produceert zelf warmte voor de cv. Daarnaast kan hij uit aardgas elektriciteit opwekken, genoeg voor een gemiddeld huishouden. De basis van het apparaat is de reactie van waterstofgas met zuurstof.’

Is dat ook goed voor het terugdringen van de CO2-uitstoot?
‘Die neemt met zestig procent af, vergeleken met een conventionele kolencentrale. Een ander voordeel is ook dat het aardgas efficiënter wordt gebruikt.’

Op welke termijn willen jullie dat consumenten deze ketel in huis hebben?
‘We zitten nu in de testfase. Binnen vijf jaar gaan we de ketel met de brandstofcel op de markt brengen. Hij moet de huidige hoogrendementsketels gaan vervangen. Zo kan bij de mensen thuis de uitstoot sterk gereduceerd worden’.

Kunnen die ketels in ieder huishouden geplaatst worden?
‘Er zijn geen extra aanpassingen voor nodig. De nieuwe ketel gebruikt dezelfde leidingen als de hoogrendementsketel. Deze ketel moet even duur zijn als de huidige hoogrendementsketels. Ook blijven de kosten voor het energiegebruik gelijk. Eerst heeft de hoogrendementsketel de oudere ketels vervangen. Dit is de volgende stap.’
...

Inmiddels is het model met de Stirlingmotor, onder naam warmte-krachtcentrale, al op de markt gekomen (uit De Volkskrant, 26-04-2008, door Bard van de Weijer):

  Televisie en spaarlamp branden op stroom van eigen teelt

Consumeren | De opvolger van de HR ketel levert naast warmte ook elektriciteit.
Deze apparaten kunnen het energielandschap ingrijpend gaan veranderen.


Tussentitel: Nieuwe ketel bespaart jaarlijks 500 euro op de stroom rekening

Nederland heeft er over twee jaar tienduizend energiecentrales bij. Eind 2010 moeten in duizenden huishoudens zogenoemde HRe-ketels hangen, die naast warmte ook elektriciteit leveren, vindt het Platform Nieuw Gas, een denktank die de Nederlandse gasvoorziening duurzaam wil maken.
  HRe-apparaten lijken sterk op de hoogrendementsketel die op veel zolders hangt. Ze leveren warmte voor de cv en warm water voor de kraan. Maar door een slimme overigens al eeuwenoude - techniek kan het laatste restje warmte dat anders door de schoorsteen verdwijnt, worden gebruikt om elektriciteit op te wekken.
    Dat levert een flinke hoeveelheid stroom op. Het gemiddelde vermogen van HRe-thuiscentrales bedraagt. ongeveer 1 kilowatt. Dat is ruim voldoende voor de elektriciteitsbehoefte van een gezin dat tijdens een winteravond televisie kijkt. Als sprake is van een overschot wordt dat teruggeleverd aan het net, waardoor de stroommeter minder snel draait (of zelfs terugloopt) en er uiteindelijk minder hoeft te worden afgerekend bij de stroom leverancier.   ...

Op het ogenlik is er nog subsidie nodig om dit soort apparaten ingevoerd te krijgen. Dit zou zo snel mogelijk omgedraaid moeten worden, door belasting te heffen op apparaten die gevaarlijk zijn voor het klimaat in de toekomst.
    Een methode die qua omvang op de tussenschaal ligt:


Uit: De Volkskrant, 27-02-2010, van een verslaggever

Verwarming van Haagse woningen zit 2 kilometer diep

Een tuinder in Bleiswijk gebruikt het al voor zijn tomaten; de gemeente Den Haag wil er vierduizend woningen en bedrijfsruimte mee verwarmen: heet water dat wordt opgepompt uit de bodem

Ook Nederland is een beetje IJsland, in het diepst van zijn grondlagen. Maandag begint in Den Haag een boor naar het hete water te prikken dat hier, 2 kilometer diep onder het Haga ziekenhuis, in de bodem zit. Dat water moet over twee jaar vierduizend Haagse woningen en 20 duizend vierkante meter bedrijfsruimte gaan verwarmen.
    Het is voor het eerst dat Nederland op grote schaal probeert de warmte te gebruiken die in ondergrondse zandlagen opgesloten zit. Een tuinder in Bleiswijk was er wel eerder bij, maar hij gebruikt de energie voor zijn tomaten, en niet om mensen te verwarmen. Het grote voordeel: deze warmte is geheel CO2-vrij. Alleen voor het oppompen van het water is elektriciteit nodig. Netto wordt een CO2-reductie gehaald van 70 procent, zeggen de initiatiefnemers.   ...
    Gratis is het niet, weten de zes partners in het project inmiddels (de energiemaatschappijen Eon en Eneco, de woningcorporaties Staedion, Vestia en Haag Wonen en de gemeente Den Haag). In totaal wordt er zo’n 50 miljoen euro in het project gestoken, waaronder 4 miljoen overheidssubsidie – omgerekend ruim 10 duizend euro per huis, plus een paar miljoen voor de bedrijfsruimte.
    Een groot deel van het geld gaat in het boren zitten. De klus is vergelijkbaar met het boren naar olie. ...
    Volgens de initiatiefnemers is er geen gevaar voor verzakkingen, omdat het opgepompte water weer in de bodem wordt geïnjecteerd. ...


Red.:   Het probleem met geothermie is dat de ondergrond er geschikt voor moet zijn. Maar waar het kan, heeft het alleen maar voordelen.
    Natuurlijk komen de consumenten en de barbaren weer met de geldkwestie:
 

  Of aardwarmte in Nederland een grote vlucht zal nemen is de vraag. De investeringen zijn hoog,

Waarin het woord 'hoog' natuurlijk het blijk is van de consumentistische domheid en/of barbarij,omdat men niet beseft of niet wil beseffen dat fossiele vormen van energiewinning  veel hogere investeringen vergen, namelijk in het ophogen van Nederland met anderhalve meter en het stormbestendig maken ervan - en dergelijke.
   Nog een voorbeeld van wat nu allemaal al kan:


Uit: De Volkskrant, 06-03-2010, door René Didde

Groene stroom | Groningen begint Europese proef met huizen die energie opwekken en afnemen in wisselwerking met zonnepanelen en windmolens

Hyves voor energie is het toekomstbeeld

Tussentitel: 'Een wasmachine zoekt zelf het goedkoopste moment'

... zijn de Zuidema’s aan de beurt om een microwarmtekrachtketel te laten installeren. De superzuinige, maar nog peperdure voorziening is onderdeel van een proef waarmee in de Groningse wijk voor het eerst in Europa een zogeheten full scale smart grid wordt getest. Burgemeester Rehwinkel van Groningen zet de proef komende woensdag in gang. Het experiment, dat goeddeels wordt betaald door de EU, gaat bijna drie jaar duren.
    Het toekomstbeeld is dat steeds meer energie in de huishoudens zelf opgewekt zal worden. Slimme netten moeten die duurzame energie moeiteloos kunnen integreren in het grote elektriciteitsnet. Zo veranderen al die duizenden huizen als het ware in kleine centrales die energie maken en energie afnemen. Het is dus zaak te oefenen met vraag en aanbod.   ...
    De ketel van de Zuidema’s en die van twaalf andere gezinnen produceren uiterst efficiënt elektriciteit door gas te verbranden. De vrijkomende warmte komt in een warmwatervat voor cv en tapwater terecht. ‘Het rendement loopt daardoor op van 98 procent van een moderne hr-ketel tot circa 125 procent, doordat er behalve warmte ook elektriciteit wordt gemaakt’, zegt projectleider Frits Bliek van KEMA. Een dergelijke warmtekrachtkoppeling (wkk) is op huishoudniveau nog nooit vertoond. ‘Met een beetje meer gasverbruik krijg je er 2.500 kWh aan elektriciteit bij, en genoeg warm water.’
    In twaalf andere woningen wordt een warmtepomp getest, die warmte aan de lucht onttrekt. De Groningse huishoudens krijgen bovendien de beschikking over stroom van zonnepanelen. De testgezinnen zijn ook aangesloten op een windmolenpark van twee MW verderop. Drie van de deelnemers rijden in een elektrische auto die kan worden gevoed met de zelf opgewekte stroom. Een grote gasgestookte wkk-installatie kan in geval van nood bijspringen.
    Alle energiebronnen communiceren met elkaar, met het net en met enkele speciaal voor de proef aangeschafte apparaten. ‘We laten bijvoorbeeld slimme wasmachines en afwasmachines meedraaien’, zegt Bliek. Dat wordt even wennen. ‘Je stopt de was erin en toetst de temperatuur in. Vervolgens druk je niet op de startknop, maar je geeft aan wanneer de was uiterlijk klaar moet zijn. De machine gaat vervolgens zelf op zoek naar het goedkoopste moment van wassen, namelijk wanneer het aanbod van stroom het grootst is.’
    Alle installaties communiceren via een kleine centrale computer over het internet met elkaar. Software berekent voor elk huishouden en elk wasje het economisch optimum. Zo kan ongebruikte zonnestroom voor het huishouden worden teruggeleverd aan het net of worden opgeslagen in een van de elektrische auto’s.
    Behalve de brute rekenkracht van de algoritmen is er ook handelingsvrijheid voor bewoners, aldus KEMA. Soms zal duurzame energie schaars en veel geld waard zijn, zodat het loont de wasbeurt uit te stellen en de stroom te verkopen. Andere keren zal er soms dagenlang wind zijn, waardoor de stroomprijs laag is. ...
    KEMA gelooft heilig in het slimme net als voorwaarde voor een overgang naar duurzame energie. ‘Door mensen hightech tools aan te reiken, kan het leuk worden om te participeren met energiebesparing en CO2-reductie’, zegt Pier Nabuurs, voorzitter van de raad van bestuur van KEMA. ... Ik denk dat in 2040 40 procent van de energie decentraal is opgewekt.’


Red.:   Dit zou natuurlijk allemaal zo snel mogelijk grootschalig ingevoerd zou moeten worden.
    Een start van belangrijke trend:


Uit: De Volkskrant, 17-04-2010, door Wouter Keuning en Michael Persson

Gemeenten willen aan de slag met levering van groene stroom

De gemeentelijke energievoorziening lijkt terug van weggeweest. Het wachten is alleen op steun van het Rijk.

Tussentitel: 'Het rijk zou ons moeten helpen, maar daar gebeurt niet veel'

Ooit, begin vorige eeuw, zijn de grote energiebedrijven Essent en Nuon ook zo begonnen. Als lokale producentjes van gas en elektriciteit, die precies zoveel produceerden als de gemeente nodig had. Ze hadden nog geen megalomane plannen voor internationale gasleidingen, geen trading-afdelingen die op de wereldmarkten speculeerden, geen bestuursvoorzitters die met miljoenen moesten worden beloond. Het was knus en tamelijk autarkisch: ieder dorp zorgde gewoon voor zijn eigen energie.
    Inmiddels zijn we honderd jaar verder. De kleine gemeentelijke energiebedrijven zijn samengesmolten tot provinciale. Om vervolgens te worden opgeslokt door internationale reuzen als RWE en Vattenfall.
    En nu begint het weer van voren af aan. Overal in Nederland hebben gemeenten weer plannen voor een eigen energiebedrijf. Dit keer niet alleen bedoeld om zomaar energie op te wekken, maar vooral om dat verantwoord te doen. Dus legt Heerhugowaard zonnepanelen op nieuwbouwhuizen, proberen ze in Den Haag met zeewater een woonwijk te verwarmen, en branden sommige lampen in Leeuwarden straks op koeiemest. Volgens een inventarisatie van Pauline Westendorp van het groene adviesbureau NewNRG zijn er inmiddels 74 initiatieven geboren. Afgelopen week kwamen veel van die Lokale Duurzame Energie Bedrijven in Driebergen bijeen.   ...
    Een van de koplopers is Texel. Ooit begonnen ze daar met de Texelse Energie Maatschappij (TEM). Dat werd de provinciale PEM, dat toen samenging met andere bedrijven in de noordwestelijke regio. Dat werd Nuon, toen Vattenfall. ‘Nu beginnen we opnieuw lokaal’, zegt Brendan de Graaff, directeur van de coöperatie Texel Energie. De club heeft 2.500 leden en 2.800 aansluitingen. ‘We zijn bezig met een biomassaproject, met windturbines en een grootschalig pv-zonnepark van tweeduizend vierkante meter’, zegt De Graaff.
    Maar Texel is een witte raaf, zegt Jan-Willem Zwang van adviesbureau Tensor Energy, die de initiatieven inventariseerde. Van de dertig lokale duurzame energiebedrijven die vorig jaar op de kaart werden gezet, zijn er nu vijf concreet. ‘Ik heb het idee dat veel lokale duurzame energiebedrijven niet echt van de grond komen’, zegt hij. ‘Wij merken dat het veel tijd kost. Daarnaast zijn de plannen weinig doordacht. Het lijkt wel alsof zo’n duurzaam energiebedrijf een doel is, in plaats van een middel.’   ...
    Een zakelijke benadering – dat is precies waarvoor Peter Odermatt in 2007 naar de Stadsverwarming Purmerend werd gehaald. Met een warmtelevering aan 25 duizend huizen en een stuk of wat bedrijven bedient het warmtebedrijf driekwart van Purmerend. Na dertig jaar werd de gemeentelijke dienst in 2007 ondergebracht in een bv, met het doel eindelijk een keer in de zwarte cijfers terecht te komen. De gemeente bleef wel de enige aandeelhouder. Odermatt ging aan de slag en kwam eind vorig jaar met een groot plan om de hele energievoorziening flink groener te maken. En winstgevender.   ...
    Daarom zou volgens Zwang juist voor deze decentrale initiatieven steun moeten komen van de centrale overheid. ‘Het ministerie van VROM zou de helpende hand moeten bieden, of Agentschap NL, het energieloket van het ministerie van Economische Zaken. Maar daar gebeurt niet veel.’ Ook duurzaamheidsgoeroe en oud-SER-voorzitter Herman Wijffels hekelde donderdag, bij de uitreiking van de P-nuts Awards (zie kader), de Haagse desinteresse. ‘Nederland dreigt de boot te missen en dat ligt niet aan de initiatiefnemers, maar vooral aan de bestuurlijke elite die hardnekkig de andere kant uitkijkt.’   ...


Tussenstuk:
Energie uit snoeihout

Tijdens een congres over Lokale Duurzame Energiebedrijven in Driebergen heeft oud-SER-voorzitter Herman Wijffels donderdag P-Nuts Awards uitgereikt voor belangwekkende projecten. De biomassa-installatie in Beetsterzwaag won een van de prijzen.
    Gedroogd snoeihout van de in de regio aanwezige houtwallen en houtsingels (bomenrijen op boerenakkers, die elke vijftien jaar gekapt moeten worden om ze in stand te houden) wordt verbrand in een biomassacentrale. Volgens initiatiefnemer Dirk de Boer wordt 90 procent van de energie uit het hout gebruikt. De warmte die bij het stoken vrijkomt, wordt gebruikt voor de verwarming van een revalidatiecentrum, een zwembad, en een school.
    Volgens De Boer zijn alle betrokken partijen gebaat bij de installatie, die in totaal 800 duizend euro kostte. De boeren, die de installatie in bezit hebben, hadden geen tijd en mensen meer voor het onderhoud van de houtwallen, die daardoor dreigden te verdwijnen. Met de opgewekte warmte wordt 400 duizend kuub gas per jaar uitgespaard. Het geld dat de boeren met de warmte verdienen, wordt onder meer gebruikt om mensen in te huren die de houtwallen onderhouden. ‘Een perfecte, lokale, duurzame cyclus’, aldus De Boer.


Red.:    Dat de bestuurlijke elite dit soort initiatieven niet wil steunen , is omdat het tegen de trend is van globalisering en grootschaligheid. Tegen de trend van het kosmopolitisme waar de bestuurlijke elite een natuurlijke voorstander van is.
    Ook windenergie leent zich voor kleinschaligheid:


Uit: De Volkskrant, 06-03-2010, door Michael Persson

Wijkbewoners gaan in wind

Energiebedrijven hopen financieel beter te worden van duurzame stroom. Gewone gebruikers krijgen steeds vaker ook die kans.

Tussentitel: Je kunt nu ook je zelf opgewekte energie verkopen op de vrije markt

... de rente die een stukje windmolen kan opleveren is helemaal niet onaardig, vergeleken met een gemiddelde spaarrente. Zo’n 8 procent, voor zes jaar vast: dat doen weinig beleggingen een windmolen na.
   Vanaf maandag kunnen belangstellenden inschrijven voor een nieuwe serie windmolenobligaties, waarmee energiebedrijf Eneco tussen de 700- en 900 duizend euro hoopt op te halen. Het is een van de nieuwe manieren waarop particulieren kunnen participeren in nieuwe energie.
    Zo kunnen mensen die geld overhebben behalve via obligaties (leningen met een vaste looptijd en een vooraf vastgesteld percentage) ook meer risicodragend investeren in nieuwe offshore windparken, via initiatieven als Meewind en Zeekracht.
    Daarnaast is er natuurlijk de mogelijkheid zelf duurzame stroom te gaan produceren, op eigen houtje of via een coöperatie. In dat laatste geval is er zelfs een allernieuwst snufje om zelf geld te verdienen met de geproduceerde stroom: de elektriciteit zelf verkopen op de beurs waar ook de grote energiebedrijven hun elektriciteit verhandelen. Volgens Job Schipper, oprichter van de intermediair Falckstaete, kunnen particuliere duurzame stroomproducenten op die manier 15 tot 20 procent meer verdienen aan hun groene kilowatturen. En zijn ze bovendien een écht energiebedrijf, onafhankelijk van de grote reuzen. ‘Het is niet alleen het geld, het gaat ook om het gevoel.’   ...
    Buurtbewoners kregen bij de obligaties voorrang. En daarmee was de inschrijving vol. Van den Heuvel kreeg mailtjes uit Limburg van mensen die zeiden het jammer te vinden niet in Burgervlotbrug te wonen.
    Ook voor de tweede obligatieuitgifte, nu onder de hoede van Eneco, komen in de eerste plaats buurtbewoners in aanmerking. Het geld is bedoeld voor drie turbines van in totaal 6,9 megawatt bij de nieuwbouwwijk Stad van de Zon in Heerhugowaard, die zo klimaatvriendelijk mogelijk moet worden. De wijkbewoners, al relatief groen angehaucht, zullen wel belangstelling hebben, is de verwachting. ...
    Een van de voorwaarden die Eneco wel stelt is dat de obligatiekoper klant is bij het bedrijf. Valck: ‘Wij zien dit project als essentieel aspect van onze strategie, Decentraal Duurzaam Samen. Wij zien een toekomst voor decentrale energieopwekking, waarbij energieconsumenten ook energieproducent kunnen worden, maar wel mede gefaciliteerd door energiebedrijven.’
    Dat ziet Job Schipper van Falckstaete toch even anders. Hij ziet juist een toekomst voor zich waarin particulieren zich nog veel meer ontworstelen aan energiebedrijven. Met zijn bedrijfje als bemiddelaar laat hij hen rechtstreeks hun duurzame energie verkopen op de APX-Endex, de Nederlandse stroombeurs. ‘Zo krijg je zelf toegang tot de vrije markt’, zegt hij. ‘Bovendien krijgen de energiebedrijven zo minder aanbod van groene stroom, en zullen ze het zelf moeten gaan opwekken.’
    Hij heeft al een grote windcoöperatie als klant, en is in gesprek met een hele straat van 168 panden met zonnepanelen op het dak. Volgens hem kan het voordeliger uitpakken om de opgewekte elektriciteit zelf te gaan verkopen, in plaats van af te trekken van het eigen energieverbruik.    ...
      Hoe dan ook lijken steeds meer particulieren geïnteresseerd om een beetje energieproducent te spelen. En dat komt niet op een slecht moment. Sinds de kredietcrisis zijn banken veel minder bereid dure investeringen te financieren. ‘Dat particuliere geld dat via onze obligaties binnenkomt verschaft ons ruimte voor meer investeringen’, zegt Valk.
 

Tussenstuk:
Investeren via coöperaties, op het land en voor de kust

Ook via coöperaties kunnen particulieren windenergie financieren. Naast een lidmaatschapsgeld fourneer je leningen, waarmee investeringen kunnen worden gedaan. De rente kan variëren. De coöperatie betaalt zijn investeerders terug uit de opbrengsten van de elektriciteit. Zo werkt bijvoorbeeld de Windvogel, een coöperatie met vier turbines rond Gouda en Ouderkerk aan de Amstel. Leden betalen eenmalig 50 euro, hun aandeel in de vereniging. Op de leningen die ze daarnaast verschaffen is de afgelopen jaren 6 en 7 procent rente uitgekeerd. Een andere coöperatie is Zeekracht, gericht op offshore-wind. Leden betalen een tientje. De molens staan er nog niet. Dan is er nog Meewind, een club die het grote offshore-park Belwind in België mede financiert. Particulieren en gemeenten participeren daarin via aandelen van 1.000 euro. Het beloofde rendement bedraagt 7 à 10 procent.


Uit: De Volkskrant, 23-10-2010.

Er warmpjes bij zitten met koeienmest

Ook voor de doorsnee stedeling ligt het onder handbereik: echte Friese koeienlucht. Energieleverancier Greenchoice levert vanaf volgende week als eerste energiebedrijf aan particulieren het gas dat uit koeienmest afkomstig is. Het ‘groene gas’ is afkomstig van een bedrijf in het Friese Tirns, bij Sneek. Hier staan een paar grote opslagtanks waarin mest uit de omgeving wordt verzameld en vergist tot gas. Tot dusverre werd het gas vervolgens – zoals op veel boerderijen gebeurt – verstookt in generatoren, die er elektriciteit van maken. Het rendement is echter hoger als het gas direct wordt gebruikt, bijvoorbeeld voor verwarming. Daartoe moet het gas wel eerst tot Slochterenkwaliteit worden opgewerkt, om vervolgens via een gasbuis op het gasnet te worden aangesloten. ‘Dat kost miljoenen’, zegt Bas Waldekker, hoofd Greenchoice Zakelijk. ‘Aangezien banken niet meer willen investeren in dit soort projecten, hebben wij geld geleend.’ ...


Naar Economie, recycling , Globale Rijnlandmodel , Rijnlandmodel lijst , Rijnlandmodel overzicht  , of site home .