De wetenschappelijke methode

Omdat de natuurwetenschap een afstammeling is van de filosofie, wordt er door filosofen veel over gediscussieerd. Dat natuurwetenschap ook bijzonder succesvol is, zal ook wel een rol spelen, hoewel je dat niet zou verwachten als je ziet wat filosofen en andere intellectuelen leren van de natuurwetenschap: vrijwel niets.

Binnen de wetenschap zelf wordt er niet zo veel over haar methode gepraat - die kennen de wetenschappers toch wel en doen ze niet zo ingewikkeld over (een bekende formulering onder natuurkundigen is "Natuurkunde is niets meer dan georganiseerd gezond verstand"  uitleg of detail ).

Maar natuurlijk is het wel een issue binnen het onderwijs, speciaal het onderwijs richting toekomstige wetenschappers. Daar zou je een duur onderzoek naar kunnen doen, maar de moderne tijd maakt dat simpel - plus de voorkeur van Amerikanen voor grafieken  en plaatjes. Onderstaande is ongeveer de helft van de relevante resultaten van een google-afbeeldingen zoektocht met gebruik van de term "scientific method".

Raadpleeg eerst even snel de diverse resultaten - de reeks begint met de versie die op de rest van deze website gebruikt wordt. De figuren zijn (vrij) groot weergegeven, omdat het (verder) verkleinen onbevredigende resultaten geeft:

Zoveel ontwerpers, zoveel vormen. En er is hier en daar het een en ander weggelaten - waarschijnlijk uit hoofde van overzichtelijkheid. Maar het leidt geen enkele twijfel dat al die verschillende vormen één en hetzelfde beschrijven - iets waarvan het eerste diagram de meest volledige versie lijkt. Dé wetenschappelijke methode. En het leidt ook heel weinig twijfel wat het essentiële aspect is van die methode: de terugkoppeling naar "make observations"  .

Merk op dat al deze diagrammen gebaseerd zijn op een terugkoppeling naar iets dat heet "experiment (aan de werkelijkheid)" of "onderzoek (aan de werkelijkheid)" of gewoon "werkelijkheid" of iets dergelijks, en dat dan dus automatisch inhoudt een idee of opvatting van "werkelijkheid" oftewel "objectieve werkelijkheid" - "subjectieve werkelijkheid" is een contradictie: iets is subjectief (maakt deel uit van de binnenwereld van de geest of hersenen) of iets maakt deel uit van de werkelijkheid (maakt deel uit van de wereld buiten de hersenen). Zonder het idee of de opvatting van het bestaan van een objectieve werkelijkheid, zijn al deze diagrammen zinloos. Over subjectieve zaken kan alleen de geest van het betrokken individu geraadpleegd worden, en die is ontoegankelijk voor iedereen behalve het individu zelf.

Merk als tweede op dat dit dus meteen een definitie van "wetenschap" is. Dat uitsluit alles dat geen "objectieve werkelijkheid" erkent. Dit is een stap die de zogenaamde alfa-wetenschappen nauwelijks of niet kunnen maken en daarom zijn dit ook geen wetenschappen, maar op zijn hoogst studies - van een variërend niveau ergens tussen botanie (puur beschrijvend) en astrologie (pure onzin) in. Bij de gamma-wetenschappen kan dit wel  , alleen weigeren vrijwel alle gamma-wetenschappers, met name die in de diverse sociologische vakken  , het consequent  , omdat het hen onwelgevallige resultaten oplevert.

Overigens zijn bovenstaande diagrammen wel juist, maar niet het hele verhaal. De wetenschap is namelijk niet één monolithisch blok, maar opgebouwd uit vele onderdelen - vakgebieden. In een bepaald onderdeel kunnen de resultaten uit een ander vakgebied als "waar" worden aangenomen, zonder dat ze aan een verdere experimentele test worden onderworpen. Hetzelfde geldt voor resultaten uit het verleden, waarvan men meent dat deze al genoeg getest zijn. De complete wetenschappelijke methode is dus niet deze ene cirkel als boven geschetst, maar een hiërarchie van cirkels, ieder met hun eigen kenmerkende cyclus van tests - een cyclus in het voorfront van de wetenschap draait snel, en die in de basis draaien langzaam. Het veranderen van iets aan de wetenschappelijke basis kan dus lang duren - bekend geworden door de beschrijving van Thomas Kuhn in het boek "The Structure of Scientific Revolutions"  (Wikipedia).

Een andere toevoeging is dat tests niet altijd eenduidige antwoorden geven. Of niet altijd eenduidig geïnterpreteerd kunnen worden. En voor dat 'niet altijd' leze men "nooit", als je absolute eenduidigheid zou verlangen. Dat wordt opgelost door veel tests te doen, liefst op meerdere manieren, en nog liever door verschillende onderzoekers of onderzoeksgroepen. En naarmate een specifieke test meer afwijkt van datgene dat men op grond van de rest van de bekende wetenschap verwacht, worden de eisen gesteld aan herhaling en controle door anderen strenger. Moderne wetenschap is een gemeenschapsproces en geen som van individuele inspanningen  .

Er is hier nog één principieel voorbehoud te maken: wij vertalen in Nederland "science" als "wetenschap", maar die vertaling is strikt genomen onjuist. Met "science" bedoelen Engelstaligen niet "wetenschap" maar "natuurwetenschap", en dat is echt niet hetzelfde - wat wij verder nog onder "wetenschap" scharen, de alfa- en gammavakken, verzamelen de Engelstaligen onder "humanities", wat wij "menswetenschappen" noemen, maar ook "mensstudies" zou kunnen heten. Waarbij dat laatste de menswetenschappen buiten de wetenschappen plaatst, een idee waar sommige menswetenschappers impliciet of zelfs expliciet ook achter staan.

Het grote punt van verschil tussen natuur- en menswetenschappen is de moeilijkheid om het beschrevene of het probleem te ontleden in deelfactoren waarvan de gevolgen apart zijn na te gaan - dat schakelt in bovenstaande diagrammen de essentiële stap van "experiment" uit. Ook wordt wel eens gesteld dat het onmogelijk is om experimenten te doen, want je kunt menselijke of sociale zaken niet organiseren of herhalen.

Het uitgangspunt van de algemene semantiek in de zin van Korzybski  is dat dit een probleem is, maar niet meer dan dat: voor de menswetenschappen gelden precies dezelfde uitgangspunten als voor de natuurwetenschappen - alleen duurt het proces langer en komen resultaten trager. Dat uitgangspunt begint steeds meer waar te worden. De invloed van vele factoren kan je omzeilen door een rangvolgorde te maken en de belangrijkste als eerste te bekijken (doen natuurkundigen ook). En sinds de tijd van de formulering van Korzybski is veel bekend geworden over diverse maatschappelijke culturen, en het natuurwetenschappelijke experiment kan je dus vervangen door de vergelijking van culturen - het experiment is al gedaan door de natuur. Maar hier komt een écht probleem om de hoek kijken: het vergelijken van culturen in deze zin houdt bijna automatisch het beoordelen, waarden, van culturen in  - en dat is uit hoofde van diverse ideologieën "verboden". De problemen van de ontwikkeling van de menswetenschappen blijken grotendeels veroorzaakt door de invloed van ideologie  .

Conclusie: er is maar één wetenschappelijke methode, en iedereen met gezond verstand weet wat die is - zie bijvoorbeeld hoe goed de psycholoog Wendell Johnson het al wist in 1946, hier  . De rest die hierover alsnog wenst te discussiëren is slecht ingelicht, heeft er nooit over nagedacht, is er niet slim genoeg voor, of wil het om allerlei redenen niet weten.

Dat laatste: het niet willen weten, geldt natuurlijk voor vrijwel alle niet-natuur-wetenschappers en andere intellectuelen die over de wetenschappelijke methode willen discussiëren - waarbij het er meestal wel om zal gaan om pogingen om die methode, en de natuurwetenschap zelf, onderuit te halen  .


Naar Wetenschap, historie  , of site home  .

19 jun.2008; 27 okt.2011