Het globale Rijnlandmodel: landbouw

2 aug.2007


De Volkskrant
, 25-07-2007, door Arie van den Brand e.a.

Het kan: de hele wereld eet biologisch

De hele wereld kan leven van biologische landbouw, betogen Arie van den Brand e.a. Maar geef dan wel alle boeren de kans die omschakeling te maken.


Voedsel wordt gestaag duurder. De massale introductie van biobrandstoffen, de groeiende wereldbevolking, de toenemende vleesconsumptie, de misoogsten onder invloed van klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit zetten onze voedselvoorziening onder druk. Volgens analyses van de VN-voedsel- en landbouworganisatie, de FAO, kan biologische landbouw zorgen voor hogere voedselopbrengsten, ook in een veranderend klimaat.
    Tijdens een conferentie van de FAO in Rome is onlangs de opmerkelijke, en toch nauwelijks opgemerkte conclusie getrokken dat de wereldvoedselproductie bij volledige omschakeling naar biologisch met 32 procent zou toenemen. Onderzoekers van de Universiteit van Michigan zijn vorige maand met dezelfde overtuigende conclusie gekomen.
    Uit hun onderzoek blijkt dat biologische landbouw in ontwikkelingslanden tot drie keer hogere opbrengsten heeft dan gangbare landbouw. In de rijke landen levert biologische landbouw gemiddeld net zo veel op, aldus de onderzoekers. Alleen bij optimale groeiomstandigheden en een hoog gebruik van kunstmest en pesticiden is de opbrengst van gangbare landbouw in Europa en de VS gemiddeld zo’n 25 procent productiever.
    Blijkbaar is het geheim van de biologische landbouw meer dan het weglaten van kunstmest en pesticiden. Uit alle onderzoeken blijkt de crux telkens weer de kwaliteit van de bodem: ‘biologische’ bodems bevatten meer leven en organische stof, waardoor ze een betere structuur hebben. Bij droogte wordt het schaarse water beter benut, bij overstromingen wordt het water beter opgenomen én er is minder erosie. Het waterbergende vermogen van biologische bodems kan 20 tot 50 procent groter zijn, zeker bij extreme regenval. En in jaren van grote droogte hebben biologische akkers 33 tot 41 procent meer opbrengst dan gangbare akkers.
    Met name rond de tropen en in berggebieden (waar de weersomstandigheden extremer zijn, en de bodems kwetsbaar) scoort biologische landbouw veel beter. Het ligt, zeker met het oog op de klimaatverandering, daarom meer voor de hand dat overheden inzetten op biologische landbouw, en niet verder zoeken naar droogteresistentie via gentechnologie.
    De goede bodemkwaliteit vloeit voort uit de aanpak van de biologische landbouw. Door een combinatie van maatregelen wordt de natuurlijke weerstand van plant en dier verbeterd, zodat ze stressfactoren van buiten – zoals plagen en ziektes – beter kunnen opvangen. Deze veerkracht strekt zich uit tot het totale biologische landbouwsysteem.
    Een ander belangrijk element in de biologische landbouw is de hogere biodiversiteit, zoals het rijke bodemleven. Bij een grote biodiversiteit is er minder kans op plantenziektes en wordt de opbrengst en stabiliteit van een ecosysteem vergroot.
    De FAO ziet het verminderen van de biodiversiteit als een van de grootste bedreigingen van de toekomstige voedselzekerheid. Door biologische landbouw wordt de ontwikkeling van biodiversiteit gestimuleerd.
    Biologische landbouw draagt verder bij aan het beperken van de effecten van de klimaatverandering. Het gebruik van fossiele energie bij biologische landbouw is bijna de helft lager dan bij high input systemen, met uitzondering van enkele gewassen, zoals aardappelen. De emissie van broeikasgassen per hectare is eenderde lager doordat er geen kunstmest en pesticiden worden gebruikt. Biologische bodems beperken het risico van bodemerosie. In samenhang daarmee bevorderen biologische bodems de opslag van CO2 in de vorm van organische stof (14 procent hoger ten opzichte van gangbare bodems).
    In de zoektocht naar oplossingen voor dreigende voedseltekorten is het accent totnogtoe gelegd op verdere schaalvergroting, intensivering en introducties van gengewassen. Een alternatief is landbouw waarbij niet alleen de productie van voedsel telt, maar die zich ook richt op behoud van de groene ruimte voor de eigen regio, eventueel inclusief recreatie en natuurbeheer. Landbouw kan daarmee een enorme aanjager zijn van de economie, waarbij werkgelegenheid en geldstromen dichterbij de boeren en de omgeving terechtkomen en minder bij multinationale bedrijven.
    Als deze conclusies gekoppeld worden aan meer regionale productie en afzet, dan komt daar een extra dimensie bij. Britse onderzoekers berekenden dat de Britse overheid 3 miljard euro aan milieukosten kan besparen door lokale voedselproductie (dan mogen de productie en de consumptie van voedsel niet meer dan 20 kilometer uit elkaar liggen).
    Als consumenten de auto laten staan en hun inkopen te voet, met de fiets of met de bus doen, scheelt dat nog eens 1,5 miljard euro. Als alle Britse landbouwers omschakelen naar de biologische landbouwmethode en geen gebruik meer maken van chemische middelen, scheelt dat de overheid 1,6 miljard euro aan milieukosten.
    De wereldgemeenschap zet in op mondiale economische groei als basis voor ontwikkeling. Maar dat betekent dat bijvoorbeeld Afrikaanse boeren moeten concurreren met hun Nederlandse collega’s die al bijna een eeuw profiteren van landbouwkundig onderzoek, onderwijs, ruilverkaveling, pachtwet en marktbescherming.
    Die Afrikaanse boeren hebben met die concurrentie geen schijn van kans. Voortdurende liberalisatie zal er toe leiden dat Afrikaanse boeren hun gronden niet productief kunnen maken, zoals wij bijvoorbeeld de Zuiderzee productief gemaakt hebben. Als van biologische landbouw wordt gezegd dat ze de wereld niet kan voeden, wordt dit aspect volkomen buiten beschouwing gelaten.
    Consumenten ontdekken in toenemende mate de waarde van het biologische product. Het is de hoogste tijd dat we onderzoeksprogramma’s en de hervorming van het landbouwbeleid gaan baseren op de bewezen wetenschappelijke voordelen van de biologische landbouw.

Arie van den Brand is voorzitter van Biologica; Niels Röling is verbonden aan de afdeling communicatie- en innovatiestudies van de Wageningen Universiteit en Researchcentrum en Edith Lammerts van Bueren aan het Louis Bolk Instituut Driebergen.
 

Naar Globale Rijnlandmodel , Rijnlandmodel lijst , Rijnlandmodel overzicht  , of site home .