Bronnen bij Stedenbouw, megapolen: geestelijke schade

20 aug.2008

De geestelijke schade veroorzaakt door het leven in de stad is natuurlijk niet iets dat gemakkelijk herkend wordt door de stadse mens zelf, laat staan erkend. Die herkenning ziet men eigenlijk alleen in contrast: met gaat naar het bos of het strand en merkt dat men zich zo goed voelt. De erkenning is natuurlijk een nog veel moeilijker proces - men moet leven met de bestaande realiteit. Onderstaand een voorbeeld waarin de erkenning wel te vinden is, zij het zeer impliciet geformuleerd:


Uit: De Volkskrant, 12-08-2006, door Caspar Janssen

Gevraagd: de perfecte werknemer

Rokers hoeven hier niet te solliciteren, waarschuwde een Iers bedrijf. En de ideale werknemer is behalve niet-roker ook man, jong en mentaal weinig ‘stedelijk’, blijkt uit onderzoek. Maar ja, de plichtsgetrouwe perfectionist brandt mogelijk eerder op.


Philip Tobin, directeur van het Ierse bedrijf Dotcom Directories, zegt wat hij denkt. Hij heeft een hekel aan rokers, zo liet hij afgelopen zaterdag weten aan de Britse zakenkrant Financial Times. ‘Rokers zijn niet sociaal, en vaker ziek. Als mensen in hun koffiepauze of in hun vrije tijd roken en ze komen daarna op hun werk, dan stinken ze. We hebben een klein kantoor en rokers zouden het ondraaglijk maken voor de rest van het personeel.’   ...
    Dus waarom niet meedenken met de werkgever. Welke gedrag, welke levensstijl kan een werkgever maar beter weren uit zijn bedrijf?
    Voor Nederlandse werkgevers is die vraag extra interessant, zegt Peter Smulders van TNO Kwaliteit van Leven/Arbeid. ...
    Smulders, die uitgebreid onderzoek deed en doet naar ziekteverzuim, zette vorig jaar zomer in het boek Beroepszeer alle ‘verlagende invloeden op het verzuimpercentage’ op een rijtje, op basis van bestaand empirisch onderzoek. In zijn lijst van dertig factoren staat een grote groep ‘persoons- en persoonlijkheidskenmerken’. De ideale werknemer is, zo blijkt, jong, man en niet gescheiden. En als het toch een vrouw is, dan is het een vrouw met weinig kinderen. De ideale werknemer is Nederlander, heeft een kort dienstverband, hij lijdt aan een ‘geringe mate van neuroticisme’, hij heeft een geringe ‘stedelijke mentaliteit’, ...


Red.:   De volgende is duidelijker:


Uit: De Volkskrant, 05-05-2008, van een verslaggeefster

Depressieve ouderen moeten stad uit en zon in

Ongeveer dertien procent van de senioren heeft last van depressie. Een wandelingetje in de zon of een verhuizing uit de stad zouden dat weleens kunnen verlichten.


Dat concluderen onderzoekers van de VU Universitair Medisch Centrum in een artikel dat de Archives of General Psychiatry maandag publiceert.
    Van de 1282 senioren tussen de 65 en 95 jaar die zijn onderzocht, hadden er 26 een ernstige depressie, 169 een milde, en waren er 1087 niet depressief. Bij alle depressieven samen bleek de vitamine D-concentratie in het bloed 14 procent lager. Hoe ernstiger de depressie, hoe lager de vitamine D-concentratie.
    Bovendien vonden de onderzoekers een verband tussen depressie, vitamine D en urbanisatiegraad: ‘Hoe groter de stad, hoe sterker het verband tussen depressie en vitamine D’, zegt professor Witte Hoogendijk, een van de onderzoekers. ‘Ouderen in de stad komen misschien te weinig buiten. Hoe minder je buiten komt, hoe groter je gebrek aan vitamine D is, en hoe ernstiger je depressie kan zijn.’   ...
    De onderzoekers stellen dat er sprake is van een samenhang, niet van een oorzakelijk verband. Wat er het eerst is: de depressie, of het gebrek aan vitamine D, is onderwerp van vervolgonderzoek.


Red.:   Een wat ouder artikel:


Uit: De Volkskrant, 06-03-2004, door Marc van den Broek en René Didde

Mooi groen geneest beter

Een aangename omgeving bevordert herstel, denken de bouwmeesters van het nieuwe Erasmus. Het 'helende hospitaal' krijgt eenspersoonskamers en aangename prikkels voor oren, neus en ogen. ...


'Stel, je moet langdurig in het ziekenhuis liggen en je hebt dit uitzicht.' Ir. Stephan Versteege wijst naar een mistroostig veld van grauwe daken waar alleen schoorstenen en airco-kokers de aandacht trekken. ...
    In de visie van Versteege, een van de managers Nieuwbouw bij de Directie Huisvesting van het Erasmus MC, kan het beter. In zijn plannen kunnen de zieken in het nieuw te bouwen beddenhuis uitkijken op atriums en groene daktuinen. Een grasdak? 'Nee, dat is te simpel', zegt hij. 'Er moeten tuinen komen, mogelijk met bomen, die toegankelijk zijn voor de patiënt.'
    Dat groen in het hospitaal vrolijkt de betonnen omgeving niet alleen op, maar vormt een onderdeel van de filosofie van de 'helende ziekenhuizen'. ...
    Overtuigende bewijzen dat een gezond gebouw in een fraaie omgeving de patiënt sneller beter maakt, zijn er echter nog niet. Wel veel aanwijzingen en ideeën, maar het vakgebied wordt snel volwassen. Congressen volgen elkaar in hoog tempo op.   ...
    Elke adept van het gezonde ziekenhuis noemt de Amerikaan Roger Ulrich die in 1984 in Science een artikel schreef over de positieve invloed van de omgeving op herstel. Hij ontdekte dat 23 geopereerde patiënten in een ziekenhuis in Pennsylvania met uitzicht op groen zich beter voelden en minder sterke pijnstillers nodig hadden dan hun lotgenoten die uitkeken op een blinde muur.
    Wat doet dat groen met de patiënt? 'De verklaring stamt uit de evolutie', zegt dr. Agnes van den Berg van onderzoeksinstituut Alterra in Wageningen. 'De menselijke hersenen zijn van oorsprong ingesteld op natuur. Groen vergt minder concentratie dan een stedelijke omgeving. Daardoor verloopt herstel van stress en mentale vermoeidheid in een natuurlijke omgeving sneller.'
    Van den Berg, die ook op het congres spreekt, rept van onderzoek in een ziekenhuis waarbij patiënten na een hartoperatie een schilderij aan hun voeteneind kregen. 'De patiënten die abstracte kunst zagen, schopten het doek weg. De zieken die keken op een doek met natuurtaferelen, herstelden sneller dan mensen die noch 'groene' noch abstracte kunst kregen.'  ...

Red.:   Er zijn veel aanwijzingen dat groen helend werkt, alleen zetten de journalisten er overdadig veel kanttekeningen bij - geschrapt uit de ondertitel:  Alleen bewezen is er nog weinig. Aan de andere kant stellen ze wel (eerste geschrapte tekstgedeelte): 'Aan de einder verfraait de skyline van Rotterdam het blikveld uit het oude Dijkzigtziekenhuis nog een beetje en met wat geluk ligt de patiënt op een zaal met uitzicht op het centrum of de Euromast.' Een lofzang op het uiterlijk van de grote stad.
    En ook in het onderstaande zijn deze thema's terug te vinden:
 

VARA TV Magazine, nr. 43-2006, programma-aankondiging 30-10-2006

20:30 NET 5 THE HORSE WHISPERER (1998, Robert Redford)
New age boeketreeks de luxe rond meisje (jonge Scarlett Johansson) dat ongeluk heeft met paard en door haar strakke stadse moeder naar Montana wordt gebracht alwaar paardenfluisteraar (Robert Redford) het drietal in landelijke omgeving van therapie voorziet. Naar succesroman van Nicholas Evans. Heel vakkundig allemaal.


Red.:   Duidelijk, toch? De moeder met de 'stadse' mentaliteit krijgt eigenlijk therapie van de landelijke omgeving, bij monde van de paardenfluisteraar. En la weer is het commentaar van de stadse schrijver negatief: 'Heel vakkundig allemaal' - kennelijk is die nog steeds wel in strakke stadse sferen.
    Maar kennelijk heeft de gemiddelde stadbewoner zelf onbewust genoeg besef van de werkelijkheid van zijn leefomgeving:


Uit: Dagblad De Pers, 21-10-2008.

Idyllisch imago bij stedelingen

Het platteland, gezellig!

Stedelingen hebben een idyllisch jaren '50-beeld van het platteland. Ze denken niet aan bio-industrie, hoogspanningsmasten en windmolens, maar aan koeien in de wei, hechte gemeenschappen en ouderwetse gezelligheid. Dat staat in een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Bijna één op de drie stedelingen zegt ooit naar het platteland te willen verhuizen. Uit cijfers blijkt dat zo'n tien procent de kans grijpt zodra die zich voordoet.
    Jaarlijks trekken ruim 160.000 mensen van de stad naar het platteland. ... Andersom gaan er overigens ook elk jaar zo'n 150.000 'plattelanders' naar de stad. Dat zijn vooral jongeren die verhuizen vanwege studie. Een deel van hen keert niet terug. In het rapport geven 2.000 ondervraagden het landschap een cijfer van 7,4. Eerder was dat een 7,3.


Red.:   Want het is waarschijnlijk andersom: de stadbewoner heeft een, misschien te, idyllisch beeld van het platteland, maar dat komt dan omdat het beeld dat hij kent, dat van de stad, zo slecht is.
    Een suggestie die bevestigd wordt door de reactie vanuit het stadse bolwerk:


Uit: De Volkskrant, 21-10-2008, door Kim van Keken

Accent | Onbedorven wereld

Voor de stedeling is het platteland een paradijs

Het platteland is het beeld van een boerenjongetje dat dromerig toekijkt hoe zijn ouders gemoedelijk de schapen scheren. Zo schilderde Cornelis Jetses in de vorige eeuw het platteland op de schoolplaten. En zo kijkt het grootste deel van Nederland nog steeds naar het 'landelijke gebied'.
    De stedeling romantiseert het platteland, is de belangrijkste boodschap in het rapport Platteland van alle Nederlanders van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). En het ideaalbeeld lokt. Zo'n 30 procent van de stedelingen loopt wel eens rond met het idee te wonen in een leuk landelijk stulpje.
    Het platteland is groen, schoon en rustig, zo denkt de stedeling. Daar-is het veilig en gezellig, zeggen de 2.058 ondervraagden tegen het SCP. Terwijl de stedelingen dagdromen over kabbelende beekjes en tjilpende vogeltjes, vergeten ze de minder leuke zaken die er ook plaatshebben.
    Want het platteland herbergt ook hoogspanningskabels, windmolens en bio-industrie, melden de onderzoekers. En het platteland kent soms ernstige veeziekten, delicten en jongeren die stevig drank consumeren in zogeheten drinkcaravans.   ...
    Iets meer voorlichting over deze gebieden, is aanbevelenswaardig. Want ook woningen en bedrijventerreinen horen bij het zogeheten vitale platteland, zoals het kabinet dit nastreeft.
Momenteel wonen 6,2 miljoen Nederlanders op het platteland (volgens het SCP een gebied met minder dan 1.000 adressen per km2), maar de vergrijzing neemt er ook toe. Tegenover de 150 duizend jongeren die jaarlijks wegtrekken naar de stad, zoeken 160 duizend stedelingen hun heil op het 'romantische' platteland.


Red.:   De toon van dit tweede stuk is opmerkelijk, als je het vergelijkt met het eerste. Het eerste is min of meer neutraal, het tweede lijkt wel wraakzuchtig ten opzichte van het platteland: er wordt een veelheid van negatieve aspecten genoemd, met de kennelijke bedoeling om die stomme stedeling eens goed voor te lichten over hoe de zaken werkelijk liggen. Het tweede stuk beschouwt het positieve oordeel over het platteland overduidelijk als een affront. En dat affront kan maar slaan op één ding: de kennelijke minachting voor de stad - en haar "prachtige" waarden.
    Waarmee we weer terug zijn bij de gebruikelijke tweedeling in de waardering voor stad en land: normale, neutrale, mensen weten dat wat het platteland ook is, de stad over het geheel genomen ongezonder is. En aan de andere kant de alfa-mensen, onder andere de schrijvers van en in de Volkskrant, VARA TV Magazine, die veel meer zien in de stad, en beledigd in de pen klimt als de gemiddelde stadbewoner het niet met hen eens is.
    Oh, en op "het platteland" zien ze dat ook redelijk scherp:


De Volkskrant
, 25-10-2008, ingezonden brief van Eddie Kokhuis (Enschede)

Nee, Hollanders moeten gewoon in Holland blijven

Wat een onzalig idee van emeritus hoogleraar J. Wessel om de bevolking uit de Randstad richting het oosten te laten optrekken (Forum, 22 oktober). Je moet er niet aan denken: al die lawaaierige, aan zichzelf denkende types met hun grotestedenproblemen. Of minstens zo erg: individualistische, zichzelf artistiek verklarende, eli, taire grachtengordelbewoners die . optrekken richting het oosten.
    Boerenbedrijven worden stilgelegd vanwege de stank, ons mooie landschap wordt grotendeels geasfalteerd, nog meer Betuwe-, Twente- en Drenthelijnen, Doetinchem International Airport vervangt Schiphol. Dan is het hier afgelopem met wat Martin Bril noemt 'een met moeite veroverde zorgeloosheid' (Voorkant, 22 oktober).
    Dus toch maar gewoon de dijken om Holland verhogen, desnoods aan beide kanten.


Red.:   Een andere vorm van geestelijk schade is op hge geied van mentaliteit aangaande geestelijke versus materiële waarden:


Uit: De Telegraaf, 04/05-04-2008, van een correspondent

Duitsers meest geliefd

Duitsland is het meest geliefde land ter wereld. Dat stelt de Engelse omroep BBC op basis van een wereldwijde peiling onder 17.000 mensen. Uit een andere enquête bleek ook nog eens dat de hoofdstad Berlijn de gelukkigste inwoners heeft.   ...
    Ook de Duitse hoofdstad Berlijn doet het goed, blijkt uit een peiling van het milieuconcern Veolia Environment. De burgers van de tot 1989 gedeelde stad voelen zich gelukkiger, minder eenzaam en minder anoniem dan elders.
    In New York, Londen en Parijs zeiden negen van de tien inwoners dat een "zeer hoog inkomen" een voorwaarde is voor een goed leven. In de Duitse hoofdstad gold dat slechts voor de helft van de mensen. Daarentegen beoordelen de Berlijners de werkloosheid en de armoede als negatief. ...


Red.:   Met die armoede, voornamelijk in de buitenwijken, zit de ware megapoolbewoner, de kosmopoliet, natuurlijk niet zo. Die gaat het alleen maar om het grote geld.
    Nu de versie van iemand die goed met woorden om kan gaan:


Uit: De Volkskrant, 22-11-2008, door Marjolijn Februari

Iemand moet in dat idee van een menselijke kudde hebben geloofd

Iedereen komt ergens vandaan. Behalve ik. Iedereen is ergens opgegroeid, in donkere wouden vol geheimzinnig lichtgevende vogels, onder rode broodbomen waaraan gele ananasvlinders groeien; al mijn vrienden hebben een Heimat aan vreemde kusten of op het Rokin. Alleen ik niet. Ik ben opgegroeid in een bouwput. Op een tekentafel.
    In de jaren zestig moet iemand op het lumineuze idee zijn gekomen dat je steden kunt maken met een liniaal. Een ijverige ambtenaar die Blokken van Bordewijk had gelezen en steden voor zich zag als blokkendozen, bloemperken als vierkanten, straten als lijnen. 'Men is begonnen de dorpen af te schaffen,'schrijft Bordewijk, 'men zal op den duur de steden willen afschaffen en de hele staatsbevolking willen onderbrengen in één stad als één stal.' Iemand moet in dat idee van een menselijke kudde hebben geloofd.
    Rond 1960 begon men dus het weiland aan de noordkant van Utrecht vol te bouwen met hoge flats; dat bouwen duurde een paar jaar, en rond 1970 was Overvecht klaar. Op 22 maart 2007 werd de wijk door de minister uitgeroepen tot 'Prachtwijk' . Waarom? Omdat het er zo lelijk is. Uit de Wijkenmonitor: 'Op de vraag wat er leuk is aan de wijk en buurt geven relatief veel Overvechters aan dat er niets leuk is aan de buurt (17 procent).' In de grootschalige wijk heerst op dit moment armoede en eenzaamheid; te veel mensen hebben geen werk en zijn afhankelijk van uitkeringen, er is overlast door criminaliteit en drugs, bewoners klagen in groten getale over vervuiling van de openbare ruimte en de omstandigheden zijn de laatste jaren eerder verslechterd dan verbeterd. Overvecht: in deze prachtwijk ben ik opgegroeid.
    Ben ik dan afkomstig uit een achterstandsmilieu? Neen, niet ik. Indertijd werd het flatgebouw waarin ik woonde vooral bevolkt door academici met jonge gezinnen. De mannen studeerden en werkten, en ze promoveerden en maakten carrière; de vrouwen beschouwden de onderdrukte positie van hun sekse en overwogen te gaan scheiden. Na verloop van tijd vertrokken ze allemaal, kochten een huis, kochten een ander huis, en als de kredietcrisis ze geen parten heeft gespeeld, hoeven we ons om die oud-Overvechters geen zorgen te maken.
Maar zelf heb ik aan mijn jeugd in Overvecht wel degelijk schade overgehouden. Vooral door de gruwelijke, gruwelijke, gruwelijke lelijkheid ervan. Jarenlang heb ik gedacht dat ik de verschrikkingen nooit meer te boven zou komen, dat mijn ziel voorgoed was beschadigd door de betonnen woestenij en mateloze onverschilligheid van Overvecht, door dat straatbeeld dat nergens de nieuwsgierigheid prikkelt, dat geen enkel appèl doet op gevoelens van verwondering en instemming en tederheid. Er waren twintig jaren lommerrijk dorpsleven voor nodig om te genezen, en nog steeds krimp ik ineen als ik op bezoek moet bij iemand in een nieuwbouwwijk.
    Deze week besloot ik weer eens terug te keren, omdat er een nieuwe minister is die Overvecht gaat redden - of slopen. Eerst las ik uitgebreid op het internet hoe het met de wijk gaat. Een wijkwethouder hield als enige de moed erin. 'Overvecht is eigenlijk de mooiste wijk van Utrecht,' beweerde ze blij. 'Heel groen, ruim, mooie huizen en veel winkels. De bewoners zijn fantastisch en goed georganiseerd: ze gaan voor hun wijk!' Een bladzijde verderop in de Wijkenmonitor stond het oordeel van de bewoners, die Overvecht helemaal niet als de mooiste wijk van Utrecht bleken te beschouwen. Hier was duidelijk nog een kloof te overbruggen.   ...
    Natuurlijk vielen de gevaren mee in Overvecht anno 2008. Het meest onthutsende was wel dat ik alles herkende: behalve de bevolkingssamenstelling bleek er niets veranderd. Mijn vrienden mogen dan de weg weten in romantische bossen en spannende binnensteden; ik kan met mijn ogen dicht de weg vinden in deze fascistoïde nachtmerrie van betonblokken en woonkazernes. Pas om de hoek van mijn oude basisschool deinsde ik terug: vroeger kwam ik daar al niet graag, maar nu kleefde daar de bami aan de gevels en leunden drugsdealers tegen de deurkozijnen. Op de school stond in grote letters geschreven: Welkom op deze vreedzame school.
    Er zijn nieuwe plannen met Overvecht, en die zijn vast verstandig. Ik las al knappe dingen over functionele diversiteit en leefstijlverbetering. Maar mag ik als ervaringsdeskundige iets suggereren? Zorg dat zo'n wijk zijn hartverscheurende lelijkheid verliest. Breng er spel heen, schoonheid, fragiliteit, voeding voor de ziel. Poets het betonrot weg, vervang die snelgroeiende fabrieksbomen door berken en beuken, haal het onkruid uit de zandbakken op de speelplaatsen. Haal het beton van de speelplaatsen. En dan: kies niet altijd de goedkoopste en hardvochtigste oplossing. Maak Overvecht van glas, bloemen, muziek en snelstromend water, en je zult zien.


Red.:   Geen woord aan toe te voegen.
    In het volgende stuk wordt, net als in de redactie artikel, gezicht naar het evenwicht tussen beide aspecten van de stad:
 

Uit: De Volkskrant, 11-04-2008, door Carien Overdijk

Hoeveel ontworteling we aankunnen

Verstedelijking, het thema van deze Maand van de Filosofie, is ook het thema van Welkom in Megapolis, een bundel prikkelende essays van de filosoof Jan-Hendrik Bakker.

Zeg niet: ik woon niet in de stad. Ook als u tussen de bomen slechts contouren van andere eengezinswoningen ontwaart, bent u adressant én hoofdpersoon van Welkom in Megapolis. De rijke essaybundel is een meervoudige beschouwing van ons westerse wonen.
    De geabstraheerde megastad van dit boek omvat nadrukkelijk ook de buitenwijk. Want wie de demografische stelling aanvaardt dat al meer dan zeventig procent van de Europeanen in de stad woont, moet ook inzien dat de meerderheid van deze ‘stedelingen’ huist in wat auteur Jan-Hendrik Bakker het tussenland noemt, de woonstraten en lanen tussen binnenstad en platteland in.
    De overpeinzingen van deze filosoof en literair journalist zijn actueel omdat Nederland zich snel ontwikkelt tot één grote buitenwijk. Elke ring met woonstraten wordt omsloten door een nieuwe, en ook wie zich nog plattelander waant, leeft allang suburbaan. We werken en winkelen in de periferie van andere bebouwde kommen, maken safari’s en stedentrips, ronden de wereld via televisie en internet. Maar waar zijn we thuis?   ...
    In zijn acht essays is Bakker nooit alleen. Hij loopt op met oude en nieuwe filosofen, laat literaire schrijvers gidsen en maakt uitstapjes naar film en internet. Met zijn vermogen zorgvuldig en toch direct te formuleren, maakt hij zelfs de ontoegankelijke Heidegger verstaanbaar.
   Tot wonen, zo parafraseert hij deze collega van twee generaties geleden, zijn alléén mensen in staat. Dieren wonen niet, die kruipen in holen om zich te beschermen. Wonen is bij Heidegger een betekenisvol en duurzaam verband aangaan met de natuurlijke én de culturele (mens, muze, god) omgeving.
    Tegenwoordig wordt dat Heideggeriaanse wonen wel als een achterhaald denkbeeld weggezet. Het is immers gebaseerd op het agrarische tijdperk, waarin mensen zich geborgen wisten in de kleine kring van familie en kerk, en verbonden met hun zelfgeproduceerde voedsel en de onvoorspelbare elementen.
  De auteur erkent dat Heidegger een provinciaal was, met argwaan jegens techniek en natuurlijk van vóór ons maatschappelijk pluriforme tijdperk. Hij relativeert de Heideggeriaanse kritiek op het moderne leven (ons voedsel verloochent zijn aardse herkomst, de tuin verwordt tot steenvlakte, neonlicht ontneemt ons de nacht, kantoortorens verdringen kathedralen). Want, zegt Bakker, de stedeling kreeg voor al die verliezen ook iets terug: individuele vrijheid en een vorm van openbaarheid die de cultuur stimuleert.
    Toch blijft Heideggers visie óók belangrijk, betoogt de auteur, in een meer overdrachtelijke zin. Antropologische studies wijzen uit dat mensen hun identiteit en zekerheid ontlenen aan een specifieke leefomgeving. Zelfs nomaden vinden geborgenheid in hun groep en in een vaste opstelling van hun schaarse, maar unieke bezittingen.
    En zo gluurt Heidegger, via Bakker, meewarig het suburbane rijtjeshuis binnen. Waar de stadse openbaarheid gering is en de monotonie groot. En waar iedereen volgens de statistieken na hooguit tien jaar weer vertrekt, om in een vergelijkbare buitenwijk elders te belanden, tussen vreemden.
    Forenzend suburbia maakt bovendien deel uit van een wereldwijde paradox, stelt Bakker. ‘Mensen die rijk zijn geworden dankzij het dynamische en kansrijke milieu van de stad (…) gaan nu aan de randen wonen. In de Derde Wereld liggen aan diezelfde randen de krottenwijken waar de armen wachten tot zij zich ín de stad kunnen vestigen.’
    Niet minder kritisch beziet Bakker de rijke, centrum minnende kosmopolieten, wier levensstijl ‘een duurzame ontwikkeling van de persoonlijkheid ondergraaft’. Hun eclectische consumentisme in nóg lossere sociale verbanden past bij het neoliberale marktdenken, waarin flexibiliteit voorop staat.
    Bakker citeert zijn befaamde Duitse tijd- en vakgenoot Sloterdijk (‘kosmopolitisme is het provincialisme van de verwenden’) en wijst erop dat ‘de nieuwe internationale urbanisatie van binnensteden’ een vloed aan slecht betaalde, onzekere baantjes oplevert in horeca, vervoer en verzorging. ‘De gevolgen zijn soms absurd. Vrouwen moeten hun eigen kinderen achterlaten om (…) in een rijker deel van de wereld te passen op de kinderen van anderen.’   ...
    Ook Bakker ziet – in navolging van sociologen en stedenbouwkundigen – de culturele centrumfunctie van steden uiteenvallen door de ‘centrifugale dynamiek’ van de buitenwijken, die in de VS trouwens al veel verder is. ‘Eindigt de stedelijke beschaving in de vormloosheid van mondiale sprawl (…) met daarin de oude steden als relicten uit een andere tijd?’
    De vraag is suggestief, maar niet retorisch. De auteur is er zelf niet uit, hij balanceert op lange ‘enerzijds, anderzijds’-lijnen. De aanhoudende dialectiek irriteert soms, maar verleidt ook tot stellingname. Bijvoorbeeld over de verdiensten van het stadsleven. Want terwijl de klassieke agrariër vredig ‘gevangen zit’ in de vastigheid, leeft de ontwortelde stadsmens bewuster, veelzijdiger, gelaagder, zo erkent Bakker. Zonder de steden was elke materiële en wetenschappelijke vooruitgang onmogelijk geweest.   ...
    Soms blijft het – de filosofie eigen –- bij een vraag. Hoeveel ontworteling kan een mens aan? ...
 

Red.:   Hong Kong is een bekend voorbeeld van de metropoolstad:


Uit: CNN.com, 01-08-2009, door Pauline Chiou

Hong Kong youth caught in wave of ketamine addiction

Police: Ketamine is the top drug of choice among young people in Hong Kong | Drug use among those under 21 has jumped 57 percent in the last four years | Police stepping up crackdowns, say parks and public toilets hot spots for drug use | Hong Kong has one drug rehab center for youth, located on a remote former pig farm

A 16-year-old Hong Kong boy makes two phone calls for delivery: one for pizza, the other for the drug ketamine. Two teenage girls are found semi-conscious in a car park in the southern Chinese enclave after overdosing on ketamine. A 13-year-old boy joins a gang and is given free ketamine.
    These are anecdotes told to CNN by police, a family doctor and the former gang member. Ketamine has become the top drug of choice among young people as the number of people under 21 taking drugs has surged 57 percent in the last four years in Hong Kong, said Commissioner for Narcotics, Sally Wong.
     "We started off with a very small number of young people taking drugs. We are now more worried about the trend," Wong said. "We don't want a runaway trend, that's why we are stepping up action."
    Ketamine, an animal tranquilizer, puts youth in a dazed stupor for about two hours.
    An oversupply of the drug in Hong Kong and the fact that it is cheaper than other narcotics makes ketamine popular with young people, said Superintendent Wilson Fok of the Hong Kong Police Narcotics Bureau.   ...
    Police have recently stepped up their efforts to crack down on drug use at clubs and bars in Hong Kong and Shenzhen, a city in mainland China just across the border. Nearly 120 alleged drug users from Hong Kong, mostly under the age of 30, were arrested at entertainment venues in Shenzhen in July and held for 15 days in sweeps that made headlines for days here, according to the South China Morning Post.
    However, narcotics police have detected a trend away from entertainment venues.
    "Forty percent of young people abuse drugs in public toilets and playgrounds. That's what our recent data from last year shows," Fok said. "They want to find some other places to take drugs."
    The problem has gotten so bad that authorities have decided to do something never done here before: random school drug tests.
    Beginning in September, some two dozen schools will conduct tests. Officials say the drug screening will most likely be in the form of urine tests, though they are still working out the details. Ketamine can be detected in urine for at least three days.
    Alman Chan, principal of Hong Kong's only drug rehab center for youth, the privately-run Christian Zheng Sheng School, said it was clear more young people were taking drugs.
    "Just look at our school development. I was here 14 years ago. At that time, I was the only teacher. I had 18 kids. I only had one student who was 15," he said. "But now, I have one third -- about 40 of them -- who are 15 years old or younger. That shows you the number of students getting into drugs is bigger and also getting younger and younger."
    There were a few reasons why children were getting involved with drugs, such as troubled homes and difficulties at school, he said.
    "People are more concerned about material things and they are getting lost," he added.
    Hong Kong Police have arrested kids as young as age 10 for serious drug offenses.
    Police said last week they had busted a network that allegedly recruited teenagers to sell illegal drugs, and one of those arrested -- a 14-year-old school dropout -- was found with 28 grams of ketamine, according to the South China Morning Post.
    Dr. Cheng Chi Man, a family practice doctor, runs a seminar that trains doctors to detect the signs of drug abuse in young patients: drowsiness, skin problems, frequent urination (ketamine can affect bladder function) and frequent sick leave.
    "When we were 10 years old, we were still in primary school watching TV and eating candy. But they are now taking drugs."    ...


Red.:    Een trend die al voorspeld is:

Van: booktrader.nl.

Boekgegevens: Een man die dubbel deed

Titel: Een man die dubbel deed
Auteur: Leonard John Daventry


In 2090 is het leven gevaarlijk. De mensheid, voor een deel telepathisch, woont in een klein aantal supersteden. Er heerst moord en doodslag onder de jeugd voor wie het leven te makkelijk en te tam is. ...


Red.:   Het toppunt:


Uit: DePers.nl, 22-12-2009.

New Yorkers zijn ongelukkigste Amerikanen

Inwoners van New York zijn de ongelukkigste Amerikanen. Dat blijkt uit een studie door wetenschappers uit de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, meldde de krant The New York Times dinsdag.
    De onderzoekers hebben op basis van allerlei data - zoals gezondheid, kosten voor levensonderhoud en persoonlijk geluk - een lijst met gelukkigste Amerikaanse staten opgesteld. New York, met daarin New York City, de grootste Amerikaanse stad en wereldwijd fameuze metropool, bungelt onderaan.   ...


Red.:   Natuurlijk wordt dat meteen ontkent:

  De krant zet echter met een knipoog vraagtekens bij de 'tevredenheid' elders. ,,Wordt tevredenheid niet overschat? Is ontevredenheid niet vaak de katalysator voor creativiteit''. Ook wordt een citaat uit de filmklassieker The Third Man uit 1949 aangehaald: ,,In Zwiterland kennen ze broederlijke liefde. Ze kennen meer dan vijfhonderd jaar democratie en vrede. En wat hebben ze geproduceerd? De koekoeksklok!''.

Waarop de filosoof natuurlijk vraagt: maar wat heeft New York dan opgebracht? Oh ja: de kredietcrisis!
    Een zeker teken hiervan:


Uit: De Volkskrant, 21-07-2010, van verslaggeefster Dorinde Meuzelaar

In de grotere steden blijft de collectebus steeds leger

Tussentitel: Urk geeft per huishouden 52,64, Amsterdam 0,59

Bij collectes voor goede doelen wordt in steden minder geld opgehaald dan in dorpen. Dat blijkt uit een onderzoek op basis van de jaarlijkse collecte van Jantje Beton.
    Uit de onderzoeksgegevens blijkt dat in de 21 grootste steden 21,5 procent van het totale collectebedrag word opgehaald. In 899 kleinere plaatsen wordt liefst 78,5 procent van het bedrag binnengehaald. In de steden geeft eenderde van de huishoudens, in de kleinere plaatsen doet tweederde van de huishoudens mee.
    Volgens een woordvoerder van Jantje Beton is het bedrag dat jaarlijks door middel van de collecte wordt opgehaald sinds 2007 gedaald. In dat jaar werd er nog 1.781.848 euro ingezameld, in 2009 was dat afgenomen tot 1.640.207 euro, terwijl het aantal collectanten stabiel blijft. ‘De daling is niet nieuw, maar baart ons wel zorgen. De pot wordt steeds leger’.
...
    De stichting gaat de komende tijd analyseren waardoor het verschil tussen dorpen en steden wordt veroorzaakt. ...
    Volgens het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) is Jantje Beton niet het enige goede doel dat in steden minder ophaalt aan de deur. ‘Als je kijkt naar de top-vijftig van plaatsen waar per huishouden het meest wordt opgehaald, zie je daar alleen dorpen in terug. Steden scoren veel lager'. De gulste gemeente in 2008 is Urk, waar per huishouden 52,64 euro werd uitgegeven. Een schril contrast met Amsterdam, waar de donaties per huishouden dat jaar bleven steken op een schamele 59 cent.   ...


Red.:   Het is gewoon een verschil in mentaliteit.
    Zich ook uitende in onderling gedrag:


De Volkskrant, 14-10-2010, ingezonden brief van N. de Kler (Bierum)

Modelburger

Vanaf het rustige platteland van Groningen geef ik u een heel ander kijkje op de verruwing van omgangsvormen waarover Ronald Giphart woensdagochtend in zijn column schreef.
    Mijn zoontje van bijna 8 heeft de gewoonte ontwikkeld om iedereen die hij tegenkomt op de fiets hoi, moi of zelfs voluit goedemorgen toe te wensen. In de zeldzame gevallen dat de aangesprokene niet van zins blijkt die vrolijke groet te beantwoorden, wil hij wel eens uit zijn slof schieten. Het woord kankerwijf wordt daarbij niet gebezigd. Het blijft bij een gemompeld ‘zeg, wat onbeleefd!'
    Modelburger? Welnee, niet in de stad opgegroeid.


Red.:   Hier is een deel van de oorspronkelijke column:


Uit: De Volkskrant, 13-10-2010, column door Ronald Giphart

Ik weet wie u bent

Tussentitel: De lichtgeraaktheid van zelfreflexieve stedelingen

Aanvankelijk had ik als titel ‘kankerwijf’, maar voor mijn dochter heb ik dat toch aangepast (zij is als 10-jarige bezig met een kruistocht tegen krachttermen en verwensingen die naar ziekten verwijzen). Toch was het woord aanleiding voor deze column. Het volgende gebeurde ergens vorige week in Utrecht-Oost, maar het had net zo goed in een andere stad, in een andere wijk kunnen plaatsvinden.
    De avond ervoor had ik toevallig gelezen in het boek Wat een hufter! van de Nijmeegse socioloog Bas van Stokkom, over de lichtgeraaktheid en de maatschappelijke verruwing. Ik las dat veruit de grootste categorie van ergerlijke gedragingen ‘het agressieve verplaatsingsgedrag van respectabele burgers’ betreft. Met name ‘zelfreflexieve stedelingen’ zijn uitermate prikkelbaar en willen nogal eens overreageren wanneer hun ‘gezamenlijke wereld’ wordt aangetast.   ...


Red.:   Waarop een uitgebreide beschrijving volgt van hoe de roep van "Kankerwijf!" tot zijn daad kwam - en dat als neutraal verwijt al volkomen ten onrechte was. Maar interessant is ook de omschrijving van de dader:

  Nu wil het toeval dat ik deze man ken, vanuit de lokale politiek, jaren geleden. De man is gemeenteambtenaar, ik weet bij welke Dienst hij werkt en met welke linkse partij hij sympathiseert. En hij lijkt me een Volkskrant-lezer.
    Ik hoop dat u dit leest, ambtenaar. U kunt zich dagelijks, betaald door de belastingbetaler, bezighouden met het ‘implementeren van beleid’, alleen wie op straat moeders uitscheldt voor ‘kankerwijf’, is niet degene die de problemen van de samenleving moet oplossen, maar zelf het probleem. ...

Het soort ambtenaar dat diezelfde stad verkankert met zijn grootschalige en mensonvriendelijke projecten uitleg of detail .
    Het gezonde verstand, dat in dit geval kijkt naar voorliggende centennia en eonen, krijgt weer eens gelijk:


Uit: De Volkskrant, 23-06-2011, van verslaggever Maarten Keulemans

Stadsmens heeft gestresst brein

Stadsmensen hebben echt andere hersenen dan plattelandsbewoners. Hun emotiecircuits staan scherper afgesteld. Dat verklaart mogelijk waarom inwoners van de stad zoveel vaker last hebben van schizofrenie, angststoornissen en depressies.
    Dat schrijven Duitse onderzoekers in het vakblad Nature. De wetenschappers bekeken de hersenscans van tientallen vrijwilligers die een stressvolle rekenopdracht deden.
    De emotiegebieden van stedelingen bleken daarop heftiger te reageren dan die van plattelandsmensen. Hoe langer een proefpersoon in de stad had gewoond en hoe groter de stad waarin hij woonde, des te sterker het effect.
    Dat stedelingen meer risico lopen op geestesziekten, was al bekend: zo hebben stadsmensen een tweemaal zo grote kans op schizofrenie en ruim 20 procent meer kans op angststoornissen. Onduidelijk was echter hoe dat komt.
    Maar, zo schrijven de Duitsers in Nature, de gedachte is ‘interessant’ dat het door de vele inwoners van een stad komt. Stadsbewoners zouden daardoor gestresst raken, bijvoorbeeld doordat ze ontheemd raken of juist bekneld in lastige spelletjes tussen groepen mensen. Met als gevolg de gestresste hersenstructuren die de Duitse wetenschappers op de hersenscans zagen. ‘Deze zelfde patronen zijn intrigerend genoeg al eerder in verband gebracht met een verhoogde aanleg voor psychiatrische aandoeningen’, aldus emotiedeskundige Ralph Adams in een begeleidend commentaar.   ...


Red.:   Wonend in appartemententoren Boschlust. Gaand met de auto naar slechte geventileerde kantoor"tuin" in wolkenkrabber. Schizofreen en overspannen. Daarom rokend, drinkend, en aan de drugs ten einde die kwalen te verdoven. De stadsmens.
 

Naar Stedenbouw, megapolen , Rijnlandmodel, kleinschaligheid  , Inrichting, lijst , Rijnlands beleid, lijst , Rijnlandmodel overzicht , of site home .