Bronnen bij Management: het enorme overschot

7 mei 2006

Iedereen die in een wat grotere organisatie werkt, weet dat er in Nederland een groot overschot aan managers en chefs is. Een zaak die niet alleen zeer veel geld kost, maar ook zeer veel productiviteit. Want managers die niet voldoende werk hebben aan de gewone ondersteuning van productieven, gaan dingen verzinnen, en vrijwel altijd betekent dat een last voor die productieven. Dit dan nog los van hun demotiverende invloed op de overige personeelsleden, die mensen zien rondlopen die veel te veel geld krijgen voor veel te weinig, onnut of zelfs contraproductief werk. Al deze zaken worden al onthuld in het eerste artikel, dat gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. De overige bronnen zijn voornamelijk bevestigingen uit de praktijk:


Uit: De Volkskrant, 27-10-2006, door Toine Al

Meer groei? Stuur de manager weg!

Het aantal managers is de laatste decennia fors gestegen terwijl de productiviteits-groei al jaren tegenvalt. Econoom Alfred Kleinknecht ziet een verband. Het teveel aan managers verpest volgens hem de sfeer op de werkvloer. Maar hoe wordt dat in bedrijven ervaren?


Tussentitel: ‘Wie beschermd is tegen ontslag, loopt de kantjes ervan af’

‘Mijn ervaring is altijd geweest: hoe meer managers, des te minder vertrouwen er heerst op de werkvloer’, zegt Hein Knaapen, directeur human resources KPN. ‘Meer bemoeizucht is altijd slecht voor de organisatie. Die wordt er complexer door en minder effectief. Om die reden heb ik bij Unilever Nederland, bij de laatste grote reorganisatie in 2005, flink gesneden in de managementlaag van de kantoororganisatie. Je ziet dat de betrokkenheid van medewerkers omhoog gaan als je het aantal managers verkleint. De overgebleven managers moeten daarvoor wel begeleiding krijgen en extra opleiding.’
    Bedrijven zuchten onder een overschot aan managers, vindt ook Alfred Kleinknecht, innovatie-econoom aan de TU Delft. ‘De statistieken tonen aan dat de managementbureaucratie de laatste dertig jaar aan het uitdijen is en in Nederland zelfs is verdrievoudigd.’ Volgens Kleinknecht is er een direct verband tussen het aantal managers en de innovatie in een organisatie. In het algemeen geldt volgens hem: hoe meer managers hoe minder vernieuwing en groei.
    Tot nu toe richtte de kritiek op de manager zich met name op zijn – volgens sommigen – exorbitant hoge salaris en zijn optreden in de publieke sector. Zijn rendementseisen zouden ten koste gaan van het werkplezier en de geleverde kwaliteit, met name in de zorg en het onderwijs. Ook de voldoening in het werk en de traditionele beroepseer zouden daardoor aan het afbrokkelen zijn.
    ‘De manager is absoluut nodig, maar een optimale verhouding tussen medewerker en manager ook’, zegt Kleinknecht. ‘En die werkt op basis van vertrouwen. Door het verminderen van onder meer de ontslagbescherming en het vergroten van de salarisverschillen verpest je dat vertrouwen. Dat leidt tot minder gemotiveerde medewerkers en dat remt de productiviteitsgroei.’
    Kleinknechts kritiek richt zich op alle managers, ook die in het bedrijfsleven: ‘Er is nog wel productiviteitsgroei, maar minder dan in vergelijkbare economieën waar een betere ontslagbescherming is en minder gebruik wordt gemaakt van korte, tijdelijke dienstverbanden. In Italië bijvoorbeeld is onder Berlusconi de arbeidsmarkt flexibeler geworden. Meer Italianen raakten daardoor aan het werk, maar de productiviteitsgroei nam af. Men moet zich realiseren dat flexibilisering van de arbeidsmarkt een keerzijde heeft.’   ...
    De prestaties van de medewerker zijn sterk afhankelijk van de mogelijkheden bij het bedrijf, blijkt ook uit onderzoek van Hewitt Associates, een internationaal adviesbureau voor human resources. Maar het gedrag van de manager is daarbij belangrijk, zegt Jacco Vrijland, adviseur bij de Nederlandse vestiging van Hewitt: ‘Met name de manager bepaalt de betrokkenheid van de medewerker. En hoe groter die is, des te hoger het rendement van de onderneming.’
    Tot voor kort werd alleen naar de tevredenheid van medewerkers gekeken. Maar de laatste jaren is het inzicht ontstaan dat juist betrokkenheid de prestaties van de organisatie als geheel verhoogt. Recent onderzoek door het Britse Institute of Leadership and Management bevestigt dat. Daarin komt naar voren dat van de jongeren die goed worden geleid, zo’n 40 procent binnen vijf jaar zelf leidinggevende wil zijn. Daarnaast is er een groep die absoluut geen leidinggevende wil worden, maar die is onder slecht geleide jongeren twee keer zo groot.
    Het lijkt erop neer te komen dat het voor medewerkers vooral draait om toekomstperspectief, in combinatie met een goede manager die daarbij een positieve rol speelt. Ontbreekt een van beide dan neemt de betrokkenheid af.   ...


Tussenstekken:
Soepel ontslag: meer managers

Kleinknecht, Storm en Naastepad vergeleken 19 OESO-landen. De economen van de faculteit Techniek, Bestuur en Management van de TU Delft zagen dat het aantal managers overal toenam. Nederland spant echter de kroon. Hier groeide het percentage managers tussen 1971 en 1998 van 2 tot 6 procent. Zweden (van 2,1 naar 2,6 procent) en Duitsland (van 2,6 naar 3,9) bleven daarbij achter. In de Angelsaksische landen liggen de percentages wel nog steeds hoger. In de VS bijvoorbeeld verdubbelde het aantal managers van 6,6 naar 13 procent.
    Volgens Kleinknecht heeft die groei te maken met de wijze waarop de OESO-landen hun arbeidsmarkt reguleren. Zijn berekeningen laten een verrassend verband zien. Een flexibele arbeidsmarkt en een soepel ontslagrecht blijken gepaard te gaan met meer managers. Ook het omgekeerde is het geval. Een starre arbeidsmarkt, weinig tijdelijke arbeidscontracten en veel ontslagbescherming gaan samen met minder managers.
    En dat is nog niet alles. Een hoger percentage managers blijkt bovendien gepaard te gaan met een afnemende groei van de arbeidsproductiviteit en technologische vooruitgang.
    Hoe komt dat? Volgens Kleinknecht omdat een soepel ontslagrecht en korte dienstverbanden het klimaat op de werkvloer negatief beïnvloeden. Als medewerkers makkelijker ontslagen kunnen worden en korter in dienst zijn, zijn er meer managers nodig om de medewerkers te motiveren en te controleren, zegt Kleinknecht. En: hoe meer managers, des te groter worden de salarisverschillen. De onderzoeker verwijst hiervoor naar onderzoek en bestaande bedrijfsgegevens.
    Uit onderzoek blijkt dat minder baanzekerheid, meer loonongelijkheid en meer controle tot demotivatie van de medewerker leiden. Deze zal minder geneigd zijn om zijn kennis, ervaring en vaardigheden in te zetten voor de organisatie. Dat vertaalt zich in lagere groeicijfers. Lagere betrokkenheid dwingt de organisatie op haar beurt tot het inzetten van meer managers om de medewerkers in het gareel te houden, aldus Kleinknecht.


Red.:   Uit dit grote artikel zijn een aanzienlijk aantal reacties van managers van grote(re) bedrijven geschrapt, die voornamelijk bestonden uit ontkenningen van de gevonden trends.   
    Nu de voorbeelden uit de praktijk die het onderzoek bevestigen:
 

Uit: De Volkskrant, 21-03-2005, door Gijs Herderscheê

UWV blijft zitten in de hoek waar de klappen vallen

Tussentitel: Bij het UWV geeft een op de vier werknemers leiding
...
    Ook de reorganisatie stokte. Nog steeds is niet volledig duidelijk hoeveel mensen precies bij het UWV werken, hoe hun contracten eruit zien en wie wat doet. Nog steeds worden 'speciale projecten' gestopt waarvan stilzwijgend al jaren duidelijk was dat die tot niets leidden. In enkele gevallen waren voor de projecten dure, externe specialisten ingehuurd.
    Joustra liet al uitrekenen dat een kwart van de medewerkers leidinggevend was. Dat betekent dat elke vierde werknemer aan drie collega's leiding geeft - een gevolg van de reeks dubbelfuncties die na de fusie ontstonden. ...


Red.:   Eén op vier is natuurlijk al volkomen dwaas. Maar het kan nog gekker:


Uit: De Volkskrant, 17-06-2005, van verslaggeefster Wil Thijssen

'Een noodzakelijk, maar pijnlijk proces'

Bij GTI moeten duizend banen weg. Waar de vakbond in het verleden eiste dat er niet werd gesaneerd, verwijt die het bedrijf uit Bunnik nu gebrek aan visie. `Het is allemaal de schuld van de directie.'
...
    De kiem voor de overcapaciteit ligt in de overname van GTI door de Belgische branchegenoot Fabricom in 2001. Daarmee vloog de omzet omhoog, van 900 miljoen euro naar bijna een miljard. Maar ook het aantal werknemers groeide aanzienlijk. De (toen nog) achtduizend GTI-werknemers verwelkomden 2500 collega's van Fabricom, nadat de vakbonden hadden bedongen dat er geen banen verloren mochten gaan.
    Daarmee werd de verhouding tussen witte boorden en overalls bij GTI zo'n beetje één op één, waar die in deze sector normaliter één op drie of vier is. En naast elke monteur zat wel iemand met een ondersteunende functie.
    Een 'sociale werkplaats' werd het installatiebedrijf gekscherend genoemd. En, door zowel de directie als door FNV'er Szablewski: 'Een kind met een waterhoofd.'
    In plaats van de gedroomde Europese concurrentiepositie waar GTI met Fabricom op hoopte, verdween het Nederlandse installatiebedrijf alras in de anonimiteit. Topman Jan Westerhoud, ex-bestuurder van het failliete softwarebedrijf Baan, had een uitgesproken hekel aan koerswijzigingen en beleggingsanalisten en haalde GTI van de beurs. De grotere vrijheid die hij zich daarmee verschafte, leidde er echter niet toe dat radicaal werd ingegrepen in het royale personeelsbestand, op enkele kleine saneringen na. ...
    Deze week werd bekend dat er duizend mensen moeten verdwijnen. De directie erkent dat er in het verleden grote fouten zijn gemaakt. Edo van den Assem, de huidige directievoorzitter, spreekt van 'een noodzakelijk, maar heel erg pijnlijk proces'.


Red.:   Een voorbeeld van totale waanzin: op iedere productieve werknemer een witte-boordenman. Dit is de reëel bestaande vorm van het apocriefe Wettrudern .
    Een ander essentieel punt punt dat door dit voorbeeld mede geïllustreerd wordt, is dat witte-boorden ontslagen met grote tegenzin gedaan worden, in contrast met het relatief grote gemak waarmee blauwe boorden worden ontslagen. Het archetypische voorbeeld hiervan is vliegtuigfabrikant Fokker, die, ten einde te overleven, een aanzienlijk deel van zijn staf op het Amsterdamse hoofdkantoor zou moeten ontslaan. Het resultaat is bekend: men deed het niet en ging failliet. De productiebedrijven werden voor een groot deel overgenomen, omdat deze wel rendabel waren. Fokker had als productiebedrijf met een kleinere top nog steeds bestaan. 
    De oorzaak van dit proces is natuurlijk heel simpel: het oude psychologische proces dat het hemd nader is dan de rok: managers ontslaan geen managers:
 

Uit: De Volkskrant, 27-04-2006, van verslaggeefster Carlijne Vos

'Te veel managers in organisaties'

Werknemers storen zich aan het toenemend aantal managers op de werkvloer. Hoe meer regels, prestatie-afspraken en protocollen, hoe minder plezier in het werk. De organisatie van het werk, wordt er vaak niet efficiënter op, meent de meerderheid van de werknemers.


De frustratie over de opmars van de manager komt naar voren in een enquête onder ruim duizend werknemers in de zorg en het onderwijs.
    Het onderzoek, in opdracht van de NCRV, uitgevoerd door bureau ITS. Van de ruim duizend geënquêteerde werknemers vindt 85,4 procent dat de hoeveelheid resultaatgerichte afspraken en protocollen de laatste jaren is toegenomen. Van de ondervraagden vindt 63,7 procent dat het werkplezier hierdoor is afgenomen. Van de respondenten in het onderwijs zegt 70,2 procent dat de organisatie er niet efficiënter op is geworden. In de zorg ziet 44,7 procent van de werknemers geen verbetering. De grootste frustratie vormt het toegenomen papierwerk, dat ten koste gaat van de uitoefening van de professie.
    ... Van de ondervraagden denkt 40 procent dat de manager onvoldoende op de hoogte is van de inhoud van het werk, 14,8 procent denkt zelfs dat de leidinggevende 'geen flauw benul heeft'.


Red.:   En in de zorg:


Uit: Volkskrant.nl, 03-04-2006, ANP

Grotere stijging managers dan medici in ziekenhuizen

Het aantal managers en boekhouders in ziekenhuizen is de laatste jaren sterker gestegen dan het aantal medici. Tussen 1997 en 2004 nam de overhead met bijna eenderde toe, tweemaal zoveel als de toename van het aantal artsen, verplegers en verzorgers.


Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag publiceerde. Het aantal mensen met een bureaubaan binnen de algemene ziekenhuizen steeg van 15 naar 17 procent, ondanks de fusies die hebben plaatsgevonden.
    De ziekenhuizen voeren als verklaring aan dat ze meer papierwerk hebben te verstouwen sinds ze meer verantwoording aan de overheid moeten afleggen.
    In totaal werkten er in 2004 125.000 mensen in algemene ziekenhuizen, 14 procent meer dan zeven jaar eerder. Er mogen dan meer bureaumensen en medici in de ziekenhuizen zijn komen werken, de facilitaire diensten krompen juist in.   ...
    In de academische ziekenhuizen werken nog meer managers en administratieve medewerkers dan in algemene ziekenhuizen: 23 tegenover 17 procent. In de verpleeghuizen (7 procent) en instellingen voor gehandicapten (8 procent) ligt de overhead veel lager.  ...


Uit: De Volkskrant, 27-02-2006, door Marijke Malsch

Toezicht gehandicaptenzorg schiet tekort

De vermaatschappelijking van de zorg voor verstandelijk gehandicapten is volgens Marijke Malsch danig uit de hand gelopen.


'Dennendalbezetters waren tijd ver vooruit', kopte de Volkskrant van 17 februari. De sluiting van Dennendal lijkt naar tevredenheid te verlopen. Maar in andere instellingen voor verstandelijk gehandicapten leidt het nieuwe beleid tot dramatische gevolgen voor bewoners en personeel. De 'vermaatschappelijking van de zorg' is grotendeels mislukt. De nieuwe plannen zijn niet gebaseerd op wensen en behoeften van bewoners. Er gebeurt een toenemend aantal ongelukken en de bewoners krijgen niet de zorg die zij nodig hebben. ...
    Een andere landelijke trend is de schaalvergroting en het groeiend aantal managers. De gehandicaptenzorg ontkomt daar ook niet aan. De meeste managers komen nooit op de afdelingen. Zij weten niet wat daar speelt. ...


Uit: De Volkskrant, 12-09-2007, ingezonden brief van Marianne Pouwels (Utrecht)

Bejaardenzorg is business

Wat is er mis met de zorg van Aveant, de grootste aanbieder van zorg in Utrecht? In zorgcentrum Hart van Lombok in Utrecht is de dagelijkse situatie voor bejaarden op de gesloten afdelingen gewoon schrijnend. ...  Ik ben verzorgster voeding en zie dat bewoners veel te kort komen. ... Al meer dan vijf jaar hebben we een tekort aan goed opgeleid vast personeel in de verpleging, voeding en begeleiding. Volgens de raad van bestuur en de directie is het de schuld van de politiek. Ik denk er anders over. Als ik in het personeelsblad van Aveant lees over frontoffice, interim managers, personal coaches, pilots, die zijn niet allemaal gratis. De Aveantbejaarden hebben er weinig aan. Geld voor zorg moet resulteren in goede zorg en een zinnige dagbesteding voor bejaarden. ...


Uit: De Volkskrant, 31-05-2008, door Karolien Knols

Fleur Agema

Ze is 549 dagen Kamerlid voor de PVV. Tot nu toe werden alle moties van Fleur Agema (31) verworpen. ‘Wat niet wil zeggen dat iedereen het altijd met me oneens is.’

...   Ze bedacht een plannetje. ‘Met cijfers van het CBS heb ik berekend dat als eenderde van het management in de zorg eruit wordt gegooid – niet bot; we laten ze met behoud van salaris weer uitvoerende taken vervullen – we tienduizend medewerkers in de zorg erbij krijgen. En dan is er ook nog geld over om iedereen 1.000 euro per jaar erbij te geven.’ ...
 

Uit: De Volkskrant, 14-06-2008, van verslaggevers Aimée Kiene en Merijn Rengers

Door alle vereenvoudigingen is de jeugdzorg alleen maar duurder en ingewikkelder geworden, zeggen de architecten van Bureau Jeugdzorg
 
In de jeugdzorg is de bureaucratie geëxplodeerd

Rouvoets Centra voor Jeugd en Gezin ‘vergroten de problemen in de jeugdzorg’ | Dijsselbloem ziet gelijkenis met onderwijsvernieuwingen


Als eind mei in het Golden Tulip-hotel in Loosdrecht de directeuren uit de jeugdzorg bij elkaar komen, is PvdA-Kamerlid Jeroen Dijsselbloem eregast.
    Dijsselbloem maakte begin dit jaar met zijn parlementaire commissie gehakt van de vele vernieuwingen in het onderwijs. En, zo betoogt hij tijdens de bijeenkomst: de overeenkomsten met de jeugdzorg zijn groot. Ook in de hulp aan jongeren zijn onder politieke druk aan de lopende band nieuwe stelsels ingevoerd. Maar hadden de kinderen in de knel daar baat bij?
    Dus mag Jan-Dirk Sprokkereef (directeur van Bureau Jeugdzorg Friesland) op vrijdagmiddag in Loosdrecht vragen afvuren op de architecten van de cruciale stelselwijziging van halverwege de jaren negentig: het Bureau Jeugdzorg. Onder hen: Adri van Montfoort (lector jeugdbeleid), Gerard Gruppen (oud-voorzitter van de werkgeversvereniging in de jeugdzorg) en Peter Lankhorst (GroenLinks-politicus, voorzitter van het landelijke cliëntenforum).
    In 1994 zaten de eerste twee met onder andere Micha de Winter (hoogleraar pedagogiek) in de commissie ‘Plaatsmaken in de jeugdzorg’, onder leiding van staatssecretaris Ter Veld van Volksgezondheid. Zij moesten een manier bedenken om de ‘versnippering en verkokering’ in de jeugdzorg tegen te gaan.   ...
    Veertien jaar geleden werden ze bedacht, de Bureaus Jeugdzorg. De publieke opinie over hun functioneren is niet bepaald positief. Ze kleunden mis bij een aantal breed uitgemeten incidenten met ontspoorde gezinnen (Savanna, Maasmeisje) en worden geassocieerd met lange wachtlijsten.
    De directeuren van de jeugdzorginstellingen zijn tijdens de nagespeelde parlementaire enquête in Loosdrecht kritisch. Jan Dirk Sprokkereef: ‘We hebben teruggekeken naar de ontstaansgeschiedenis. Hadden we krachtiger op moeten staan tegen veranderingen die geen verbeteringen waren?’
    Dat had inderdaad gemoeten, zegt Adri van Montfoort, een van de bedenkers. ‘Vanuit de politiek, vanuit het ministerie van Financiën, maar ook vanuit de Bureaus is er heel veel regelgeving ingeslopen. Het eindresultaat is dat er steeds meer gecontroleerd en geadministreerd wordt, terwijl de hulpverlening op de achtergrond is geraakt.’
    Ook Micha de Winter is hard in zijn oordeel: de Bureaus Jeugdzorg zijn nooit geworden wat de commissie-Ter Veld ermee beoogde. ‘Ik weet nog dat ik op een warme dag in een vergaderzaaltje stond uit te leggen wat ik voor ogen had. Een soort voorportaal voor de rest van de hulpverlenende voorzieningen, een huisartsachtige formule. Hoe moet zoiets dan heten, vroegen ze me. Ach, noem het even Bureau Jeugdzorg, zei ik toen. Die naam is gebleven.’
    Maar De Winter zag ‘zijn’ Bureau Jeugdzorg verworden tot een ‘gigantisch bouwwerk’. Alle instellingen werden er in verenigd, zegt hij: ‘Het JAC (Jongeren Advies Centrum), de reclassering, de jeugdbescherming, de bureaus voor gezinsvraagstukken. Het werd een enorme moloch, die niets te maken had met persoonlijk contact.’   ...
    Peter Lankhorst mist in de hele discussie de mening van diegenen waar het allemaal om gaat: de ouders en de kinderen die hulp nodig hebben. ‘Luister naar wat zij willen, voordat je nieuwe gebouwen gaat neerzetten. Of de jeugdzorg aanslaat zit niet in de methodiek of in de structuur, het gaat om de samenwerking tussen hulpverlener en cliënt. Het gaat erom dat die elkaar vertrouwen. Dat heeft niets met systemen te maken.’


Red.:   Beide aspecten komen hier bij elkaar: beleidsmakers van nog hoger hand die managerslagen invoeren om het proces te sturen, waardoor het inhoudelijke werk nog moeilijker en slechter wordt. Let vooral op de figuur, die gelezen moet worden van boven naar onder: er komen steeds meer lagen en het wordt steeds ingewikkelder - het zou een illustratie bij het baanbrekende boek Parkinson's Law (1958) van C. Northcote Parkinson kunnen zijn (in de oorspronkelijke betekenis van wet nu bekend als Parkinson's law uitleg of detail ).
   En dat heeft natuurlijk ook nog heel ordinair gevolg:


Uit: De Volkskrant, 18-06-2008, van verslaggevers Aimée Kiene en Merijn Rengers

Afkoopsommen en interrimmers souperen flink deel op van budget voor hulpverlening in Amsterdam

Managers kosten Jeugdzorg tonnen

Het Bureau Jeugdzorg Amsterdam heeft de afgelopen jaren 825 duizend euro uitbetaald aan afkoopsommen van managers die weg moesten. Eén manager krijgt salaris doorbetaald, maar hoeft niet meer op zijn werk te verschijnen. Dat blijkt uit de antwoorden van de dienst op vragen van de Volkskrant.
    Diverse betrokkenen hekelen dat er daardoor minder budget beschikbaar was voor de hulp aan jongeren in problemen.   ...


Red.:    Tja ...
    Maar deze problematiek is niet beperkt tot de publieke sector:


Uit: De Volkskrant, 14-11-2008, van verslaggever Wouter Keuning

Problemen Heijmans stapelen zich op tot ‘explosieve mix’

Bouwbedrijf Heijmans zit in de problemen. Donderdag maakte het bekend dat het de komende periode wellicht niet meer kan voldoen aan de voorwaarden die de banken hebben gesteld aan de leningen van het bedrijf. Het aandeel verloor gisteren ruim 19 procent op de beurs.   ...
    De financiële problemen zijn deels het gevolg van een aantal bouwprojecten dat in 2005 is aangenomen tegen te lage prijzen. ...
    Een aantal van die projecten heeft bovendien forse vertraging opgelopen als gevolg van falend projectmanagement, zo gaf het bedrijf al toe. ...
    De financiering van het bedrijf is overigens niet het enige probleem waar de nieuwe topman Rob van Gelder mee te kampen heeft. Zijn voorganger Guus Hoefsloot liet het bedrijf afgelopen juni achter als ‘een bedrijf met een waterhoofd’, zoals Van Gelder het twee maanden geleden bij een praatje voor zijn personeel omschreef. Hij doelde daarmee op de onder Hoefsloot veel te ver uitgedijde directies en stafdiensten van Heijmans.
    Niet geheel onverwacht maakte het bedrijf donderdag dan ook een reorganisatie bekend van de stafafdelingen die zal leiden tot het verlies van ongeveer tweehonderd banen. ‘Vooral op het hoofdkantoor en op een aantal vestigingen in de regio’, aldus de woordvoerder van het bedrijf. ...


Red.:   Het is nauwelijks gewaagd te stellen dat alle andere problemen van Heijmans zijn veroorzaakt door het teveel aan managers. Een teveel betekent namelijk per definitie een ook de verkeerde mensen - het zijn ook vrijwel zeker voornamelijk economen, bedrijfskundigen en dergelijke figuren. En als er te veel zijn, gaan ze elkaar ook nog tegenwerken, in de strijd om de mooie baantjes.
    En het praktische resultaat is ook bij Heijmans duidelijk waarneembaar:


Uit: De Volkskrant, 01-12-2008, van verslaggever Wouter Keuning

Opdrachtgevers proberen kostenoverschrijdingen te verhalen op in problemen geraakte aannemer

Het meerwerk van Heijmans wordt nu echt te veel

Klanten verliezen vertrouwen in aannemer Heijmans | Bouwer met ‘waterhoofd’ en achterhaalde bedrijfscultuur
.

Tussentitel: Dragende kolommen staan scheef en plafonds zijn lager dan gepland

‘Bloedchagrijnig word ik ervan.’ Rob Beuse, fractievoorzitter van de Almeerse PvdA sprak afgelopen week met het hart op de tong tegen een verslaggever van Almere Vandaag. Hij deed dat, nadat duidelijk was geworden dat de gemeente voor de tweede keer 2 miljoen euro extra moet vrijmaken voor de bouw van de nieuwe bibliotheek in Almere. Het gebouw was begroot op 33 miljoen.   ...
  ... Rob van Gelder, topman sinds afgelopen juli, heeft te kampen met grote problemen. De erfenis van zijn voorganger Guus Hoefsloot – die in juni opstapte na de vijfde winstwaarschuwing op rij – bestaat, naast de bibliotheek in Almere, uit nog eens vijftig ‘probleemprojecten’, zoals Heijmans ze zelf inmiddels noemt.   ...
    In Almere ging ongeveer alles mis wat mis kan gaan, zo blijkt uit stukken van de gemeenteraad. De oplevering is al twee jaar vertraagd, de bouw is al vier keer stilgelegd omdat Heijmans zijn zaken niet voor elkaar had.
    Hoe de gemeente denkt over de schuldvraag, blijkt duidelijk uit de stukken. ‘Heijmans doet er alles aan de schuld voor eigen falen en onzorgvuldigheid bij de gemeente te leggen. Ernstige bouwfouten betreffen enkel en alleen Heijmans’, zo staat te lezen.
    De door de gemeente ingeschakelde Raad van Arbitrage (RvA) stelde vast dat Heijmans op 47 punten is afgeweken van de goedgekeurde tekeningen. Zo blijkt uit het rapport van de RvA dat dragende kolommen scheef zijn gebouwd, dat op verschillende plekken de wapening in het beton is doorboord en dat sommige plafonds lager zijn dan gepland.  ...


Red.:   Een ander voorbeeld van het teveel aan managers en de gevolgen ervan is de multinational Shell, zie hier uitleg of detail .
    Ook het onderwijs is inmiddels verpest:


Uit: De Volkskrant, 04-01-2010, door Presley Bergen, docent op het hbo en bestuurder van de vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON)

Zorg eerst dat het geld de leerling bereikt

Het kabinet wil 35 miljard bezuinigen en heeft speciale commissies aan het werk gezet. Een aantal specialisten geeft hier een voorzet. Vandaag: Presley Bergen specialisme: onderwijs

De deplorabele staat van ons onderwijs vraagt eerder om investeringen dan bezuinigingen. Helemaal in een samenleving die zich kenniseconomie wil noemen. Het Europese gemiddelde volgend, zou er wel zeker 1 procent van het bbp (7,5 miljard) bij moeten.
    Wel is helder dat aan de besteding van het huidige onderwijsbudget (ruim 30 miljard euro) nog veel te verbeteren valt. Van elke euro die overheid, de belastingbetaler dus, aan onderwijs uitgeeft, gaat nu gemiddeld minder dan de helft naar de leerling en de leraar. Voor veel scholen in het voortgezet en primair onderwijs liggen de verhoudingen iets gunstiger, hoewel ook zij honderdduizenden euro’s afdragen aan het bestuur waaronder zij vallen. Maar veel van de scholen in het beroepsonderwijs (mbo en hbo) besteden niet meer dan 20 procent van elke euro aan leraar en leerling.
    Wat gebeurt er met al dat geld? Waar vroeger Nederland bezaaid was met honderden hogescholen en scholen voor mbo hebben we nu een dikke dertig hogescholen en even zoveel roc’s, mastodonten met tienduizenden leerlingen. Een instituut voor beroepsonderwijs van zo’n vijftien jaar geleden had, naast het onderwijspersoneel, onderwijsondersteunend personeel (conciërge, technisch onderwijs assistenten en een enkele leerkracht die als coördinator de directeur ondersteunde), een administratie, een roostermaker en een klein bureau ict. En dan was er de directeur die in grote scholen werd ondersteund door een onderdirecteur. Deze twee directeuren hadden één directiesecretaresse.
    In het ‘nieuwe’ beroepsonderwijs is het aantal functies bijna niet meer te tellen. Er zijn nu conciërges aangevuld met beveiliging, vele ict- medewerkers, toezichthouders in Open Leer Centra of Multimediale Centra, stagebureaus, examenbureaus, onderwijsontwikkelaars, communicatiedeskundigen, volledige personeelsdiensten met personeelsmanagers, personeelsmanagersadviseurs en vastgoedmanagers. De directeur is vervangen door een eerstelijnmanager met boven zich een sectordirecteur, locatiedirecteur, dagelijks bestuur en raad van toezicht. Het bestuur weet boven zich ook nog de mbo- of hbo-raad.
    Ook externe clubjes graaien mee uit de onderwijspot. Bij de behandeling van de onderwijsbegroting werd duidelijk dat ruim 900 miljoen subsidie wordt verstrekt aan tientallen projecten en onderwijsadviesbureaus, en aan allerlei bestuursraden zonder dat de overheid precies weet wat met dat geld gebeurt. Zo vertegenwoordigen de raden van bestuurders (hbo-, vo-, mbo-, en po-raad) zogenaamd de leraar en de klassen. In feite zijn het echter verenigingen van schoolbestuurders. Naast de subsidies die zij ontvangen, vragen zij scholen miljoenen euro’s aan contributie.
    Het is een volkomen overbodig gecreëerd middenveld dat de taak van het ministerie heeft overgenomen met honderden personeelsleden en natuurlijk een hiërarchisch opgebouwd personeelsbestand met medewerkers, eerstelijnmanagers, adjunct-directeuren, directeuren, sectordirecteuren en een centrale raad van bestuur.
    Ongetwijfeld zitten er projecten en instanties bij die zinnig werk doen, zoals het Cito en de Onderwijsraad, al deed de laatste onlangs het onzinnige voorstel docenten te laten tijdschrijven. Maar het houdt niet op bij deze raden. Behalve dat onderwijsadviesbureaus zoals APS, KPC, CPS miljoenen aan subsidies ontvangen, hebben zij baat bij constante veranderingen in het onderwijs.   ...


Red.:   Naast dus de managers een heel stinkend middenveld, dat niet alleen nutteloos is, maar directe schade aanricht.
    Eindelijk een beetje een onderzoek naar het verschijnsel:


Uit: De Volkskrant, 18-02-2010, door Anna van den Breemer

Bedrijven weinig bewust van het aantal managers

Dat er in de zorg en het onderwijs meer managers rondlopen dan in de productiesector was al bekend. Maar ook bij organisaties binnen dezelfde sector kan het aantal managers sterk uiteenlopen.
    De hoeveelheid managers schommelt tussen de 1 procent en 12 procent van het totaal aantal personeelsleden. Dat blijkt uit een achtjarig onderzoek van Adviesbureau Berenschot onder twaalfhonderd organisaties uit negentien sectoren.
    Dit grote verschil wordt niet bepaald door duidelijke richtlijnen, zo blijkt, maar eerder door niet-rationele factoren zoals gewenning.
    ‘Opvallend is dat organisaties vaak niet op de hoogte zijn van wat een redelijk aantal managers is’, zegt Mark Huijben, consultant bij Berenschot. ‘Men is zich weinig bewust van de omvang van het management in de eigen organisatie en of die afwijkt van andere vergelijkbare organisaties.’ Vaak is het zelfs onduidelijk waarom voor een bepaald aantal managers is gekozen. Volgens de onderzoekers is er behoefte aan een norm of indicatie.
    Gemiddeld vormen managers 4,6 procent van het totaal aantal personeelsleden. Naar gelang de taakcomplexiteit en omvang van het bedrijf kan dat per organisatie iets verschillen. Toch kunnen deze factoren niet het grote verschil binnen dezelfde sector verklaren, zegt Huijben. Dit betekent dat er op sommige plekken gewoonweg te veel of te weinig managers werken. ...
    Het primair en voortgezet onderwijs, gehandicaptenzorg en welzijn zitten met 6 à 7,5 procent boven het gemiddelde. Toch vinden de onderzoekers de kritiek op het grote aantal managers in deze sectoren, die al een paar jaar klinkt, onterecht. ‘Deze managers verrichten veel extra taken omdat zij minder ondersteuning krijgen.’ Feitelijk nemen zij taken over van anderen – zoals de directeur die de vuilniszakken aan de weg zet. ‘Per saldo resulteert dit in een lage overhead.’
    Een kwart van de organisaties zit onder het gemiddelde. Medisch centra, accountantskantoren, productiebedrijven, ingenieursbureaus en rechtbanken hebben met 2,3 à 3,8 procent de minste managers. Deze organisaties worden geleid door professionals, die slechts een deel van hun tijd zijn vrijgesteld om te managen. Daarnaast moeten zij ook productienormen halen, zoals een aantal rechtszittingen of declarabele uren. ‘Dat dwingt om de managementtijd te beperken’, zegt Huijben.   ...


Red.:    Als eerste: als er bedrijven zijn met weinig managers die toch nog blijven bestaan en functioneren, is dat aantal de norm - de rest heeft er dan te veel. Bij instellingen, die meestal onafhankelijke financiering hebben, zoals de genoemde zorg en welzijn, hoeft men minder op dit soort kosten te letten en de stuwen het gemiddelde aantal managers omhoog. Dat gemiddelde is dus en foute, te hoge, norm. Het gegeven voorbeeld van een directeur die vuilniszak en uiten zet is natuurlijk onzin: die directeur heeft te veel tijd en in zijn plaats of en deel ervan is een conciërge nodig. De conclusie dat dit leidt tot een lage overhead is patentonzin: een hoogbetaalde directeur die conciërgetaken doet, is een voorvoeld van hoge overhead.
    Zoals te verwachten van een bedrijf als Berenschot zijn deze onderzoekers, eigenlijk deel van dezelfde sociale laag, zijn volstrekt bevoordeeld ten opzichte van hun onderwerp: de managers.
     De druk van nieuwe concurrentie wil nog wel eens tot verbetering leiden:


Uit: De Volkskrant, 24-04-2010, van verslaggever Frank van Alphen

Nationale-Nederlanden moet kosten verder verlagen

De verzekeraar gaat opnieuw fors snijden om de concurrentie het hoofd te bieden. Veel managers ruimen het veld.

Nationale-Nederlanden (NN) gaat de komende twee jaar nog eens 15 tot 20 procent bezuinigen op de kosten. ...
    NN wil de laagste kosten hebben van de vijf grootste verzekeraars van Nederland. Ondanks forse kostenverlagingen de afgelopen twee jaar zit NN nog op het gemiddelde van de branche, zei bestuursvoorzitter Lard Friese vrijdag in Madurodam bij de presentatie van de nieuwe strategie van de verzekeraar.
    ... Gevestigde verzekeraars worden bovendien uitgedaagd door nieuwkomers, zoals Brand New Day en InShared, die niet gebukt gaan onder het verleden.
    Nationale-Nederlanden, marktleider op het terrein van levensverzekeringen en derde op de schademarkt, heeft de kosten de afgelopen twee jaar met bijna 30 procent weten te drukken. ‘Alleen als je efficiënt bent, kun je aantrekkelijk zijn voor je klanten’, zegt Friese.
    De kostenreductie werd onder meer bereikt door eenderde van het management weg te sturen. ‘Al die managers beginnen verbeterprojecten waardoor de organisatie zijn focus verliest’, aldus Friese.   ...


Red.:    Een essentiële observatie: niet alleen leveren overbodige managers niets op, ze belasten de organisatie meestal met hun pogingen hun stempeltje te drukken, door het invoeren van onzinnige maatregelen - omdat ze geen echt werk hebben, gaan ze werk verzinnen, meestal onzinnige regeltjes. Met nadelige gevolgen voor de hele organisatie:

  Friese wil dat de bijna achtduizend medewerkers de klant minder productgericht en bureaucratisch behandelen. ‘We moeten klanten niet behandelen als een polisnummer. Dat begint al aan de telefoon en bij de behandeling van klachten.’ Volgens Friese is de reflex te vaak het sturen van een formele brief als een klant een klacht heeft. ‘Vaak is het beter even te bellen.’

     Een van de gevolgen van te veel managers:


Uit: De Volkskrant, 19-05-2010, van verslaggeefster Anja Sligter

Uit een enquête blijkt dat de helft van de zorgverleners ander werk wil

Grote leegloop dreigt in de zorg

Meer dan de helft van de werkenden in de zorg wil eruit stappen en overweegt een baan in een andere sector. Dit blijkt uit de Nationale Enquête Werken in de zorg, een onderzoek uitgevoerd door zorgverzekeraar Menzis onder 4.144 mensen werken die in ziekenhuizen, jeugdzorg, ouderenzorg, thuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, huisartsenzorg en fysiotherapie.

Als belangrijkste redenen voor de ontevredenheid van de beroepsgroep worden te weinig geld, te hoge werkdruk en te veel administratie aangevoerd. ...


Red.:   En die steeds toenemende stroom administratie komt van de eisen van een steeds toenemende hoeveelheid managers.
     Nog een bevestiging:


Uit: De Volkskrant, 23-10-2010, door Carlijne Vos

Bezuinigen in de zorg doe je zo

Het nieuwe kabinet laat de zorgsector nog ongemoeid, maar zonder ingrijpen wordt de zorg onbetaalbaar. Vijf zorgverleners geven hun tips.

Tussentitels: ...   'Managers houden personeel van het werk, en voegen niets toe' | Job te Boekhorst (48) | Telefonist/receptionist in ziekenhuizen
...
De telefonist
Job te Boekhorst (48) al dertig jaar telefonist/receptionist in diverse ziekenhuizen:
    ‘Schaf al die managers af, zou mijn advies zijn.’ Te Broekhorst heeft in zijn lange carrière bij ziekenhuizen en spoedeisende hulpafdelingen steeds meer managers zien komen. ‘De lijntjes werden steeds langer. Kreeg je vroeger direct het afdelingshoofd aan de telefoon, nu word je drie keer doorverbonden. En wat al die mensen zitten te doen? Geen idee. Ze houden vooral mensen van het werk.’
    Grootste probleem van alle managers is dat ze geen verstand hebben van de zorg, vindt Te Boekhorst. ‘Ze hebben geen idee wat er gebeurt op de werkvloer, hoe de organisatie werkt. Zo bezuinigen ze op schoonmaak en dan moeten wij ineens een patiëntenstop afkondigen omdat er geen schone bedden zijn. Een ziekenhuis kun je niet bestieren als een gewoon kantoor.
    ‘De troubleshooters die ik de afgelopen jaren heb zien komen en gaan, hebben weinig resultaten geboekt. Om hun eigen tekortkomingen te verdoezelen wordt zo weinig mogelijk gecommuniceerd met de directie. Gevolg is dat die al helemaal geen idee heeft wat er gebeurt op de werkvloer. De managers houden elkaar allemaal de hand boven het hoofd, bang om hun baan te verliezen.
    ‘Ondertussen wordt het werk in de zorg steeds zwaarder. Patiënten die worden opgenomen, zijn er ernstiger aan toe. Verpleegkundigen hebben steeds meer werk met minder mensen. Artsen werken echt keihard. Maar een telefoniste of poliassistente halen ze gewoon lekker goedkoop bij het uitzendbureau. Maakt niet uit of ze verstand heeft van ‘het huis’. Dat werkt zo contraproductief. Bovendien is het gevaarlijk. Die meisjes poeieren op de spoedeisende hulp gewoon een huisarts af die overleg met de artsen wil.’


Red.:    Nieuwe cijfers uit het onderwijs - eerst het hbo:


Uit: De Volkskrant, 24-09-2011, door Merijn Rengers

'Ik trof een verweesde school aan'

Doekle Terpstra maakt schoon schip bij Hogeschool Inholland, die in opspraak kwam door financieel wanbeheer en ten onrechte toegekende diploma's. 'Het onderwijs was naar de achtergrond verdwenen, het management kwam vaak op de eerste plaats. Dat gaan we veranderen.'

...    Er moet gesaneerd worden - we hebben dit jaar dertig procent minder eerstejaars - maar ook de focus moet veranderen. In mijn analyse is bij Inholland het management te vaak op de eerste plaats gekomen. Iets minder dan de helft van het personeel werkt in de staf of als manager. Terwijl we gewoon een school zijn, waar het om de studenten en docenten draait. Niets ten nadele van hen, maar de staf was te veel uitgedijd. Die gaan we reorganiseren en inkrimpen.


Red.:   En waardoor komt dat:

  Het is veelzeggend dat er in de oude Raad van Toezicht niemand zat met verstand van onderwijs. Het ging over financiën, gebouwen, internationalisering. Grote thema's, maar het onderwijs was naar de achtergrond verdwenen.

Door het verkeerde soort bestuurders. Dat wil zeggen: uit het bedrijfsleven of soortgelijke types.
    En dit geldt in de hele sector:


Uit: De Volkskrant, 24-09-2011, door Jan Willem Bruins, voorzitter van de Vereniging Medezeggenschapsraden Hogescholen.

Nu laat Inholland zien hoe het moet

...    Dat Inholland als enige hogeschool zo wordt getroffen, is extra wrang omdat de meeste problemen van Inholland in meerdere of mindere mate ook op de andere hogescholen voorkomen.   ...
    De Vereniging Medezeggenschap Hogescholen(VMH) - waarbij alle grote hogescholen zijn aangesloten - deed onlangs onderzoek naar het aantal docenten op een hogeschool als percentage van het totale personeelsbestand. Daaruit bleek dat het personeelsprobleem van Inholland op vrijwel alle grote hogescholen speelt: gemiddeld hadden de onderzochte hogescholen 52 procent docenten in dienst.
    Hoewel de VMH heeft besloten de namen van de hogescholen niet in de publiciteit te brengen, mag hier wel worden gezegd dat de score van Inholland geen afwijking vertoont van het gemiddelde. Deze schokkende cijfers leidden op geen enkele hogeschool tot een adequate bestuurlijke reactie. Daarop vormt Inholland nu de positieve uitzondering.
    Het werkelijke probleem is echter nog groter. Want van die 52 procent docenten staat lang niet iedereen voor de klas. De laatste jaren heeft onder andere de VMH op meerdere hogescholen uitgerekend hoeveel procent van het budget daadwerkelijk naar de directe onderwijsuitvoering gaat. Dat blijkt steeds slechts zo'n 25 procent van het hogeschoolbudget te zijn. Deze berekeningen, die werden bevestigd door een hoogleraar accountancy van de universiteit van Tilburg, zijn door de HBO-raad en de bestuurders stelselmatig genegeerd of ontkend.   ...


Red.:   En dan de universiteit:
 

Uit: De Volkskrant, 22-09-2011, van verslaggeefster Maartje Bakker

'Universiteit geeft te lage cijfers overhead'

Universiteiten besteden minder geld direct aan onderwijs en onderzoek dan ze willen doen geloven. Terwijl de universiteiten beweren minder dan 25 procent van hun budget uit te geven aan ondersteunende diensten, blijkt dat in werkelijkheid meer dan 30 procent te zijn. Staatssecretaris Zijlstra zei eerder dat hij 25 procent overhead al te veel vindt.
    Het verschil blijkt uit berekeningen van promovendi. 'We gebruiken dezelfde gegevens en dezelfde definitie van ondersteunend personeel als de vereniging van universiteiten, de VSNU', zegt Sjoerd Keulen, promovendus aan de Universiteit van Amsterdam. 'Maar onze berekeningen vallen veel hoger uit.'
    43 procent van de werknemers is volgens Keulen ondersteunend en beheerspersoneel. 'Daar trekken we de werknemers af die zich bezighouden met het ondersteunen van studenten, onderwijs en onderzoek; zo komen we op ruim 31 procent.'
    Vooral het aantal managers en communicatiemedewerkers is de afgelopen jaren fors gestegen, met respectievelijk 18 en 34 procent.


Red.:   Die managers vermenigvuldigen zich als sprinkhanen op een tropische akker.
    Het nu zelfs niet meer tegengesproken:


Uit: De Volkskrant, 23-03-2012, door Maartje Bakker en Irene de Pous

Interview | Thom de Graaf, voorzitter HBO-raad

'De controle op hbo wordt een bureaucratisch circus'

Hoe verder met het hbo, dat zo in opspraak is geraakt?

Thom de Graaf is een academicus. ...

Nog maar iets meer dan de helft van het personeel is docent en slechts een kwart van het budget gaat naar directe onderwijstijd tussen docent en student. Kun je dan niet spreken van een systeemcrisis?
'Er zijn fouten gemaakt en die zijn niet klein. ...


Red.:    Geen ontkenning - dat zegt genoeg.
    Het blijft maar doorgaan:


Uit: De Volkskrant, 10-05-2012, ingezonden brief van Laura van de Poll, Rotterdam

Managers

Als ik de politieke partijen hoor erger ik me aan het gebrek aan daadkracht bij iedereen. Zondagavond kwam in de uitzending van Brandpunt naar voren dat al het geld dat naar de politie is gegaan niet heeft geleid tot meer blauw op straat. Integendeel, er zijn steeds meer managers bijgekomen. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat dit ook geldt voor de zorg, het onderwijs, et cetera, zonder dat dit de kwaliteit ten goede is gekomen.
    Afgelopen vrijdag hoorde ik op de radio een uitzending over een organisatie voor thuiszorg en dergelijke in het oosten van het land. Zij zijn onderaan, dus bij de klant, begonnen met kwaliteitsverbetering. Het resultaat was dat er 80 managers uitgezwiept zijn en de kwaliteit enorm vooruit is gegaan.
    Dit moet toch ook in Den Haag bekend zijn! Hoe lang duurt het nog tot een moedige partij dit tot speerpunt maakt?


Red.:   En er blijft maar niets aan gedaan worden. De reden daarvan is glashelder: het kan alleen gedaan worden door mensen die in een nog hogere positie zitten, en die denken: "Als die managers onder mij eruit gegooid  worden, wanneer is het dan mijn beurt?". Want ook het grootste deel van de hogere managers weet van zichzelf dat ze van aanzienlijk via grotendeels tot geheel nutteloos zijn, tot aan het schadelijke toe. Er is dus maar één methode om hier iets aan te doen: wetgeving. Iets dat heel haalbaar is, want men wil hetzelfde, quota, invoeren voor vrouwen en allochtonen.
     Harde cijfers:


Uit: De Volkskrant, 14-09-2012, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard

Is Nederland beter dan China?

Tussentitel: China heeft lage lonen maar de arbeidsmarkt kan niet tegen die van Nederland op

In 2010 besloot DSM zijn businessgroep antibiotica, DSM Anti-Infectives, onder te brengen in een joint venture met de Chinese fabrikant Sinochem. Omdat 85 procent van alle penicilline in de wereld in China wordt gemaakt, voorzag DSM dat de productie van penicilline in Delft zou verhuizen naar een nieuwe moderne fabriek in China. Daar was het immers veel goedkoper.
    De directie van de fabriek in Delft had een belangrijke sociale innovatie doorgevoerd. De organisatie was op de schop genomen en de productie was ondergebracht in zelforganiserende teams met nog maar één managementlaag. Dat leidde tot een productiviteitsstijging van 12 procent. ...


Red.:   Ach jee ... Discussie gesloten, dus.
    Voor de volledigheid nog wat cijfers over aantallen. Hier over de politie:


Uit: De Volkskrant, 24-09-2012, door Bart de Koning, publicist, gespecialiseerd in privacy en veiligheid

Nederland in de greep van veiligheidsmythe

...   
Tussen 1991 en 2009 is de politie gegroeid van 38.650 naar 55.599 fte's. De Nederlandse politie is van alle Europese korpsen verreweg het snelst gegroeid, met maar liefst 43,9 procent in twintig jaar.
    Wat zijn die bijna 20 duizend extra mensen gaan doen? Wie de beloften van de Nederlandse politiek de afgelopen jaren gevolgd heeft, zal waarschijnlijk denken: op straat lopen en boeven vangen. Dat valt tegen. De groei van de Nederlandse politie is voor het grootste deel gaan zitten in de ondersteuning, die meer dan verdubbelde tussen 1994 en 2009. De 'primaire uitvoering' - dus de mensen die het echte politiewerk doen: blauw en recherche - steeg met 11 procent. Die groei zat 'm vooral in de verdubbeling van het aantal wijk- en districtsrechercheurs naar zo'n 3200 man. Het echte blauw op straat groeide met slechts 3 procent: van 17.967 naar 18.583 agenten. De ondersteuning (bijvoorbeeld meldkamer) groeide met 107 procent en de leiding en overhead met 43 procent. Ondanks een flinke groei heeft de Nederlandse politie van heel Europa de minste recherche: 12,8 procent van alle mensen, tegen bijvoorbeeld 17,2 procent in Duitsland.
    Naast de wijk- en districtrechercheurs zitten er zo'n 1200 rechercheurs op zware criminaliteit, nog eens zo'n 1200 doen milieu, jeugd & zeden en andere specialismen en 393 houden zich bezig met fraude, 'plukken' van criminelen en computercriminaliteit. Na 'blauw' is 'leiding en overhead' verreweg de grootste categorie bij de politie: zij slokken maar liefst 28,9 procent van al het personeel op, waarmee Nederland internationaal heel hoog zit.    ...


Red.:    En wat is het gevolg van al die leiding:

  De politie besteedt hoogstens zo'n 15 procent van de tijd aan opsporing en 'echte' criminaliteit, zo blijkt uit een halve eeuw onderzoek.     ...
    Wie deze getallen kent, begrijpt waarom de politie in Noord-Holland moet worstelen om een ophelderingspercentage van 15 procent te halen. De Duitse politie haalt moeiteloos het drievoudige. Maar die hebben dan ook veel meer recherche. En geen beleidsmedewerkers.

De remedie: begin met het ontslaan van de helft van al de "managers" en leidinggevenden. En maak de betaling van die rangen lager dan die van degenen op straat, die de risico's lopen.
    Terpstra, zie eerder, blikt terug:



Uit: De Volkskrant, 01-02-2014, door Merijn Rengers

Interview | Doekle Terpstra, scheidend collegevoorzitter Inholland

'Het management groeide als zelfrijzend deeg'

De hogeschool Inholland ging door een storm van negatieve publiciteit. Tot de voorzitter van de van de HBO-raad, Doekle Terpstra, zelf ingreep. Hoe kijkt hij, bij zijn vertrek, op de operatie terug?


...    Nadat Terpstra de verhoudingen met de betrokkenen had genormaliseerd, volgden de financiën. Door aanhoudend negatieve publiciteit meldden zich in 2011 na de zomer 35 procent minder studenten bij Inholland. Terpstra zag een gat van 75 miljoen euro op zich afkomen.
    'We zijn eerst gaan snijden in het management. Dat was veel te groot geworden, als een soort zelfrijzend bakmeel. ...


Red.:   Zelfrijzend bakmeel is een inerte stof. Dit is erger, want het groeit uit zichzelf. Het is een kanker.


Naar Managers, lijst , Rijnlands beleid , Rijnlands beleid, overzicht  , of site home .