De Volkskrant, 26-05-2006, column door Herman Franke
Iedereen is tot één woord terug te brengen
De Nederlandse politiek is in de ban geraakt van slagzinnen. Dat komt omdat
pakweg 20 procent van het Nederlandse electoraat bestaat uit rancuneuze
spitsburgers die politici als elitaire, leugenachtige zakkenvullers beschouwen
en die het liefst alle gekleurde allochtonen het land zouden uitschoppen. Elke
keer als er een politicus opstaat die deze sentimenten bevestigt, strijken ze
erop neer als een zwalkende zwerm spreeuwen. Je kunt ze lokken met slagzinnen.
Pim Fortuyn lukte het met Ik zeg wat ik denk, ik doe wat ik zeg. Geert Wilders
zocht, maar hij kwam niet verder dan kransloze klare wijn en de zwerm liet hem
rechts liggen. Eerdmans, Nawijn en Pastors hoorden zichzelf te graag vieze taal
uitslaan en vergaten een slagzin te bedenken. Met Bos bent u de klos, rijmde
Maxime Verhagen. De spreeuwen overstemden hem. Alleen Verdonk trof recht door
zee opnieuw de ware toon van de xenofobe lokroep met regels zijn regels. De
zwerm wist waar hij luid kwetterend landen moest.
Toch lijkt het erop dat de spreeuwen al weer op zoek moeten
naar een nieuwe boom, want op het gestuntel rond de naturalisatie van Ayaan
Hirsi Ali past de slagzin: Verdonk zonk. Ga ik nu net als de Nederlandse
politiek te kort door de bocht? Ja, maar ik heb het excuus van een obsessief
geloof in de zeggingskracht van weinig woorden, ja, van één woord zelfs.
Achteraf bezien begon die obsessie toen ik na zijn
‘verlossing’ de brieven las die Gerard Reve in 1981 schreef vanuit zijn Franse
huis in Le Poët-Laval aan de criticus Jaap Goedegebuure. Daarin beweert hij dat
elke schrijver maar één thema heeft. Bij Wolkers zou dat driftbevrediging zijn,
bij Mulisch macht en aanzien (‘voor hemzelf wel te verstaan’), bij Campert
leegte (‘helaas is diens thema ook meteen zijn motief, zodat zijn werk niets
inhoudt’), bij Hermans identiteit en bij hemzelf verlossing.
Ik staarde voor me uit en was verloren. Behept met een
gezonde egocentrische belangstelling stelde ik eerst mijn eigen thema vast
(obsessie). Toen volgden A.F.Th. (onbeperktheid), Thomas Rosenboom (falen),
Manon Uphoff (lichamelijkheid), Arthur Japin (uitstoting), Jan Siebelink
(geloof) en Connie Palmen (beroemdheid). Daarna kon ik geen schrijversnaam meer
zien of ik rustte niet voordat ik zijn of haar thema had vastgesteld. Ik kreeg
slapeloze nachten met visioenen van een heel dik boek waarin alle schrijvers van
de wereld stonden vermeld met hun thema. Dostojevski (schuld), Flaubert
(verleiding), Faulkner (doem), Coetzee (loutering)…het dreigde, jawel, een
obsessie te worden en ik sprak mezelf hard toe.
Juist toen mijn hoofd zich weer vertrouwd vulde met gepeins
over van alles en nog wat, begon ik aan Extreem luid & ongelooflijk dichtbij
van Jonathan Safran Foer (speuren). In deze roman gaat het wijsneuzige jongetje
Oskar op zoektocht naar het slot waarin de sleutel past die hij in een gebroken
vaas van zijn vader heeft gevonden, verpakt in een envelop waarop de naam Black
staat geschreven.
Zijn vader is omgekomen in een van Twin Towers. Oskar gelooft
dat de sleutel toegang biedt tot een mysterie dat misschien ook betekenis geeft
aan zijn vaders dood. Hij belt domweg aan bij alle New Yorkers die Black heten.
Een van de Blacks blijkt een bovenbuurman te zijn, een oud-journalist. Hij houdt
al tientallen jaren lang een ‘biografische index’ bij. Op systeemkaartjes heeft
hij de namen geschreven van iedereen die hij heeft ontmoet of over wie hij iets
heeft gelezen of geschreven. Hun biografie vat hij samen in één woord. ‘Iedereen
is tot één woord terug te brengen’, zegt hij. In het rijtje namen dat in de
roman staat afgedrukt, volstaat hij terecht erg vaak met de woorden ‘oorlog’ (Kissinger,
Che Guevara, Elie Wiesel, Schwarzenegger, Sharon, Arafat) en ‘geld’. Susan
Sontag moet het doen met ‘denken’ en Marilyn Monroe natuurlijk met ‘seks’.
Ik dacht aan Ard Schenk (schaatsen), Renate Rubinstein
(opinie), Appel (verf), Duisenberg (geld), De Jong (oorlog) en weer ging ik voor
de bijl. Dagenlang zat ik in vrije uurtjes de biografie van bekende Nederlanders
en van vrienden in één woord te vangen. En nu, na de tragische paspoortkomedie,
ben ik verslaafd aan de typering van politici met één woord. Ik ben tot de
volgende gekomen en hou me aanbevolen voor suggesties: Verdonk (bot), Hirsi Ali
(splijtzwam), Bos (okselfris), Verhagen (misdienaar), Balkenende (dood-in-de-pot),
Pechtold (kereltje, met dank aan Jan Blokker: rots).
Wanneer u dit leest, weet u waarschijnlijk wie de
lijsttrekker van de VVD wordt. De uitslag zou pas volgende week bekend worden
gemaakt, maar in het liberale gekkenhuis heeft vast al iemand gelekt. Toen ik
dit schreef, wist ik nog van niets. Misschien is het gezonken schip van Verdonk
in allerijl gelicht. In dat geval: Verdonk (gevaar), Nederland (zinkend).
Naar PC club, Franke
,
PC club
,
Politiek lijst
, Media lijst
, Politiek & Media overzicht
, of site home
.
|