Bronnen bij Innovatie: dienstensector

Minstens twee decennia was de opvatting dat Nederland het moest hebben van de dienstensector een economisch dogma; dat gold tot voor zeer recent. De theorie ontwikkeld op deze site beweert het dat in de economie gaat om de om de productie van goederen  . Voor praktische voorbeelden van de verschillende standpunten en een bewijs van de realiteit van het laatste, zie onder (de Volkskrant, 12-01-2005, artikel van Alexander Rinnooy Kan, lid van het Innovatie-platform, lid van de Raad van Bestuur ING Groep):
  Dienstverlening heeft de toekomst

Omdat de concurrentie van buiten Europa toeneemt zal de EU zich meer moeten toeleggen op versterking van de dienstensector, meent Alexander Rinnooy Kan.

Innovatie, onze nieuwe nationale en Europese prioriteit, wordt nog steeds te gemakkelijk geassocieerd met industrie en techniek, met veiligheidshelmen en reageerbuisjes, met listige koffiezetters en supersterke wondervezels Al die associaties zijn terecht, maar vormen slechts een deel van het verhaal - en voor Nederland een steeds kleiner deel. De economische toekomst van Nederland wordt in toenemende mate bepaald door onze prestaties als dienstverlener.

En deze meneer was zeer vele jaren hoogst invloedrijk.

Tegen die tijd waren er al wat tegengeluiden te horen geweest, die uitstekende argumenten hadden (de Volkskrant, 28-04-2004, van verslaggeefster Yvonne Zonderop):
  Interview | Hoogleraar Math de Vaan ziet geen reden alle heil van dienstensector te verwachten

'Hoogwaardige maakindustrie hebben we nodig'


Tussentitel: `Laat China maar rijker worden. Dat biedt kansen'

Als Nederland werkloos blijft toezien hoe de maakindustrie verhuist naar lagelonenlanden, kost dat welvaart, waarschuwt Math de Vaan van Berenschot. Nederland kan zijn geld niet alleen met dienstverlening verdienen.

Wat is er nu helemaal op tegen als de Nederlandse maakindustrie verhuist naar Oost-Europa of China? Het eenvoudige werk is daar beter op zijn plaats, en Nederland kan zich toespitsen op een hoogwaardige diensteneconomie. Prima toch?
    Math de Vaan, parttime hoogleraar aan de VU en adviseur bij Berenschot, krijgt de vraag regelmatig voorgeschoteld. Het antwoord is volgens hem simpel. 'De industrie is verantwoordelijk voor 70 procent van de Nederlandse export. Het is een economische trekker van jewelste. In discussies over lagelonenlanden gaat het vaak alleen over het direct verlies aan banen. Maar je moet ook macro-economisch kijken. Alles wat je niet zelf maakt, moet je importeren. Naarmate die balans slechter wordt, verarmt het land.'
    De Vaan onderzocht eind vorig jaar in Brabant en Limburg de uittocht van industriële bedrijvigheid naar lagelonenlanden. Er staan tachtigduizend banen op het spel, concludeerde hij. Dat komt neer op een mime halvering van de totale werkgelegenheid in de Zuid-Nederlandse maakindustrie.
    Erg? De Vaan vindt van wel. ...
    'Dat duidt op een hoge productiviteitsstijging, hoger dan bij de dienstensector. Dat kan onze economie goed gebruiken.'
    Nederland moet de maakindustrie dus zeker niet afschrijven, vindt De Vaan. Om het tij keren is een grondige vernieuwing nodig.
    De nadruk moet niet liggen op het eenvoudige maakwerk, want dat verdwijnt onherroepelijk. Alle aandacht moet naar integratie van kennis over maken en ontwerpen en over elektronica en software - een manier van werken die de lagelonenlanden niet beheersen, aldus De Vaan. Zonder zo'n omvorming dreigt het technologische draagvlak voor een verdere ontwikkeling geheel te verdwijnen - een doodvonnis op termijn.

Recente cijfers bevestigen de waarde van de dienstensector: er wordt zes keer zo weinig verdiend aan wederexport als aan echte export. Verdere inhoudelijke conclusies zijn overbodig.
     Waar wel nog het een ander over gezegd zou kunnen worden zijn alle dwazen die decennialang hebben beweerd dat Nederland het van de dienstensector moet hebben (de Volkskrant, 16-02-2005):
  Welvaart groeit door dozen schuiven

Het verhaal van de hernieuwde, bescheiden bloei van de Nederlandse economie is het verhaal van China, de Rotterdamse haven en heel veel containers die in hoog tempo worden doorgeschoven, het wijde Europa in. ...
    Made in Holland zijn de spullen uit Rotterdam steeds minder vaak. ... niet eerder was het gat tussen de groei van de wederuitvoer (17,5 procent groei in 2004) en de export van Hollandse waar (4.1 procent groei) zo groot ...
    Wederuitvoer levert minder op: tien eurocent per iedere euro export, rekende het Centraal Planbureau enige tijd geleden uit. Aan export van made in Holland-waar wordt in Nederland zestig eurocent per uitgevoerde euro verdiend, vooral doordat binnenlandse productie meer werkgelegenheid oplevert. ...


Andere voorbeelden hier  .


Naar Innovatie  , Innovatie lijst  ,  of site home  .