Bronnen bij Linkse denkfouten: GroenLinks en vrijheid

Onderstaand nog een paar min of meer beroepsmatige reacties; maar de reacties van de ingezonden-brievenschrijvers zijn, zoals gewoonlijk, eigenlijk het leukst, omdat ze direct de kern raken, zoals 'GroenLinks vertegenwoordigt voornamelijk de rijke elitaire Nederlanders'.


De Volkskrant, 18-10-2005, rubriek Haagse berichten door Hans Wansink

BlauwLinks

Het minder goede nieuws is dat Femke Halsema toch terugschrikt voor de consequenties van haar oriëntatie op het primaat van het individu en het liberale denken.

Femke Halsema, bouwjaar 1966, heeft een vreemde fascinatie voor de jaren zeventig. Volgens haar ging het om een 'unieke periode in de naoorlogse geschiedenis van ons land'. Het was immers, aldus de leider van GroenLinks, een tijd van actiegroepen, basisbewegingen, praatgroepen, buurtcomité's en demonstraties. Een tijd kortom waarin, in tegenstelling tot het conservatief-liberale klimaat van nu, radicaal links de wind in de zeilen had.
    In de ogen van Halsema 'gingen vrijheid en verantwoordelijkheid hand in hand' en 'viel de zorg om het eigen ik samen met de zorg om de gemeenschap'.
    In mijn (bouwjaar 1954) herinnering waren het toch vooral de jaren van de zelfbevrediging.
Seks, drugs, rock&roll, dan een hele tijd niks, en pas dan, op zaterdagmiddag, demonstreren. De Amerikaanse historicus Christopher Lasch sprak in 1979 van een Culture of narcissism en de Amsterdamse journalist John Jansen van Galen deed het een jaar later nog eens dunnetjes over in zijn verhandeling over het 'Ik-tijdperk'.
    Het probleem van mijn generatie was onze weigering volwassen te worden. Wel vrijheid, maar juist geen verantwoordelijkheid. Wel schoppen tegen de onderdrukkende staat, maar tegelijkertijd je hand ophouden bij diezelfde staat. Iedereen behoorde als vrouw, kind van een oorlogsslachtoffer (of van een NSB'er), arbeiderszoon, homo, boerendochter of kind van ruziemakende ouders wel tot één of meer onderdrukte minderheidsgroepen die recht op subsidie hadden.
    Behalve dit slachtofferisme was ook het sektarisme kenmerkend voor radicaal links in de jaren zeventig. Allerlei splinterpartijtjes bestreden elkaar op leven en dood. Iedereen die ook maar een beetje van de lijn afweek, werd voor fascist uitgemaakt. Aan de slechte omgangsvormen (en de vormeloze kleding) herkende je de linkse activist.
    Kortom, één van de gebreken van de jaren zever.tig was, dat je nog geen GroenLinks had. Een partij van frisse jongens en meisjes, die openstaan voor debat en andersdenkenden.
    Wat heet, andersdenkenden! Dries van Agt wordt toegejuicht op het GroenLinks-congres in Nijmegen. Dries van Agt, dertig jaar geleden hét symbool voor alles wat - vanuit linkse optiek fout was. Dries van Agt, de man van het 'ethisch reveil', dat lijnrecht in ging tegen alles wat Femke Halserna zo in de jaren zeventig prijst. Dries van Agt, die van het CDA een echte conservatieve partij wilde maken.
    De omhelzing van Dries door Femke symboliseert de open politieke stijl die door haar voorganger Paul Rosenmöller tien jaar geleden is ingezet.
    Maar Halsema gaat verder. Vorig jaar nam zij het initiatief zich te oriënteren op vrijheid, de autonomie van het individu en zelfs het liberale gedachtegoed. In de socialistische jaren zeventig waren dat kleinburgerlijke obsessies, die afleidden van de klassenstrijd.
   Met de studie Vrijheid als ideaal van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks wordt deze vrijzinnige lijn doorgezet. Halsema neemt in die bundel afscheid van, in haar eigen woorden, 'collectivisme', 'staatspaternalisme' , 'vluchten in overheidsingrijpen' en een 'voorkeur voor bevoogdende staatsarrangementen'.
    Door dit afscheid van de linkse illusies van de vorige eeuw, heeft Halsema GroenLinks uit de hoek waar de klappen vallen weten te manoeuvreren en het politieke initiatief naar zich toegetrokken. Met de linkse samenwerking is het in de jaren zeventig nooit wat geworden. Maar nu is er een reëel perspectief op Halsema's hartenwens: een progressief kabinet.
    Tot zover het goede nieuws. Het minder goede nieuws is, dat GroenLinks toch een beetje terugschrikt voor de consequenties van zijn oriëntatie op de liberale tradities. In een onbewaakt moment heeft Halsema haar partij wel eens de 'enige liberale' genoemd. Toen dat verkeerd werd begrepen, heeft ze besloten het predikaat links-liberaal te vermijden en houdt ze het op vrijzinnig.
    Dat lijkt verstandig, want het liberalisme stelt het individu boven de gemeenschap, en is dus per definitie asociaal. Dit liberale tekort wordt door denkende liberalen als Bolkestein erkend. Maar de verwarring wordt alleen maar groter (zoals blijkt uit de 'misverstanden' die zij moet rechtzetten over de reikwijdte van haar project Vrijheid als ideaal in diverse media). Zeker als Halsema komt aanzetten met termen als 'sociaal individualisme', oftewel de vierkante cirkel.
Halsema ontkent bovendien dat haar lijn een koerswijziging inhoudt. Vandaar die geïdealiseerde jaren zeventig van haar. Terwijl radicaal links zich zowel qua stijl als qua substantie juist zo succesvol heeft bevrijd van de échte jaren zeventig. .
    Tenslotte bevalt mij niet dat Halsema en de haren behoefte hebben aan een vijandbeeld.
Meestal gaat het dan om een anonieme rechtse conservatief of een 'handelaar in angst', waartegen men zich afzet. En als je dan een vijand nodig hebt, waarom dan niet de islam, als grote bedreiging van alles waar vrijzinnig links voor staat? De auteurs weten met deze vraag niet goed raad. In plaats daarvan bepalen ze met een mengeling van weerzin en bewondering hun positie ten opzichte Ayaan Hirsi Ali. Ze maken daarmee Hirsi Ali, die de liberale weg wél tot het einde durft af te leggen, ongewild de hoofdpersoon van Vrijheid als ideaal.
    Kortom, de helderheid van de discussie zou ermee zijn gediend als de liberale stroming in GroenLinks zich gewoon links-liberaal of BlauwLinks zou noemen.


De Volkskrant, 20-10-2005, door Lousewies van der Laan, vice-fractievoorzitter van D66 in de Tweede Kamer.

Lakmoesproef voor Femke Halsema

Tussentitel: Genen Groenlinks vol van bevoogdende staatsarrangementen

D66 verwelkomt de omarming door Groenlinks van het links-liberalisme, maar heeft bij monde van Lousewies van der Laan wel een aantal vragen.

Na de uitnodiging aan PvdA en SP om een gezamenlijk links front te vormen bij de volgende verkiezingen (Forum, 4 en 5 oktober), is GroenLinks-leider Femke Halsema nu begonnen aan een herbezinning op de beginselen van haar partij.
    Halsema stelt dat te lang 'leentjebuur' is gespeeld bij de sociaal-democraten en hun 'voorkeur voor bevoogdende staatsarrangementen'. Zo formuleert ze het in een uitgave van het wetenschappelijk bureau van haar partij. Ze schrijft dat 'de huidige verzorgingsstaat afhankelijkheid en inactiviteit (kweekt) door de traditionele nadruk op inkomenssteun' . Halsema's oplossing: we stoppen met leentjebuur spelen bij de PvdA en noemen GroenLinks een vrijzinnige, links-liberale partij, naar voorbeeld van D66 (het Betoog, 8 oktober; Forum 14 en 18 oktober).
    In de eerste plaats wekt het natuurlijk verwondering dat de traditionele oriëntatie van Groenlinks op de staat en zijn sturende rol in je samenleving achteraf wordt gepresenteerd als 'leentjebuur spelen bij de PvdA'. Want de voorliefde voor vergaande staatsbemoeienis met de sociale en de economische ordening is zeer eigen aan GroenLinks. De partij is immers ontstaan uit de communistische partij en een aantal socialistische partijen van verschillende snit. Een 'voorkeur voor bevoogdende staatsarrangementen' zit diep in de genen van Groenlinks en heeft weinig te maken met afkijken van de PvdA.
Dat Halsema nu doet alsof GroenLinks altijd heeft geteerd op geleend gedachtengoed in plaats van op eigen, oorspronkelijk denken, is een conclusie die haar achterban maar matig zal plezieren.
    Maar als links-liberale D66'er vind ik de inzet van Halsema wel hoopgevend. Ik heb het altijd goed kunnen vinden met GroenLinks als het bijvoorbeeld gaat om internationale en rechtsstatelijke oriëntatie. Nu de PvdA na het referendum over de Europese Grondwet ook kiest voor euroscepsis, zijn D66 en Groenlinks de laatste werkelijk pro-Europese partijen in de Kamer. Ook op het gebied van bescherming van mensenrechten en de democratie trekken we veel samen op. Maar als Groenlinks consequent wil kiezen voor individuele keuzevrijheid, als Halsema écht 'staatsordening' wil inruilen voor 'vrijheid' als centrale politieke waarde, en sociaal-economische behoudzucht en stagnatie voor toekomstgericht denken, dan heeft ze binnen haar partij nog een hoop grenzen te verleggen.
    Als Halsema dan echt de individuele verantwoordelijkheid centraal wil stellen, en consequent wil kiezen voor jongeren: betekent dat dan dat ze de inzet van D66 steunt om van het afhankelijkheid bevorderende uitkeringsstelsel een springplank naar werk te maken?
Is ze bereid te discussiëren over het verhogen van de AOW-gerechtigde leeftijd en laat ze gepensioneerden meebetalen aan de AOW, zodat ook jongeren van nu er later gebruik van kunnen maken? Is ze bereid om jongeren zonder diploma en zonder werk niet zomaar een uitkering te geven, maar eerst een opleiding te laten afmaken? Zomaar wat actuele vragen, die als lakmoesproef kunnen dienen voor het betoog van Halsema. Want dat Groenlinks de mening van D66 deelt als het gaat om een vrijzinnig drugsbeleid, om zaken als abortus, euthanasie, emancipatie en andere immateriële onderwerpen, is geen verrassing. Het wordt pas écht interessant als Groenlinks ook progressieve links-liberale keuzen maakt bij materiële onderwerpen als de sociaal-economische verhoudingen en het milieubeleid.
    GroenLinks heeft er tot nu toe weinig blijk van gegeven te begrijpen wat het voor de politiek moet betekenen dat Nederland een zeer diverse samenleving is geworden, waar miljoenen verschillende mensen wonen die evenzoveel verschillende opvattingen hebben en levenskeuzen maken. Groenlinks is altijd de kampioen geweest van positieve vrijheid op zijn slechtst en heeft de onthouding van ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer en de 'plicht' voor mensen zelf te kiezen en verantwoordelijkheid te nemen, altijd met argusogen bekeken. Groenlinks kenmerkt zich door een sterk moralistische, antivrijzinnige houding over wat het publieke belang is.
    De vraag is hoe oprecht Halsema eigenlijk is. Breekt nu werkelijk het inzicht door dat bijvoorbeeld de inrichting van onze arbeidsverhoudingen en collectieve voorzieningen veel te veel uitnodigde tot geldverkwisting, afhankelijkheid en bevoordeling van ouderen ten opzichte van jongeren, zoals D66 al meer dan tien jaar geleden in zijn verkiezingsprogramma's schreef? Beter laat dan nooit.
    Maar wat deed Halsema dan bij de grote demonstratie op het Museumplein, waar behoudzuchtige politici en vakbondsleiders de kosten van bijvoorbeeld de VUT en het prepensioen probeerden af te wentelen op jongeren? Of draait het hier eigenlijk om een electoraal motief? Heeft Halsema achterom gekeken en gezien dat ze haar achterban kwijt is geraakt aan haar politieke buren PvdA en SP, en geconcludeerd dat ze op zoek moet naar nieuwe kiezers? Jezelf links-liberaal noemen betekent nogal wat voor je kijk op de rol van de overheid in het persoonlijk leven van mensen, voor je sociaal-economische agenda, en voor vraagstukken als individualisering, vergrijzing, globalisering en integratie. Dan kom je, als je tenminste consistent en niet al te opportunistisch wilt denken, tot standpunten die in de traditionele achterban van Groenlinks, voorzichtig uitgedrukt, tot enige discussie leiden.
     Maar ere wie ere toekomt: het initiatief van Halsema haar partij te bewegen in een politieke richting die voor GroenLinks volstrekt nieuw en onbekend terrein vormt, is moedig. Zelf ben ik al jarenlang betrokken bij allerlei initiatieven voor sociaal-liberale samenwerking, dwars door alle partijen heen. En in zijn pamflet Op weg naar nieuwe solidariteit heeft D66-leider Boris Dittrich niet alleen het sociaal-liberaal gedachtegoed toegepast op een aantal grote vraagstukken voor het komende decennium, maar ook een open uitnodiging tot samenwerking gedaan aan iedereen die de sociaal-liberale stroming wil helpen verbreden en versterken. D66'ers zitten nu eenmaal niet vastgeroest in het huidige partijpolitieke stelsel.
    Hoe zit dat met Halsema? Als de poging om het links-liberalisme te omarmen oprecht is en niet ingegeven door electorale motieven, hoop ik op een serieus gesprek.


De Volkskrant, 20-10-2005, door Dick Pels, lid van de links-liberale denktank Waterland.

Vrijheid is dubbelzinnig goed

De discussie rond het boek Vrijheid als ideaal heeft alle kenmerken van een mediahype. Alles in het boek wordt toegeschreven aan een bekende Nederlander (in dit geval Femke Halsema), argumenten worden versimpeld tot hapklare brokken (Femke kiest voor het individualisme en tegen gemeenschapszin) en er wordt een vals spektakel opgevoerd (Femke en dus GroenLinks maken een ruk naar rechts). Natuurlijk bevordert dat de verkoop van het boek, waardoor sommigen behalve het nawoord van Halsema ook andere hoofdstukken gaan lezen. Als medeauteur hoort u mij daarover dan ook niet klagen.
    Wel irriteert dat het boek zelf in zo'n hype geen rol meer speelt, omdat de ene stukjesschrijver op de vorige afgaat. Duidelijk is dat Warmelink (Forum, 18 oktober) het boek niet heeft gelezen en alleen reageert op de 'vijandige' reactie van Halsema en Snels (Forum, 14 oktober) op het besprekingsartikel van Kraaijeveld (het Betoog, 8 oktober).
    Warmelink dramatiseert tegenstellingen die de auteurs van de bundel juist achter zich proberen te laten. Dat socialisme en liberalisme, verzorgingsstaat en individualisme niet samengaan, is volgens hem 'een waarheid als een koe'. Óf je stelt het individu voorop, óf de gemeenschap; allebei tegelijk 'is onmogelijk of leeg'. De keuze om liberale, individuele vrijheid als uitgangspunt te nemen voor linkse politiek is daarom 'principieel onjuist'.
    Maar de leegte schuilt juist in de hoofden van hen die zeuren over de leegte van links. Het sociaal-individualisme dat in het boek wordt aangeprezen, wordt door Wansink (Forum, 18 oktober) een 'vierkante cirkel' genoemd. Die dooddoener laat zien dat bij velen de intellectuele en politieke fantasie ontbreekt ouderwetse reflexen te ontstijgen en nieuwe ideeën een kans te geven.
    De verzoeningen tussen socialisme en liberalisme en tussen individualisme en gemeenschapszin, staan al veel langer op de linkse politieke agenda. Sociaalindividualisme (een term die is ontleend aan de socialistische denker Jacques de Kadt) is een poging om aan die verzoening een nieuw en eigentijds gezicht te geven. Het liberalisme is niet vanzelf al sociaal, zoals bijvoorbeeld Mark Rutte en de opstellers van het VVD-Manifest geloven..Maar het is evenmin waar, zoals linkse moralisten als Kraaijeveld en Warmelink in spiegelbeeld menen, dat het liberalisme per definitie asociaal en dus taboe is.
    Het is daarentegen de moeite ';waard de dynamiek van het individualisme te socialiseren, om zo de door rechts geperverteerde vrijheid en vrijzinnigheid terug te winnen voor links. Daarbij is het zinloos op een abstracte manier vast te houden aan het primaat van het individu boven de gemeenschap of het omgekeerde daarvan. Individuen worden gemaakt en gevormd door hun gemeenschappen en tradities, en niemand kan overleven en zich ontplooien zonder de bescherming en de arbeidsdeling die sociale verbanden bieden.
    Autonomie en persoonlijke vrijheid worden niet alleen mogelijk gemaakt, maar ook tegengewerkt door sociale collectieven - en zijn in sommige gevallen alleen te realiseren doordat individuen zich afzetten tegen de groep. De individuele vrijheid wordt niet alleen geboren in de schoot van de gemeenschap en de traditie (de familie, het gezin, de democratische rechtsstaat), maar moet ook vaak op deze instituties worden bevochten (een generatieconflict, een scheiding, een verdere democratisering van de democratie).
    Vrijheid is dus een dubbelzinnig goed. Zij kan alleen opbloeien in gemeenschappen, maar wordt door diezelfde gemeenschappen gemakkelijk onder druk gezet. Het sociaal-individua-lisme wil recht doen aan beide zijden van deze medaille. In die zin valt het samen met een nieuw gemeenschapsideaal. Sociaal-individualisten willen zware, gesloten gemeenschappen veranderen in lichte, open gemeenschappen. Dat is de vierkante cirkel die ouderwets links en nieuw rechts tot nu toe boven de pet gaat.


Red.:   Daar zegt Pels tot slot een waar ding: vrijheid is een dubbelzinnig goed. Wie vrijheid tot zijn doel verheft, spreekt dus dubbelzinnige taal. Het is dan niet verwonderlijk dat anderen terugvallen naar de meer gebruikelijke uitleg van van de woorden van die taal. Bij liberalisme is die normale betekenis duidelijk - dat is die van de VVD. Het is bekend genoeg wanneer socialisten dit soort taal gaan uiten: vlak voor het moment dat ze ophouden socialist te zijn.


De Volkskrant, 20-10-2005, door Paul van Seters, hoogleraar globalisering en duurzame ontwikkeling aan de Tias Business School van de Universiteit van Tilburg.

Halsema's links-liberalisme is simplistisch

Tussentitel: Waterig compromis tussen liberalisme en gemeenschap

Het debat over links-liberalisme wordt door GroenLinksers te simpel teruggebracht tot een tegenstelling tussen individu en gemeenschap, vindt Paul van Seters. Op zijn beurt constateert Kees Vendrik dat D66 geen oog heeft voor verschillen in vrijheid door armoede en uitsluiting.

Het liberalisme stelt individuele vrijheid boven de belangen van de gemeenschap. Het socialisme gaat uit van het omgekeerde: individuele rechten zijn ondergeschikt aan die van de gemeenschap. Aldus Kees Kraaijeveld in zijn bespreking van het boek Vrijheid als ideaal (het Betoog, 8 oktober).
    Femke Halsema en Bart Snels beschouwen deze stelling als een grove simplificatie (Forum, 14 oktober). In de politieke filosofie hebben liberalen en gemeenschapsdenkers of communitaristen weliswaar lange tijd lijnrecht tegenover elkaar gestaan, maar die aloude tegenstelling is volgens Halsema en Snels inmiddels wezenlijk afgezwakt en daarmee achterhaald. Liberalen erkennen dat individuen deel uitmaken van gemeenschappen waaraan zij hun identiteit ontlenen en communitaristen zien in dat gemeenschappen individuen niet mogen onderdrukken, en hen de ruimte moeten laten voor autonome keuzevrijheid.
    Aan het betoog van Halsema en Snels vallen vier zaken op. In de eerste plaats geven zij een veel te simpel beeld van het liberalisme-communitarisme debat. Zij verwijzen naar John Rawls, Amartya Sen en Michael Walzer. Maar de tegenstelling individu-gemeenschap zal men in het werk van deze protagonisten vergeefs zoeken.
    In werkelijkheid heeft in het liberalisme-communitarisme debat iets heel anders centraal gestaan, te weten de conceptualisering van het persoonsbegrip, gekoppeld aan het gemeenschapsbegrip. Het is dus niet de tegenstelling tussen individu en gemeenschap waar dit debat om draait, maar de bijzondere verhouding tussen die twee.
    In de tweede plaats is de verwijzing van Halsema en Snels naar het einde van het liberalisme-communitarisme debat schromelijk voorbarig. De confrontatie van de tradities van het liberalisme en het gemeenschapsdenken leidt ook vandaag de dag nog tot spraakmakend academisch werk. Die confrontatie geeft geen zicht op het waterige compromis van Halsema en Snels, maar wel op de verwevenheid van individuele rechten met verantwoordelijkheden tegenover de gemeenschap.
    In de derde plaats zijn Halsema en Snels selectief in hun bronnen. Het maakt een vreemde indruk in dit verband uitsluitend Rawls, Sen, en Walzer te noemen. Nog vreemder is de indruk die men overhoudt aan Vrijheid als ideaal. Daar wordt uitgebreid aandacht besteed aan het communitarisme, met name door Dick Pels. Maar de belangrijkste bron van het hedendaagse gemeenschapsdenken, te weten het Amerikaanse nieuwe communitarisme (Benjamin Barber, Robert Bellah, Amitai Etzioni, Mary Ann Glendon, Philip Selznick en anderen), komt in dat hele boek niet voor. De links-liberalen pakken de draad van het ethische gemeenschapsdenken liever op bij Willem Banning (1888-1971) en die van het sociaal individualisme bij Jacques de Kadt (1897-1988). Deze blikvernauwing wordt bevestigd in de bijdrage van Pels (Forum, 20 oktober).
    In de vierde plaats is er de veeg die Balkenende krijgt uitgedeeld. Halsema en Snels wantrouwen 'een van bovenaf opgelegde moraal zoals die tot uitdrukking komt in (...) de Balkenende-lijstjes van gemeenschappelijke waarden en normen'. Die veeg is onverdiend.
Het publieke debat over waarden en normen is een paar jaar geleden op gang gebracht door de persoonlijke inzet van Balkenende. In de Kamer kreeg hij opvallend veel steun voor zijn inzet, ook van liberale zijde en van de oppositie. Een ruiterlijke erkenning van deze verdienste kan er kennelijk niet af.
    Belangrijker is de misvatting dat Balkenende moraal 'van bovenaf wil 'opleggen'. Balkenende, die zijn Etzioni kent, weet als geen ander dat waarden en normen 'van onderop' ontstaan, door interactie en dialoog tussen individuen, in groepen en gemeenschappen. Halsema en Snels verzetten zich terecht tegen de simpele tegenstelling individu-gemeenschap van Kraaijeveld. Maar wat zij daarvoor in de plaats stellen, is in feite even simplistisch. Het links-liberalisme kan beter, en verdient beter.


IRP:   Wat betreft de kritiek op Balkenende's aanroepen van normen en waarden slaan zowel Halsema als Van Seters de plank mis: het is niet de oproep tot moralitiet die niet deugt (Halsema), of de veroordeling daarvan (Van Seters), maar de reden om die oproep te veroordelen: het is niet omdat Balkennende toevallig premier is en deel van de politieke tegenstand, het is omdat Balkende de moraliteit beperkt tot algemeen sociaal gedrag, met kennelijke uitsluiting van sociaal-economisch gedrag. Het bevoordelen van de sterkeren is op zijn minst net zo onethisch en moreel verderfelijk als de zaken die Balkenende aanroept, en mogelijkerwijs is het zelfs een deel van de oorzaak van die zaken. Balkenende is moreel verderfelijk in zijn eenzijdigheid, en in die verderfelijkheid wordt hij in belangrijke mate gesteund door linksige partijen en individuen, die ook weinig tot niet bereid zijn als deel van de maatschappelijke top verworven materiële rechten op te geven.


De Volkskrant, 20-10-2005, door Kees Vendrik, financieel-economisch woordvoerder van Groenlinks in de Tweede Kamer.

D66 heeft vrijheid voor velen opgegeven

Tussentitel: Kabinet beschouwt solidariteit als last, niet als opdracht

Links behoort zoveel mogelijk vrijheid voor zoveel mogelijk mensen te organiseren. Femke Halsema heeft in de bundel Vrijheid als Ideaal ons krachtig herinnerd aan deze klassieke missie. Dat wordt niet overal goed begrepen, zoals Dick Pels (Forum, 20 oktober) opmerkt. Dat geldt ook voor Lousewies van der Laan (ook 20 oktober). Volgens haar zitten bevoogdende staatsarrangementen diep in de genen van GroenLinks. Werk aan de winkel voor Halsema als zij 'staatsordening wil inruilen voor individuele keuzevrijheid, en sociaal-economische behoudzucht en stagnatie voor toekomstgericht denken'.
    Dit zegt meer over D66 dan over GroenLinks. Wie kiest voor vrijheid, pleit kennelijk tegen staatsoptreden. Zo zien conservatief-liberalen het graag. Verschillen in vrijheid zijn daarom geen voorwerp van politieke interventie, maar een fact of life. Bestrijding van bijvoorbeeld armoede en uitsluiting, één van de meest schrijnende bronnen van onvrijheid, is geen taak voor de politiek. Lijkt me niet erg links-liberaal.
    Vervolgens neemt Van der Laan Halsema de maat in de discussie jong-oud. Moeten rijke AOW'ers meebetalen aan de AOW, opdat jongeren niet voor de rekening van de vergrijzing opdraaien? Zij vergeet dat het 'behoudzuchtige' GroenLinks vanaf de oprichting in 1989 hiervoor pleit. Ze zou moeten weten dat D66 een kabinet steunt dat hierop een taboe heeft gelegd, zo ook de hypotheekrenteaftrek en de overmatig gesubsidieerde pensioenopbouw voor hogere inkomensgroepen. Duur en onsolidair: arm betaalt voor rijk en jong voor oud. Bij voorstellen van GroenLinks ter correctie gaf D66 nimmer thuis.
    Ook inzake VUT/prepensioen neemt Van der Laan samen met CDA en VVD de (rijke) ouderen consequent in bescherming. Het kabinet schafte de fiscale subsidie voor vervroegd uittreden af, met uitzondering van ouderen boven de 55 jaar. Zo gaan jongeren meebetalen aan vroegpensioenregelingen waar zij krachtens de fiscale wetgeving nooit gebruik van mogen maken. Voor hén is er de levensloopregeling, waarvan de meeste mensen met een bescheiden inkomen nauwelijks gebruik kunnen maken. Die regeling levert vooral (alweer) een mooie aftrekpost op voor rijke, oude mannen.
    Ik neem het Van der Laan niet kwalijk, dat ze erin is getuind. Het kabinet heeft met succes het , beeld neergezet dat het opkomt voor jongeren. Niets is minder waar: VUT/prepensioen, WAO-herkeuringen, de eerste WW-voorstellen, hypotheekrenteaftrek, AOW, overmatige pensioenopbouw, Balkenende II kiest consequent voor oud en rijk en laat jong en arm betalen. Zo wordt de tweedeling georganiseerd.
    De boodschap aan jongeren en gemarginaliseerde groepen op de arbeidsmarkt is vooral hardvochtig: u zoekt het zelf maar uit. Hun vrijheid wordt niet meer georganiseerd. Solidariteit is een last en geen politieke opdracht. Halsema bepleit geen afbraak, maar modernisering van de verzorgingsstaat, omdat die op participatie en emancipatie onvoldoende scoort. Teveel privileges voor insiders, te weinig kansen voor outsiders, zoals flexwerkers, working poor, allochtonen en vrouwen. Teveel uitkeringen en armoede, te weinig werk en arbeid op maat.
Teveel bevoogding, te weinig zelfredzaamheid. Teveel disciplinering, te weinig ruimte voor eigen initiatief. Dát is vrijzinnig links.
    Wij stonden vol overtuiging op het Museumplein, om de lusten en lasten nu en in de toekomst eerlijk te delen; om (fiscale) hervormingen af te dwingen; om fatsoenlijke kinderopvang op te eisen; om Melketiers te redden van de bijstand; om de botte bijl van de WAO-herkeuringen voor arbeidsongeschikten jonger dan 50 aan de kaak te stellen; om te voorkomen dat de bezuinigingen op de WW worden afgewenteld op jongeren; om te protesteren tegen de denivellering als gevolg van het nieuwe zorgstelsel; om aandacht te vragen voor twee miljoen kansarme Nederlanders die straks langs de kant staan en waarop minister De Geus nog geen antwoord heeft. Omdat we wérkelijke hervormingen en modernisering van de sociale staat Nederland willen. Om zoveel mogelijk vrijheid te organiseren voor zoveel mogelijk mensen. Waar was D66 eigenlijk?


De Volkskrant
, 15-11-2005, door Peter Gortzak, lid Federatiebestuur FNV, Henk van der Kolk, voorzitter FNV Bondgenoten. Anja Jongbloed, lid dagelijks bestuur FNV Bondgenoten, Jenneke van Pijpen, vice-voorzitter ABVAKABO FNV, Ronald Paping, lid dagelijks bestuur ABVAKABO FNV.

Linkse droom kan niet om machtsverschillen heen


Tussentitel: Droomnota glijdt af naar modieus geneuzel en wartaal

De nieuw discussienota van Groenlinks schiet enkele vakbondsbestuurders, met dezelfde politieke kleur, in het verkeerde keelgat.

Op 11 november (Voorpagina) werden wij verrast door de discussienota van Femke Halsema en Ineke van Gent Vrijheid eerlijk delen. Daarin staan tal van voorstellen voor sociale politiek. Sommige lijken zinvol, andere verdienen het serieus te worden bediscussieerd. Sanering van inkomensafhankelijke regelingen, een meer progressieve belasting, ook rijke gepensioneerden mee laten betalen aan de AOW, werkzekerheid boven baanzekerheid, werk tegen loon voor kan~arme werklozen en kinderopvang een basisvoorziening. Allemaal voorstellen die het bespreken waard zijn. Dat er daarbij (ook pijnlijke) keuzen gemaakt moeten worden, is logisch. Dat die keuzen bedoeld zijn om kansarmen te steunen, is een hoeksteen van GroenLinkse politiek.
    De discussienota gaat echter in de fout wat betreft de visie, hetgeen zich uiteindelijk vertaalt in onzinnige voorstellen die juist het tegenovergestelde bewerkstelligen van wat linkse politiek vermag: het voor elkaar opkomen om rechtvaardige verhoudingen te krijgen.
    Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de hele nota voortbouwt op de eerste zin: 'Er bestaat een land, aan de horizon, met ontspannen sociale verhoudingen.' Een mooie droom, maar van politici mag je verwachten dat ze rekening houden met de werkelijkheid.
En die is niet zo ontspannen. Machtsverhoudingen, ongelijkheid' tegenstellingen en onzekerheid horen bij de samenleving. Linkse politiek die daarmee geen rekening houdt, glijdt af naar modieus liberaal geneuzel. En dat is wat helaas in deze nota gebeurt.
    De nota moet daarbij eens nagekeken worden op feitelijke onjuistheden en inconsistenties. De hervormingen van de WW, bijvoorbeeld, betekenen al een verkorting van de duur en gingen juist niet ten koste van jongeren en vrouwen. En het is toch hopelijk niet schandelijk dat de vakbeweging loonschalen heeft 'uitonderhandeld', waardoor werknemers aan de onderkant iets meer dan het minimumloon verdienen?
    Ook verkondigt de nota eerst dat alle inkomensafhankelijke regelingen moeten worden afgeschaft, om een halve pagina later nieuwe regelingen voor kinderen en studenten te introduceren, alsmede een inkomensafhankelijke arbeidskorting. De levensloopregeling waar GroenLinks vorig jaar nog zo voor was, moet nu opeens verdwijnen.Is dit niet veelzeggend over de grilligheid van de politiek?
    Laten we dieper ingaan op de harde werkelijkheid. Er staan veel mensen aan de kant. Een groot deel van hen wil graag werken, dus het voorgestelde participatiecontract (werken tegen minimumloon) is zo gek nog niet. Maar wij zien dat de politiek met een sluitende aanpak, gesubsidieerde ar. beid et cetera, tot nu toe slechts heeft gefaald. Die banen komen er niet en wij vragen ons af of die grote groep kansarmen tot in lengte van jaren aan het werk moeten blijven tegen het minimumloon.
    Hoog wordt opgegeven van het Scandinavische model: het combineren van goede inkomensbescherming met een flexibele arbeidsmarkt en een activerend arbeidsmarktbeleid. De ontslagbescherming moet worden beperkt, zodat werknemers makkelijker bij het grofvuil gezet kunnen worden. Werkgevers zullen dit fijn vinden, maar wat betekent dit voor werknemers die tien, twintig of soms dertig jaar ergens gewerkt hebben?
Die moeten dus in de WW, die volgens de nota nog verder bekort moet worden. Een ontspannen samenleving ontstaat als mensen een bepaalde mate van bescherming en zekerheid hebben. Wil GroenLinks die twee niet meer bieden? Het resultaat van deze voorstellen is inderdaad meer gelijkheid van kansen, maar wel op een zeer laag niveau.
    We zijn ook bezorgd om al die mensen die geen uitkering krijgen, maar wel een recht op participatie. Niet iedereen kan participeren en dit soort voorstellen zijn een vrijbrief de uitkeringen nog verder te verlagen. Het opgeven van 'verzorgende arrangementen' is veel makkelijker dan iets volwaardigs ervoor in de plaats zetten.
    De nota eindigt in wartaal over de rol van de vakbeweging bij de collectieve belangenbehartiging (CAO's, sociale plannen en centrale akkoorden). Halsema en Van Gent vinden dat alle werknemers daarover wat te zeggen moeten krijgen. Dat is een interessant discussiepunt; binnen de FNV wordt ook geëxperimenteerd met vormen van directe democratie.
    Een gemiste kans is dat de discussienota niet ingaat op de groeiende praktijk van werkgevers om' met niet-representatieve bonden bindende afspraken te maken.
Ook blijft het oneigenlijk dat niet-leden profiteren van vakbondsinspanningen waarvoor de leden betalen. Daar heeft de discussienota echter een antwoord op: werknemers moeten kunnen kiezen welke bond namens hen onderhandelt. Wie gaat dat in hemelsnaam organiseren en hoe wordt de deskundigheid en de onafhankelijkheid van werkgevers gegarandeerd?
    Allemaal gefinancierd door de werkgever en bonden die alleen nog een verenigingsfunctie hebben voor: .individuele belangenbehartiging (maar heel inconsistent: wel een stakingskas), maar niet meer voor de collectieve en politieke belangenbehartiging, want dat gaat via de verkiezingsmarkt.
    Wie organiseert dan de vakbondsacties, zoals vorig najaar waar jullie met plezier jezelf geprofileerd hebben?
    De oude verzorgingsstaat is niet heilig en 'oude vormen en gedachten' ook niet. GroenLinkse politiek moet vrijheid combineren met rechtvaardigheid en solidariteit. Kansarmen en outsiders meer kansen bieden, is een uitdaging, maar de oplossing zit eerder in minder dromerige voorstellen, zoals:
  - betere ontslagbescherming voor flexwerkers;
  - verschuiving lasten, om arbeid aan de onderkant te stimuleren;
  - maatregelen tegen valse concurrentie op arbeidsvoorwaarden
  - afspraken over scholing, stages, discriminatie, werkgelegenheid voor jongeren en allochtonen;
  - participatiebanen met een volwaardige beloning;
  - individualisering van alle sociale zekerheidsrechten en kinderopvang als basisvoorziening.
      Femke en Ineke, denken jullie echt dat de minstbedeelden beter worden van jullie voorstellen? Wordt wakker, en denk eens na.


De Volkskrant, 19-11-2005, ingezonden brief van Frank Scimone (Amsterdam)

GroenLinks slaat plank mis

Met de discussienota 'Vrijheid eerlijk delen' slaat GroenLinks de plank helemaal mis, want weer worden groepen tegen elkaar uitgespeeld. Aan de ene kant zijn er 'laagopgeleide vrouwen, jongeren, gedeeltelijk arbeidsongeschikten en migranten' die geen perspectief hebben. Aan de andere kant 'oudere mannen met een hoge opleiding' en 'welgestelde 65-plussers'.
    Maar geen woord over het feit dat er honderdduizenden mensen zijn van boven de vijftig die niet meer aan de bak komen door leeftijdsdiscriminatie. Of dat de arbeidsparticipatie van mensen van boven de 65 in Nederland het laagst ter wereld is.
    De volgende punten mis ik in uw programma: Bij het solliciteren moet discriminatie wegens zowel afkomst als leeftijd krachtig worden bestreden. Er moet een' einde komen aan vervroegde uittredingsregelingen. De overheid moet het in dienst nemen van gepensioneerden fiscaal aantrekkelijk maken. Het zou ook helpen als werkgevers mensen in dienst nemen omdat ze gekwalificeerd zijn.


De Volkskrant, 19-11-2005, ingezonden brief van Jack van der Winkel (Culemborg)

Iron Lady

De nota 'Vrijheid eerlijk delen' kan zo in het VVD programma worden opgenomen. Dit is natuurlijk niet zo verwonderlijk want GroenLinks vertegenwoordigt voornamelijk de rijke elitaire Nederlanders. Voor hen zou het ideaal zijn als zij konden beschikken over een klusjesman, oppas of schoonmaker voor het minimumloon. Die dan tevens, als de rijke elitaire Nederlander niet te spreken zou zijn over de door deze minimumloner geleverde prestatie, door de versoepeling van het ontslagrecht direct op straat kan worden gezet.
    Verder wil Groenlinks een eind maken aan de monopoliepositie van de vakbonden. Onvoorstelbaar van een partij die nog niet zo lang geleden een voormalige vakbondsbestuurder als fractievoorzitter had. Als deze plannen van Groenlinks ooit zullen -worden gerealiseerd, ziet het er slecht uit voor de gewone werkende mensen. Amerikaanse toestanden worden dan hun deel. Om in leven te blijven zullen zij naast hun gewone baan nog een of twee banen erbij moeten nemen. Als die er al zijn.
    Verder zullen zij, net als in Amerika, niet meer kunnen rekenen op de macht van de vakbeweging om voor hun rechten op te komen. Groenlinks vindt dat de vakbonden zich te veel richten op de belangen van de oudere werknemers. Mevrouw Halsema, u bent nog relatief jong en werkt niet voor een klein loontje in een fabriek. U weet dus niet wat het is om, na een leven van hard werken, rond het 55ste levensjaar als oud vuil te worden afgedankt. De enige organisatie die het dan nog voor deze ouderen opneemt, is een vakbond. Dat mag dus niet meer van u. Klinkt dit niet bekend? Ach ja, dat wilde toch ook Margaret Thatcher, de zogenaamde Iron Lady.


De Volkskrant, 06-01-2006, ANP

Femke Halsema ‘liberaal van het jaar'

De liberale jongerenorganisatie JOVD heeft GroenLinks-leider Femke Halsema vrijdag uitgeroepen tot ‘liberaal van het jaar’. Die titel verleent de JOVD jaarlijks aan iemand die zich in het maatschappelijk debat liberaal heeft geprofileerd.

Halsema krijgt de prijs wegens haar vorig jaar verschenen manifest Vrijheid eerlijk delen, waarin ze pleit voor een drastische modernisering van de ‘krachteloze verzorgingsstaat’. Ze stelt onder meer voor om de duur van de WW te bekorten en het ontslagrecht te versoepelen.
    Volgens de JOVD wijzen de sterk toegenomen aandacht in het manifest voor de individuele vrijheid op ‘een nieuwe liberale lente’ bij GroenLinks. ‘Er is duidelijk sprake van een ommekeer bij de partij met socialistische wortels.’
    De titel ‘liberaal van het jaar’ ging vorig jaar naar VVD-minister Dekker van VROM en in 2004 naar CDA-minister De Geus van Sociale Zaken.


Terug naar Linkse denkfouten, vrijheid  , Politiek lijst  , Hiërarchie sociologie  , of naar site home  .