De Volkskrant, 02-04-2005, ingezonden brief van Abdul Haq Compier (Amstelveen) medewerker Al-Islaam, tijdschrift van Ahmadiyya Moslim Gemeenschap

'Fundamentalisme' even niet gebruiken

In haar heldere analyse van het boekje Brieven aan Ayaan Hirsi Ali (Cicero, 25 maart) ontmaskert Anet Bleich de zelfbenoemde strijders voor Verlichting en 'ongeschreven waarden en normen' als dogmatische atheïsten en inquisiteurs. Ze schrijft dat een combinatie van verlichting en fundamentalisme een contradictio in terminis is.
    Het begrip fundamentalisme is echter helemaal niet geschikt om onderscheid te maken in deze. Elke leer, of het nu de islam of het verlichtingsdenken is, kent overgeleverde geloofswaarheden. Binnen elke overlevering staan altijd priesters klaar om de macht te grijpen in naam van de leer. Wanneer dit gebeurt, worden vrijwel altijd de meest fundamentele leerstellingen onder de voet gelopen.
    Het recht op vrije keus is vaak de eerste. 'Fundamentalisme' is dan een misleidende beschrijving, waarbij in feite de overgeleverde leer wordt gekaapt door haar tegengestelden: hysterie en wetteloosheid.
    Dit geldt voor de Verlichting net zo. In de koran wordt expliciet gesteld dat 'er geen dwang is in godsdienst' (o.a. vers 2:257) en dat men niet zomaar kan uitgaan van een overgeleverde waarheid (o.a. vers 5:105).
    Ik meen dat veel voorvechters van de Verlichting na goede bestudering tevreden zullen zijn met de waarden van de islam. Vaak wordt vergeten dat de islam een grote bijdrage heeft geleverd aan zowel de Europese Renaissance als de Verlichting.
    Ik pleit er dan ook voor om een tijdje helemaal af te zien van het woord fundamentalisme. Het zaait alleen maar verdeeldheid.
    Net zo min als wij de 'kapers' van de Verlichting moeten eren niet de suggestie dat zij de fundamenten ervan beschermen, zo moeten wij ook de hijackers van de islam niet in de kaart spelen door voor hen de naam 'moslimfundamentalisten' te reserveren. Ook voor onze jongeren zou dat veel verwarring schelen.


Red.:  Uit stuk blijkt overduidelijk wat de schrijver, een religieus iemand, denkt waarvoor Bleich kiest in de fundamentele tegenstelling tussen verlichting en religie: voor religie.
    Uit dit verhaal blijkt ook een verwarring van twee zaken: de sterkte van het geloof en de sterkte van het fundamentalisme. Als mensen minder sterk in hun geloof zitten, zijn ze minder fundamentalistisch. Dat betekent niet dat het geloof minder fundamentalistische is, maar de gelovigen minder gelovig. De meeste godsdiensten zijn fundamentalistisch, en de joods-christelijk-mohammedaanse godsdienst is wat dat betreft een van de ergste. De tijd van de bloei van de beschaving waarin de islam het standaard geloof is, betekent absoluut niet dat dit komt door de invloed van de islam. Er is veel meer voor te zeggen dat dit juist komt door een tijdelijke beperking van de invloed van de islam, waardoor in de Arabische landen wetenschappers meer vrijheid hadden dan in het toen strenger geloviger Europa. Het gebruik van het woord fundamentalisme in combinatie met godsdienst is dus een pleonasme. 'Moslimfundamentalisten' zijn gewoon goede moslims, doe anderen zijn verschillende variaties van wat door bioloog en columnist Ronald Plasterk 'ietsisten' zijn gedoopt: mensen die geloven dat er wel iets is, maar daar eigenlijk niet zo erg bij stil staan. Het zijn eigenlijk geen erg-gelovigen. En naarmate ze meer 'ietsist' zijn, en minder gelovig, zijn ze minder gevaarlijk. Er een een overdaad aan bewijs voor deze constatering.


Naar Analyse 30-03-2005  , Allochtonen overzicht  , PC club  , Politiek lijst  , Media lijst  , Politiek & Media overzicht  , of site home  .