Ontwikkelingshulp en hoe het wel kan

 3 okt.2007

De andere artikelen op de lijst over ontwikkelingshulp, zie de inleiding en het menu rechts, laten zien hoe het niet moet. Hieronder gaat het over hoe het wel kan. Het eerste artikel past een voor de hand liggende methode toe: kijken naar het goede voorbeeld::
 

Uit: De Volkskrant, 06-01-2007, Hans Moleman, correspondent van de Volkskrant in Peking.

Wat Afrika van China kan afkijken

Afrika kan zich qua economische dynamiek nooit met Azië meten, menen pessimisten. Hans Moleman denkt van wel.


Ik kon mijn ogen niet geloven drie jaar geleden in Oshikango, de grote grensovergang van Namibië naar Angola. Honderden Angolezen, lopend, op motorfietsjes, soms met een vrachtwagentje, stroomden naar een verzameling hallen die aan de Namibische kant van de grens lagen langs de B1, de enige weg van Windhoek naar Luanda. Wat bleek? In de hallen hadden handige kooplui alle waar uitgestald waar het binnenland van Angola om vroeg, van pannen en fietsen tot tv’s en scooters. Alles was Made in China. Sterker nog: alle kooplui die de hallen runden in deze uithoek van Afrika kwamen ook uit China.
    ‘Hoe kan dat nou, dat jullie dat zelf niet doen’, vroeg ik aan een Namibische man die er als sjouwer dienst deed.
    Hij haalde zijn schouders op en probeerde een verklaring te vinden. ‘Zij waren hier eerder. Voor ons Namibiërs is het moeilijk om er nog tussen te komen.’
    Ik moest weer aan Oshikango denken toen de Chinese staats-tv verslag deed van het Forum voor Chinees-Afrikaanse Samenwerking. Het gros van Afrika’s leiders was dit najaar in Peking verzameld om deze top bij te wonen, de grootste conferentie tussen Afrika en China die ooit is gehouden.   ...
    Werp een blik op de wereldkaart en je beseft dat er geen regio ter wereld meer in aanmerking komt om met China en de rest van Azië te concurreren dan Afrika.
    Ga maar na: het heeft bijna 800 miljoen arme mensen beschikbaar die verlegen zitten om werk, bodemschatten te over en genoeg vruchtbare grond om nooit meer honger te lijden.
    Natuurlijk, dan moet Afrika wel veranderen. Die oncomfortabele waarheid werd vlak voor de Afrikaanse top in Peking onderstreept door Liu Guilin, de Chinese ambassadeur in Zuid-Afrika. Liu hield een gehoor in Pretoria voor dat Afrikanen er goed aan zouden doen op te houden met klagen over de invloed van China. Want ook Afrika verliest banen – vooral in de textiel – door goedkope Chinese importen.
    Zorg dat je kunt concurreren, reorganiseer, moderniseer, luidde Liu’s boodschap.
    ... Afrika importeert, om een voorbeeld te nemen van een product dat zich goed zou lenen voor lokale productie, nog steeds bijna al zijn fietsen uit China. Wegen en spoorwegen bouwen: idem dito. En de Chinese aannemers nemen ook nog bij voorkeur hun eigen werklui mee.
    Hoe kan dat? Het ontbreekt de Afrikaanse elite nog steeds aan urgentie om de malaise op het continent effectief aan te pakken. Terwijl er in Afrika, net als in China, genoeg goede ondernemers zijn die met hard werken welvaart willen scheppen voor zichzelf en hun omgeving, laten Afrikaanse politici hun beste mensen in de steek. Ondernemingszin wordt afgestraft met oorlog, wanbestuur, verstikkende inefficiëntie en corruptie.   ...
    Er is een anekdote die het verschil in ambitieniveau aardig weergeeft. Een Afrikaanse regeringsfunctionaris wordt op bezoek bij zijn counterpart in Azië ontvangen in diens mooie huis. ‘Zie je die brug daar’, zegt de Aziaat. De Afrikaan knikt. ‘Van het bouwbudget heb ik wat afgeroomd om m’n huis te bouwen.’
    Als de Aziaat later op tegenbezoek komt, ziet hij dat zijn Afrikaanse collega in een enorme villa woont. Zegt de Afrikaan: ‘Zie je die brug?’ De official uit Azië kijkt niet begrijpend: ‘Ik zie helemaal geen brug!’ ‘Dat klopt’, zegt de Afrikaan. ‘Ik heb het hele bouwbudget gebruikt voor mijn huis.’   ...
    Nu China zich in Afrika meldt, kunnen Afrikanen het best op zoek gaan naar een manier om de nieuwe relatie om te buigen in eigen voordeel. In plaats van zich weer te laten uitbuiten, moeten ze ontdekken hoe je de Chinezen kunt uitbuiten.
    Hoe dat kan? Door het Chinese voorbeeld slim, en dus selectief, te kopiëren. Niet de rabiate exploitatie van mens en milieu navolgen waar grote delen van Azië nu onder lijden, maar de positieve punten van China overnemen: de ambitie, de lef, de planning en het doorzettingsvermogen.

Vier gouden tips
Een aantal praktische zaken springt daarbij direct in het oog. Dit zijn de vier gouden tips gouden tips:

1. Investeringen lokken. Peking haalt al vanaf 1980 buitenlandse investeerders binnen door ze het lokaas van goedkope arbeid en een grote markt voor te houden en goede infrastructuur en stabiliteit te beloven.

Dat kan Afrika ook, als het wil. Het heeft daarbij als grote troef de grondstoffen. Chinese bedrijven die grondstoffen komen shoppen kun je de voorwaarde stellen dat minstens de helft ervan Afrika niet onveredeld maar als halfproduct of gereed product mag verlaten. Zo krijg je Chinese fabrieken binnen.

2. Techniek kopiëren. China verplicht buitenlandse firma’s joint ventures aan te gaan met Chinese partners, zodat de kennis en techniek kunnen worden overgenomen. Vervolgens maken die partners het product goedkoper na en drukken ze als het even kan de gewaardeerde buitenlandse investeerder, met dank voor bewezen diensten, meedogenloos uit de markt.

3. Strategisch industriebeleid uitzetten. China heeft zich ontwikkeld tot een exportreus doordat een razend ambitieuze staat regisseerde dat hele ecosystemen van industriesectoren werden binnengehaald: er worden niet alleen tv’s en gsm’s in elkaar geschroefd, bijna alle onderdelen ervan worden ook in China geproduceerd. Complete productielijnen van failliete westerse fabrieken zijn opgekocht en verplaatst naar China.

4. De emigranten terughalen. China’s beste talenten zitten vanouds in het buitenland, weggetrokken voor repressie, weggelokt door betere opleidingen en economische mogelijkheden. Tegenwoordig komen ze weer terug, omdat China stabiel oogt en meer kansen biedt.

Als dat zelfde proces zou lukken met Afrika’s best and brightest, die nu vaak in de Europa en de VS zitten, ziet de toekomst van het continent er veel aantrekkelijker uit.
    Het zijn veranderingen, die een historische omslag vergen in het denken en handelen van de Afrikaanse elite. Afrika moet de roofstaat inwisselen voor de ambitieuze staat. Maar waarom zou het onmogelijk zijn: de Chinezen, dertig jaar geleden nog straatarm na een lange periode van oorlog, onderdrukking en hopeloze communistische economie, is het tenslotte ook aardig gelukt.
    Het Chinese ontwikkelingsmodel is natuurlijk niet zaligmakend, het heeft vele kanten die sterk voor verbetering in aanmerking komen. China kent ook anno 2006 waarschijnlijk nog meer arme mensen dan Afrika, en een autoritair systeem dat zichzelf voor de voeten loopt. Maar de armoede heeft er wel een andere lading: het is armoede met het perspectief dat het volgend jaar beter kan gaan. Die hoop ontbreekt in grote delen van Afrika.   ...


Red.:   Hier een ervaringsdeskundige met een onafhankelijke blik:


Uit: De Volkskrant, 20-10-2010, door Marcia Luyten

 

20 okt.2010

Leer eerst de realiteit van Afrika

Marcia Luyten | De auteur is is cultuurhistoricus, econoom en journalist/publicist. Ze woonde de afgelopen vier jaar in Oeganda, eerder in Rwanda. Zij heeft vier tips voor Ben Knapen, de nieuwe staatssecretaris van Buitenlandse Zaken.

Welk kabinet wilde ontwikkelingssamenwerking niet hervormen? Na Jan Pronk moest het roer steeds om: begrotingssteun voor goed bestuur (Herfkens), versterken maatschappelijk middenveld (Van Ardenne) en de ‘ontwikkelingsindustrie op de schop’ (Koenders).   ...
    In werkelijkheid loopt veel vast in de rode aarde. Afrika’s realiteit is weerbarstig. Bouw een weg voor 20 jaar, en na 5 jaar is het een gatenkaas. ...
    De hervorming van ontwikkelingssamenwerking wordt nu geënt op het uitstekende WRR-rapport Minder pretentie, meer ambitie. Dit rapport wijst de goede richting. Maar zonder doorleefde kennis van Afrikaanse samenlevingen kom je nergens. Dan wordt ook met een mooi rapport in de hand geen meter vooruitgang geboekt. Vier tips voor de nieuwe staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking:
    Ga een maand onder een mangoboom zitten. De grote mangoboom is in Afrika het hart van de gemeenschap. Daar is het palaver, daar worden liefde en lijden besproken. Uiteindelijk valt of staat Afrika’s ontwikkeling met de overtuigingen en praktijken van het dorp. (Zie ook Est-ce que l’Afrique a besoin d’un program d’ajustement culturel?) Vergeet een maand de papierwinkel die het ministerie is. Zonder begrip van binnenuit wordt het moeilijk om succes te boeken. Het gaat om wat Yale-hoogleraar James Scott metis noemt; door ervaring gegroeide en moeilijk overdraagbare ervaringskennis van hoe systemen werken. Over Azië heeft u die kennis zelf vergaard. Voor wat Afrika betreft, moet u eerst ervaren wat u niet begrijpt. Vervolgens kunt u zoeken naar mensen met de juiste kennis en ervaring. Denk niet: die kennis heeft het ministerie wel in huis. Veel diplomaten slagen erin jaren in Afrika te wonen zonder dat ze Afrika goed snappen. Omdat ze nooit onder die boom zijn gaan zitten.
    Verlies uzelf niet in sexy nieuwe modewoorden. Herfkens had het over governance, Koenders over failed states. ...
    Benoem goeie mensen. Volg het credo van gezaghebbende managementboeken als Good to Great: Eerst wie, dan wat. Een verbetering van de hulp is geen kwestie van geld, maar van kwaliteit. Zet op cruciale plekken goede mensen neer. ...
    Verlustig u niet aan de markt. Het belangrijke inzicht dat de markt efficiënte mechanismen genereert en dat investeringen de weg naar ontwikkeling wijzen, mag niet leiden tot de mantra dat ‘de markt’ Afrika zal redden. Evenmin moet ontwikkelingshulp worden uitgeleverd aan het Nederlandse bedrijfsleven. Economische groei leidt in Afrika niet automatisch tot breed gedragen ontwikkeling. Hier ontstaat juist een rauw soort kapitalisme waar Marx zijn vingers bij zou aflikken. Rijken worden rijker, armen raken hopeloos achterop.   ...


Naar Ontwikkelingshulp  , Ontwikkelingshulp, lijst , Algemeen overzicht , of site home .