Het Rijnlands onderwijsbeleid, val studiehuis: de verbandenDe schetste relatie tussen de egalisering van het onderwijs en het allochtonenbeleid zal waarschijnlijk niet in direct, maar meerdere stappen zijn gegaan, bijvoorbeeld: vmbo's zijn voornamelijk zwarte scholen, en gymnasia zijn witte scholen - we willen gemengde scholen, en dat wil dus zeggen dat er meer witte leerlingen op de zwarte scholen moeten komen en meer zwarte leerlingen op de witte - het is onmogelijk om op korte termijn leerlingen van niveau te doen vernaderen - dus moet het niveau tussen scholen zo klein mogelijk gemaakt worden ten einde de vermenging te bevorderen.Als je het op deze manier formuleert, en je gaat ervan uit dat vermenging van wit en zwart een essentiële zaak is voor de maatschappij, dan ben je niet geïnteresseerd in een discussie over de inhoudelijke wenselijkheid van het studiehuis of andere vormen van inhoudelijke niveau-verlaging - want je hebt toch gelijk. En laat dat nu precies de houding zijn die de beleidsvoorstanders zoals Adelmund, Hamer, en een lange rij van PvdA'ers ten toon hebben gespreid. Het is dus zeker aannemelijk dat achter dit beleid de allochtonenkwestie een belangrijke rol speelt.
En verdere aanwijzing voor het verband tussen linkse standpunten en de
allochtonenkwestie is geleverd door GroenLinks. In het kader van wat een
algemene herbezinning op principiële standpunten leek, zijn door GroenLinks
standpunten ingenomen die tot heftige papieren discussie hebben geleid, omdat ze
recht tegen eerdere principes en standpunten in lijken te gaan, zie de
uitvoerige discussie hier
Voorbij de tijd dat GroenLinks al breiend lof der luiheid
bezong Het Rijnlandmodel staat op het standpunt dat wij onze maatschappelijke ontwikkeling stil moeten zetten ten einde de allochtonen bij te halen een weerzinwekend idee is. Om in het geval van de onderwijsdiscussie ook de waarheid boven tafel te krijgen is harde, confronterende, taal gewenst. Laten de Hamer en consorten maar aantonen dat hun egaliserende en inhoud-vijandige standpunten niet veroorzaakt worden door de invloed van de allochtonenkwestie. In de eerste zinnen is hier een welwillender vorm geschetst van hoe een dergelijk verband kan zijn ontstaan , maar als je die welwillendheid weglaat, dat wil zeggen alleen naar het resultaat kijkt, zou de samenvatting ook zo kunnen luiden: de allochtonen kwamen grotendeels niet verder dan vmbo, dan de rest ook niet! Dit netto-effect is dusdanig schandalig dat volkomen duidelijk gemaakt moet worden dat het zo niet zit. En dat kan op een zeer overtuigende manier: door te vertellen wat nu de werkelijke motieven achter de egalisering van het onderwijs zitten. Dan kunnen we daar inhoudelijk over verder discussiëren.
|
