Bronnen bij Rijnlands onderwijsbeleid: erkenning

18 nov.2012

De eerste onderwijshervorming, de Mammoetwet, is ingevoerd in 1979 - en men mag gevoeglijk aannemen dat de voorbereiding zo'n drie tot vijf jaar eerder is begonnen. Startende ergens in 2004-2005 is de discussie erover gaande. En pas nu, schrijvende in het 2012, is er voor het eerst een redelijk volledige, coherente en toch beknopte conclusie getrokken. 


Uit: De Volkskrant, 16-11-2012, door Ewoud Jansen, econoom.

Meer geld naar de opleiding van technische vakmensen

We zwalken van de ene crisis naar de andere. En steeds zijn overspannen ambities de oorzaak. Waar te veel middelen naar de verkeerde dingen gaan, ontstaan onherroepelijk zeepbellen. Zo is het ook met het onderwijs. In het hoger onderwijs is een enorme zeepbel opgeblazen die zich uit in diploma-inflatie voor hoger opgeleiden en een tekort aan middelbaar opgeleiden, vooral in de techniek.
   Omdat iedereen vond dat toch zeker de helft van de bevolking hoger opgeleid diende te zijn, is sterk ingezet op groei van het aantal afgestudeerden. Onderwijsbestuurders zagen met toenemende studentenaantallen hun budgetten lekker stijgen. Maar die grotere studentenaantallen kwamen vooral terecht in richtingen waar op de arbeidsmarkt niet zoveel vraag naar is. Al die journalisten, communicatiedeskundigen en lifestyle-experts komen nauwelijks aan een baan. Tegelijk kunnen bedrijven niet aan voldoende technici op hoger en mbo-niveau komen. Tussen 2012 en 2014 zijn er 150.000 vacatures.
    De instroom in het hoger onderwijs valt niet op te voeren zonder kwaliteitsverlies. Op tal van opleidingen zijn zwakke studenten met kunst en vliegwerk aan een diploma geholpen. Daarvan zijn we zo geschrokken dat accreditatieorganen nu weer strenger gaan toezien op de afstudeernormen van opleidingen. Dat is terecht, maar de vraag is of de helft van de bevolking beschikt over de onderzoekende en analytische gaven die een afgestudeerde moet hebben. Als het met de nieuwe strengheid ernst is, dan moet de instroom in het hoger onderwijs omlaag. Of dit ook gebeurt is de vraag, want het afbouwen van de overcapaciteit in het hoger onderwijs gaat pijn doen. Onze bestuurders hadden net zo lekker geïnvesteerd in nieuwbouw, en lege collegebankjes zien er niet gezellig uit.    ...


Red.:   De kern van het probleem: het gelijkheidsdenken:  "Iedereen is geschikt voor hoger onderwijs en de enige vorm van onderwijs en zeker hoger onderwijs is avo-onderwijs". Alfa-onderwijs.

  Hoe moet het tertiaire onderwijsgebouw er na een sanering uitzien? De bovenkant bestaat uit het universitaire onderwijs. Academische vrijheid en fundamenteel onderzoek hebben hoge prioriteit. De aansluiting met de arbeidsmarkt moet niet uit het oog worden verloren, maar het onderwijs is in eerste instantie gericht op het ontwikkelen van het kritisch en onafhankelijk denken voor jongeren met een wetenschappelijke interesse. Het aantal opleidingsvarianten moet lager zijn dan nu en de instroom moet worden beperkt tot zo'n 10 procent van de jongeren.
    De tweede laag is het hoger beroepsonderwijs. Hier staat het aanleren van hoogwaardige kennis voor de arbeidsmarkt voorop, of het nu gaat om boekhouden of om elektrotechniek. De instroom is ongeveer 25 procent. Ook hier gaat het aantal opleidingsvarianten fors omlaag en kan de opleidingsduur terug naar drie jaar.
    Aangezien er door de lagere instroom minder geld hoeft te gaan naar het hoger onderwijs, kan het mbo financieel en kwalitatief worden versterkt. Hier worden mensen opgeleid voor uitvoerende en middenkaderfuncties. Er moeten meer vakmensen worden opgeleid voor sectoren waar een tekort is. Technische studies zijn duurder dan andere en moeten dus meer geld krijgen.
    Het roer moet om. Nog meer hoger opgeleiden zet het niveau van die hogere opleidingen onder druk en schoolt veel jongeren in dingen waaraan minder behoefte is. Na jaren hameren op meer hoger opgeleiden is het tijd te erkennen dat ook voor investeringen in hoger onderwijs de wet van de afnemende meeropbrengst geldt.

En de oplossing. Die identiek is aan de door deze website voorgestelde aanpak. een logische gang van zaken, omdat beide lijnen van analyse van dezelfde zaken zijn uitgegaan: de werkelijkheid, en wat werkt in die werkelijkheid. En de reden dat de twee analyses van dezelfde zaken zijn uitgegaan, is omdat beide analyses geen ideologie gebruiken. En als je geen ideologie gebruikt, blijft er weinig anders over dan de werkelijkheid en wat werkt in die werkelijkheid.


Naar Rijnlands onderwijsbeleid , Rijnlandmodel lijst , Rijnlandmodel overzicht  , of site home .