De Olifant

 6 jun.2011

Al eerder waren er op tv (vermoedelijk bij Discovery Channel of National Geographic)  beelden te zien van olifanten die bij de botten (dus niet het recent gestorven karkas) van een gestorven leidster (olifantengroepen bestaan uit voornamelijk vrouwtjes - mannen zijn solitair) terugkeerden, en daar duidelijk stonden te treuren en rouwen - de botten werden besnoven en voorzichtig aangeroerd. Het rouwen voor een overledene werd lange tijd gezien als een essentieel menselijk kenmerk, en is ook lange tijd gebruikt als onderscheid tussen neanderthalers en homo sapiens: neanderthalers rouwen niet en zijn dus geen echte mensen.
    Dat laatste heeft men inmiddels door nieuwe vondsten en technieken moeten bijstellen. Het eerste kan dus ook op de schroothoop van de menselijke, door religieuze ideologie aangedreven, arrogantie:


Uit: De Volkskrant, 06-06-2011, van een verslaggeefster

Olifanten discussiėren, rouwen en groeten bijna net als mensen

Volgens Cynthia Moss, initiatiefneemster van en drijvende kracht achter het onderzoeksproject evenaren olifanten apen en dolfijnen qua intelligentie en complex sociaal gedrag. Daarnaast ontdekten de onderzoekers dat de dieren lichaamstaal en geluiden gebruiken, vergelijkbaar met die van mensen. Zo groeten sommige olifanten met hun slurf of door schouder aan schouder te staan.
    Onderzoekers van het olifantenproject Amboseli zagen olifanten rillen als een jong door een elektriciteitsdraad werd geraakt. Ook zagen ze hoe de ene olifant verdovingspijltjes uit de huid van een andere olifant haalde. Sommige moederolifanten hielpen kleintjes uit de modder of als die achterop waren geraakt.
    Ook leek het erop dat ze met elkaar onderhandelden over de te volgen route. Met het achterwerk naar elkaar staan betekent 'vertrekken'. Ze zouden beter dan apen zijn in het herinneren van routes. Volgens Moss kunnen olifanten met elkaar meeleven als een van hen pijn heeft en kunnen ze treuren om hun doden. ...


Naar Evolutie, lijst , Wetenschap, overzicht  , of site home .