Een ongeval in Alanya

Een Nederlander op vakantie heeft in Alanya, Turkije, met een scooter een Turkse man aangereden, die daarna is overleden. Volgens het Turkse rechtssysteem is de Nederlander als verdachte in een dodelijk ongeval in de gevangenis opgesloten. In de gevangenis heeft hij bloot gestaan aan beledigingen en dergelijke, samen te vatten als geestelijke druk en kwelling. In het proces werd hij vrijgesproken. Na de zitting moesten hij, zijn familie, en andere Nederlanders vluchten uit de straat voor de rechtszaal vanwege beledigingen, slaan en andere dreigende mishandelingen van familie van het slachtoffer en andere Turkse omstanders.

Stel nu dat een dergelijk voorval zich in Nederland afgespeeld zou hebben, met een Turkse scooterrijder in de hoofdrol. De rel zou dagenlang in het nieuws zijn als een ernstige vorm van rassendiscriminatie, en de betrokkenen zouden publiekelijk aan de schandpaal zijn genageld door de media, zoals gebeurd in diverse zaken, bijvoorbeeld die van Marianne Vaatstra.

Dit voorval wijst er op dat ondanks het verschijnsel Fortuyn, er nog een aanzienlijke weg te gaan is voor een zeker evenwicht is ontstaan in onze houding ten aanzien van de allochtonen in ons land. Het gevolg van het nog steeds veel te wollige, onduidelijke, en gedogende beleid is in landen als Frankrijk en Belgiƫ al volkomen duidelijk: het verlies van het gezag van de overheid in een aanzienlijk aantal wijken en soms hele (voor)steden, de roep van discriminatie bij iedere arrestatie van een allochtoon, en zelfs geweld tegen de verbaliserende politieagent.

Wie zich wollig, onduidelijk, en gedogend opstelt ten aanzien van zich niet gedragende mensen, geeft daarmee zijn maatschappelijke macht uit handen. En indachtig de zegswijze dat wie bereid is te geven, altijd wel iemand vindt om te ontvangen, wordt die macht overgenomen door de mensen die daar het meest behoefte aan hebben: de misdragers, van scooternozems tot drugscriminelen.

Zoals het voorbeeld in Alanya, Turkije, aantoont, kan men heel veel doen voordat de algemene sfeer in Nederland net zo discriminerend is als in Turkije. Een strenge aanpak van allochtonen in zaken als kinderbijslagfraude, het weigeren van de toegang tot zwembaden en disco's van zich misdragende allochtone jongeren, en vervolging van iedereen die ten onrechte om discriminatie roept zijn maatregelen die in feite al lang over tijd zijn. Ieder verder uitstel zal veel draconischer maatregelen in de toekomst noodzakelijk maken. Maar we kunnen natuurlijk ook, net als in Frankrijk de banlieu en in de Verenigde Staten de binnensteden, de achterstandswijken van de grote steden opgeven, en tot allochtoon buitenland verklaren.