Bronnen bij Multiculturalisme: cultuurverraad door de WRR

 .2009

(In ontwikkeling)

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) is, zoals de naam al zegt, een adviesorgaan van of voor de regering, en op terrein van adviesorganen zo'n beetje het hoogste. Mede door het adjectief "wetenschappelijk" zou je dus kunnen veronderstellen dat de WRR de hoogste normen van neutraliteit, objectiviteit en wetenschappelijkheid handhaaft. De voor een open en democratische maatschappij nachtmerrie-achtige werkelijkheid is dat het omgekeerde het geval lijkt: de WRR gedraagt zich op het vlak van cultuur als een geparfumeerd sprekende ondergraver van de eigen cultuur, ten einde een plaats te gaan bieden aan het ideeëngoed van (niet-westerse) immigranten en met name de islam.

Deze rol die de WRR al langer speelt kwam in 2007 de schijnwerpers te staan met het verschijnen van het rapport Identifictie met Nederland, en met name door de speech van Prinses Maxima bij de presentatie ervan, met als hoogtepunt de zinsnede : "Er bestaat geen dé Nederlandse identiteit". Het gevolg was natuurlijk een intense discussie, waarin zoals bijna altijd om de meeste hete aardappels werd heen gedraaid. Onderstaande wat latere stuk was één van de uitzonderingen (de Volkskrant, 22-12-2007, door Willem Velema en Hans Wansink):
  Vaderlands gevoel geeft richting

Onder historici is huiver voor nationalisme bon ton, maar een beetje trots zijn op Nederland en het verleden is belangrijk voor een zelfbewuste natie en kan het debat over immigratie en integratie structureren


Vallen er uit de vaderlandse geschiedenis nog andere lessen te trekken dan dat Nederlanders zich moeten doodschamen voor hun medeplichtigheid aan de misdaden van de Tweede Wereldoorlog en het kolonialisme? Wij menen van wel en staan daarmee nogal geïsoleerd te midden van onze medehistorici.
    Illustratief voor de manier waarop zij hun taak doorgaans opvatten, zijn de vaak geciteerde woorden van de fameus afstandelijk-ironische historicus E.H. Kossmann over het verschijnsel nationale identiteit. ‘Men bedriegt zichzelf en zijn lezers als men pretendeert het aan systematisch en alomvattend onderzoek te kunnen onderwerpen. Loop er liever met aandacht omheen, bekijk het van alle kanten maar stap er niet in, behandel het kortom als een enorme kwal op het strand.’
    De historicus Jan Ramakers presenteerde het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2007 op 20 november in de oude vergaderzaal van de Tweede Kamer. Het Jaarboek is een uitgave van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit, waaraan Ramakers als onderzoeker verbonden is. Dit keer hadden ze in Nijmegen als thema gekozen voor de moeizame worsteling met de nationale identiteit. ‘Met dank onder andere aan de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en prinses Máxima’, voegde Ramakers er nederig aan toe. Daarmee meteen iedere twijfel de kop indrukkend over de positie van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis in deze netelige kwestie.
    ‘Dé Nederlander bestaat niet’, luidde Máxima’s kernachtige oneliner, die in de media prompt op een storm van kritiek stuitte – en onder ‘gewone’ Nederlanders vooral op verbijstering. In feite was de gewraakte quote van Máxima een getrouwe weergave van de – veel wolliger geformuleerde – conclusies van de WRR. In het rapport staat te lezen dat ‘het beleidsmatig inzetten van nationale identiteit contraproductief kan werken’. Dat komt doordat ‘het streven naar eenheid soms leidde tot conflicten of uitsluiting van bepaalde groepen’.
    Terwijl de WRR in zijn rapport niets wil weten van ‘het verzanden in een historisch bepaalde en statische identiteit’ en in plaats daarvan pleit voor ‘een toekomstgerichte, open oriëntatie’, dringt hoogleraar Paul Scheffer in zijn nieuwe boek Het land van aankomst juist met klem aan op hernieuwde, serieuze aandacht voor de eigen Nederlandse cultuur en geschiedenis, door historische canonvorming en door het oprichten van een Nationaal Historisch Museum. ‘Burgerschap’, schrijft hij, ‘gaat immers om een besef dat er iets aan ons vooraf is gegaan en dat er iets na ons komt. Een samenleving die zich niet meer in staat acht tot een gesprek met de vorigen, zal verpieteren.’
    Dergelijke aanprijzingen van zijn eigen vakgebied bleken aan historicus en WRR-supporter Jan Ramakers niet besteed. ‘Wat is er aan de hand met Nederland?’, sprak hij die 20ste november vertwijfeld. Is Nederland soms ‘te klein’ om het naar waarde te schatten ‘als bisschop Muskens voorstelt, als handreiking aan de islamitische Nederlander, God voortaan Allah te noemen’? Of ‘als minister Donner ons voorhoudt dat het niet ondenkbaar is dat op enig moment in Nederland door een tweederde meerderheid de sharia wordt ingevoerd’?
    De ‘zelfverheffing’ die voor Ramakers als vanzelfsprekend samengaat met de door Scheffer ondersteunde ‘zoektocht naar de Nederlandse identiteit’, heeft in zijn ogen alleen maar misvattingen en rampen opgeleverd. Werden in de jaren vijftig immers niet de gerepatrieerde Indische Nederlanders het slachtoffer van ‘gedwongen assimilatie aan de dominante Nederlandse cultuur’, met als gevolg ‘een totale teloorgang van de Indische cultuur in Nederland’?
    Terwijl nota bene kort tevoren meer dan honderdduizend Nederlandse joden waren vermoord. Door de Duitsers, zult u misschien zeggen? Ramakers heeft nieuwe schuldigen ontdekt, in ons verre verleden. Door ‘de zogenaamde emancipatie van de joden in Nederland in 1796’ werd ‘het jodendom cultureel gezien dood’ gemaakt. ‘Wij hadden het voorwerk voor de bezetter al verricht.’
    Ramakers’ multiculturele les uit de geschiedenis: ‘Met welk recht spreken wij een moreel oordeel uit over de Taliban in Afghanistan die boeddhistisch cultureel erfgoed opblazen, als wij bereid zouden zijn onze eigen culturele pluriformiteit te offeren op het altaar van de gedwongen assimilatie?’   ...
    Met zijn agressieve pleidooi voor de multiculturele samenleving en zijn demonisering van ‘vaderlandse geschiedenis’ is Jan Ramakers zonder twijfel een extreem geval onder de Nederlandse historici. Desondanks wijkt zijn conclusie nauwelijks af van wat onder historici al tientallen jaren als common sense geldt: dat er in de vaderlandse geschiedenis geen exclusieve nationale identiteit te ontwaren valt; dat iedere vorm van nationale ‘zelfverheffing’ alleen maar tot ellende leidt, tot ‘uitsluiting’ of ‘assimilatie’. En dat er, als er al zoiets bestaat als een ‘Nederlandse identiteit’ (historici storen zich zelden aan de ongerijmdheid van het tegelijkertijd ontkennen en bevestigen daarvan), die identiteit juist gelegen is in ‘zelfverlaging’, ‘bescheidenheid’, ‘de erkenning van verdeeldheid’ en een ‘positieve waardering van onze pluriformiteit’.
    De commissie-Van Oostrom, die dit jaar de ‘historische canon’ uitrolde, betoont zich op haar website dan ook helemaal niet trots, maar bovenal bezorgd over mogelijk misbruik door onbevoegden. Al te braaf wordt daarom gemeld dat het gaat om ‘een canon voor alle Nederlanders’. En om een land ‘dat wij gezamenlijk bewonen’. Nederland moet vooral niet gezien worden ‘als horizon, maar als observatiepunt’. De canon is ook geen ‘vehikel voor nationale trots’, maar ‘roept betrokkenheid op’. Het is ‘geen praalgraf, maar levend erfgoed’, en ‘geen gesloten, maar een open canon’.
    De bewijsvoering is even simpel als dwingend: belangstelling voor het vaderlands verleden = nationalisme; nationalisme = fout; ergo: vaderlandse geschiedenis = fout. De manier waarop Nederlandse historici de vaderlandse geschiedenis aan het grote publiek proberen te slijten, heeft daardoor iets onbevredigends en hypocriets. Zoiets als seksuele voorlichting van de pastoor.

Eerst over de inhoud van het rapport. Het is vele tientallen pagina's lang, maar de inhoud is wel te achterhalen uit de beschrijving op de WRR website uitleg of detail :

  Identificatie met Nederland

Op 24 september jl. presenteerde de raad het rapport Identificatie met Nederland.  ... Analyses in het rapport zijn mede gebaseerd op studies die op verzoek van de WRR zijn verricht en tegelijkertijd met dit rapport verschijnen:

WRR-verkenning nr. 17 Nationale Identiteit en meervoudig verleden, Maria Grever en Kees Ribbens

Westerse politici ontwaren een crisis van de nationale identiteit. Ze beschouwen het gebrek aan historische kennis als belangrijke oorzaak. In Nederland weten jongeren niet meer wie Willem van Oranje is en waarom hier Surinamers wonen. De integratie zou langzaam verlopen omdat het Nederlanderschap onduidelijk is. Vandaar dat de regering heeft besloten om een nationale canon in te voeren. Maar kloppen deze aannames? Wordt niet voorbij gegaan aan de diversiteit van het verleden en de veranderlijkheid van sociale identiteiten?   ...


WRR-webpublicatie nr. 33 De casus Inburgering en Nationaliteitswetgeving: Iconen van nationale identiteit, Fouzia Driouichi

Aan de hand van dit onderzoek wordt onder meer geconcludeerd dat het accent steeds meer op cultuur wordt gelegd. Bovendien richt de contemporaine discussie zich op meer plichten en minder rechten voor veel migranten. Hierbij wordt er vaak vanuit gegaan dat meer plichten automatisch een betere integratie tot resultaat zullen hebben. Noodzakelijke randvoorwaarden, zoals kwalitatief en kwantitatief voldoende scholing, maar eveneens een meer welwillende rol van de ontvangende samenleving, worden daarbij nogal eens veronachtzaamd.   ...


WRR-webpublicatie nr. 34 In debat over Nederland. Veranderingen in het discours over de multiculturele samenleving en nationale identiteit, Fleur Sleegers

De toon en inhoud van de debatten over de multiculturele samenleving zijn de laatste jaren veranderd. Van links tot rechts is de politiek teruggekomen van een lang in standgehouden consensus dat de komst van migranten een verrijking van de samenleving betekende. Het inzicht dat de toegenomen culturele diversiteit en de aanwezigheid van steeds meer moslims in de Nederlandse samenleving (ook) problemen met zich mee heeft gebracht is nu uitgangspunt van de discussie. Vanaf de eeuwwisseling is de overtuiging gegroeid dat een hardere opstelling naar migranten en veeleisender beleid noodzakelijk zijn voor succesvolle integratie. ...

Dit alles tezamen kan je parafraseren als "Er bestaat geen dé Nederlandse identiteit, en en de integratieproblemen hebben als oorzaak dat de Nederlanders er zo moeilijk over doen en te harde eisen stellen aan immigranten, terwijl ze gewoon meer aan immigranten moeten geven". Het eerste deel is hetgeen dat uitgesproken weer door Maxima, hetgeen natuurlijk leidde tot verontwaardiging in de kringen die altijd al een Nederlandse identiteit hadden gezien.
 
Even terug naar het begin, het zinnetje van Maxima. Wat dus niet Maxima's zinnetje is, ook al zal ze het er wel mee eens zijn - het zinnetje van de auteurs van het rapport. Maar wie zijn dat dan? Het rapport is officieel van de WRR, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, een regeringsorgaan dus. Maar de regering schrijft niet, dat doen alleen mensen. De schrijvers staan vermeld staan in de Bijlage als de lijst van adviseurs:
 
  Prof. dr. H. Entzinger, Erasmus Universiteit Rotterdam
Mw. drs. E. Dourleijn, Erasmus Universiteit Rotterdam
Dr. K. Ribbens, niod
Prof. dr. M. Grever, Erasmus Universiteit Rotterdam
Drs. J. Schoonenboom, wrr
Prof. dr. M. Verkuyten, Universiteit Utrecht
Mw. B. van der Haak, vpro (Tegenlicht)
Mw. H. Hagen, vpro (Tegenlicht)
Mr. S. Harchaoui, directeur Forum
H.K.H. Prinses Máxima der Nederlanden
Mw. mr. J.F. Zaaijer, Dienst Koninklijk Huis
Mw. mr. I. Brouwer, Twynstra Gudde
Drs. W. Ligthart, Twynstra Gudde
Mw. drs. M. Kilic-Karaaslan
Mw. drs. L. Duits, Universiteit van Amsterdam
Mw. dr. A. Van Lenning, Universiteit van Tilburg
Mw. S. Terlouw, tekstschrijver

Allemaal (voor zover bekend) zwaar multiculturalistische en politiek-correcte figuren. Als voorbeeld hier de opvattingen van één van hen (de Volkskrant, 02-12-2002, van verslaggever Arnout Brouwers):
  Interview | Jan Schoonenboom

'Begrip allochtoon heeft zijn langste tijd gehad'
...
Had Paul Scheffer een punt dat linkse partijen nooit de discussie zijn aangegaan over wat het betekent een immigratieland te zijn?
'Scheffer heeft gewezen op het feit dat het, ondanks alle goede bedoelingen, met de integratie slecht loopt. Dat was trouwens wel een late ontdekking, want jaar in jaar uit is gedocumenteerd hoe het er voorstond. Dat blijkt trouwens niet eens zo slecht te zijn. Maar Scheffer ging verder: hij pleitte ervoor dat we ons van onze Nederlandse identiteit bewust moesten worden. Dat pleidooi suggereerde een onveranderlijke kern van het Nederlander zijn. Daar rijzen bij mij de haren te berge.'
...
Maar wat is nou precies een Nederlander?
'Ik zou zeggen, iedereen die hier toevallig woont.'

Het equivalent van de stelling dat als je een kameel van de vliegtuigtrap voert en hem een Nederlands paspoort geeft, het dan een koe is geworden. In andere woorden: de ontkenning van iedere culturele identiteit.

Nog wat inbreng van de WRR in deze zaak (de Volkskrant, 22-09-2007):
  ‘School moet segregatie tegengaan’

Basisscholen moeten de wettelijke opdracht krijgen een ‘verbinding’ te leggen tussen bevolkingsgroepen. Dat zegt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het rapport Identificatie met Nederland, dat maandag verschijnt. De Raad wil een halt toeroepen aan de voortgaande segregatie in het onderwijs.
    ... WRR-lid Meurs. ‘Hoe lastig ook, scholen die met hun rug naar de samenleving staan, moeten gecorrigeerd kunnen worden.’
    In het rapport zegt de Raad ook dat het integratiedebat niet gebaat is bij de fixatie op ‘nationale identiteit’.

Klopt. Maar de school heeft de segergatie niet gestart en is er niet mee doorgegaan en doet het niet. De kop had naar werkelijkheid moeten zijn:
  Islam moet segregatie tegengaan

Of:
  Zwarte activisten moeten segregatie tegengaan

Dus volgens WRR-lid Meurs moeten de moslims en de zwarte activisten gecorrigeerd kunnen worden.
    Maar natuurlijk kon dat al veel eerder, want die lui die hun rug naar de Nederlandse samenleving hebben staan, zijn vrijwillig hierheen gekomen en als ze niet rijwillig stoppen met hun segregatie og weggaan, valt er niets anders te corrigeren dan ze definitief tnaar thuisland of -cultuur te corrigeren.
   Maar voor werkelijheden heeft een WRR-lid natuurlijk geen oog.

Nog meer WRR-identiteit (de Volkskrant, 27-09-2007, column door Michaël Zeeman):
  Opnieuw nadenken over wat ons bindt

Nederland mag dan een land zijn met vele identiteiten, in Italië is die variëteit pas echt serieus. Als ik het rapport over deze materie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid goed lees, vindt die eerbiedwaardige instelling zo’n licht anarchistische potpourri van identiteiten voor een land iets aanbevelenswaardigs en ondergaan haar leden de huidige verwarring erover in Nederland daarom als een bevrijding. In de bevrijdingsroes wordt vervolgens een recept voor een nieuwe heilstaat gevonden, de ‘postnationale’.   ...
    Tijdens het grote debat over het nut en het nadeel van de geschiedenis, dat verleden week in het kader van het theaterfestival ‘De (Internationale) Keuze van de Rotterdamse Schouwburg’ werd gehouden, verdedigde Maria Grever de stelling, dat de aanwezigheid van zo veel Marokkanen en Turken in Nederland ons verplicht het onderwijsprogramma voor geschiedenis te herzien. Wij moeten het voortaan niet alleen over Willem de Zwijger hebben, maar ook over Suleyman de Geweldige. Grever is hoogleraar theorie en methodologie van de geschiedenis, en een van de auteurs van het WRR-rapport.   ...

Volgens Maria Grever moeten we dus onze cultuur (onderwijs in onze cultuur is onze cultuur) maar inleveren ten gunste van die van de allochtone immigranten (natuurlijk geen haar op haar hoofd die eraan gedacht heeft om Simon Bolivar of in - het gaat alleen om moslims, natuurlijk)
 
Zo, er is dus geen Nederlandse identiteit. En als die er is, is die fout. Een stelling die natuurlijk een doel dient: het inpassen van de moslims. Hier de andere kant van die campagne: die moslim-kant doet natuurlijk nnooit iets fouts(de Volkskrant, 02-11-2009, door Amanda Kluveld):
  Praat moord Van Gogh niet goed

Theo van Gogh werd vermoord door een moslim, in naam van Allah. Dat feit moeten wij in al zijn naaktheid onder ogen zien, betoogt Amanda Kluveld

Vijf jaar geleden werd Theo van Gogh vermoord. Sindsdien zijn vele rapporten en verkenningen verschenen over integratie, radicalisering, de Nederlandse identiteit en wat er zo meer aan belangrijke thema’s is bedacht door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en andere adviesorganen. De moord op Theo van Gogh wordt in die vele rapporten vrijwel altijd genoemd in de inleiding: ‘Sinds de moord op Theo op Gogh...’ En dan volgt wat er, volgend op de slachtpartij in de Linnaeusstraat, voor alarmerend maatschappelijk verschijnsel aan de oppervlakte zou zijn gekomen.
    En altijd zit er iets in die zinnen, waar ik onpasselijk van word. Alsof de moord niet door de moordenaar is veroorzaakt, maar door het debat dat eraan voorafging. Alsof niet de moordenaar verantwoordelijk is voor zijn daad, maar de samenleving of de toon van de discussie. Alsof het debat dat op de moord volgde, de reacties die deze uitlokte, onredelijk zouden zijn.
     Een greep uit een aantal publicaties van de WRR leert ons:
■  Dat na de moord op Van Gogh een ‘nieuwe manier van spreken’ ontstond. ‘Gaandeweg werd cultuur en later vooral ook religie steeds meer onderdeel van het politieke debat over integratie en identiteit en verdwenen sociaal-economische problemen waarmee nieuwkomers kampen verder naar de achtergrond.’ (WRR, Identificatie met Nederland, 2007)
    Dat is niet vreemd. Als we iets leerden van de moordenaar is dat sociaal-economische omstandigheden geen rol speelden. Wat een rol speelde, was de islam.
■  Dat ‘de culturele kloof’ tussen allochtonen en autochtonen voor velen aanleiding is geweest het integratiebeleid te willen aanscherpen. ‘Volgens hoogleraar contemporaine geschiedenis Kennedy heerst er in Nederland angst dat een gebalanceerde en rechtvaardige multiculturele samenleving niet mogelijk is. Nederland vraagt zich volgens hem dan ook niet af hoe diversiteit op basis van gelijkwaardigheid bereikt kan worden, maar hoeveel diversiteit onze samenleving aankan.’ (WRR, In debat over Nederland, 2007)
    Inderdaad, op sommige vormen van diversiteit, namelijk dat mensen op straat worden afgeslacht vanwege hun mening over de islam, zitten wij niet te wachten. Het is ons goed recht dat onomwonden af te wijzen.
    De WRR maakt al vijf jaar lang verwijten aan iedereen, behalve aan Mohammed B.: ‘In sommige gevallen is de confrontatie over bepaalde normen doelbewust opgezocht, zoals gold voor het filmische pamflet Submission, dat het (voormalige) Tweede Kamerlid Hirsi Ali op bedreigingen kwam te staan en filmmaker Van Gogh uiteindelijk het leven kostte. Soms is ook een stuk minder duidelijk of een directe confrontatie wel het doel is, zoals bij de controverse rond de opera Aïsja en de uitlatingen van imam El Moumni over homoseksuelen.’ (WRR, Identificatie met Nederland)
    De WRR suggereert hier dat Hirsi Ali haar zware beveiliging en de dood van Van Gogh heeft opgezocht. Dat is de wereld op zijn kop. Polarisatie is het probleem, lijkt de WRR te zeggen. Radicalisering met als eindpunt een moord, komt uit dat continue polariseren voort. Hou op met polariseren en confronteren en je hebt de problemen niet meer, is de boodschap.
...
    Vijf jaar geleden werd Theo van Gogh vermoord. Door een moslim, in naam van Allah. Niets wat de WRR, de CU of het kabinet verzint aan begrip, eufemistische beschrijvingen of oplossingen voor de spanningen, kan dat feit ongedaan maken of verzachten. ...

De waarde van pogingen om de islamitische achtergond van de moord op Van Gogh te begatelliseren, blijkt uit een analogie: de aanslag op Van Gogh valt in dezelfde categorie als de aanslagen van New York (9/11), Madrid, Londen, enzovoort. Van deze aanslagen zal niemand het in zijn hoofd halen die los te zien van hun islamitische achtergrond. Dit wel doen bij de aanslag op VanGogh is dus volstrekte waanzin.
    Samengevat is de klacht van Kluveld: WRR doet niet aan een analyse van de feiten, maar aan politiek op grond van ideologie.
    Wat weer in dienst staat van het programma van de omvolking: de blanke Nederlandse bevolking vervangen door massa-immigratie van moslims uitleg of detail .


Naar Cultuur, multiculturalisme, cultuurverraad , Cultuur, multiculturalisme ,  Sociologie lijst  , Sociologie overzicht  , of site home .