Spiritualiteit en rationaliteit

English version
Deze website richt zich voornamelijk op de rationele kant van het denken. De reden daarvoor is dat de andere kant, emotionaliteit, religie, spiritualiteit, weinig heeft kunnen betekenen voor de pogingen ter verbetering van de toestand der mensheid. Hier wordt niet beweerd dat er totaal geen effect is, maar als men het vergelijkt met de moeite die de mensheid in deze aspecten gestoken heeft, dan lijkt het uiteindelijke effect te mager. Dit geldt vooral voor de meer populaire vormen van religie, en wel meer naarmate deze institutioneler is. Vaak hebben de religieuze instituties zich een speelbal en instrument getoond in de handen van de maatschappelijke machthebbers, soms zelfs de meest weerzinwekkende. In religieuze boeken als de bijbel staan niet mis te verstane geboden over het omgaan met zwakkeren, en de waarde die men moet hechten aan puur materiële verworvenheden. Niettemin schenden hedendaagse zich christelijk noemende politici deze geboden op een dagelijkse basis. En niemand die er de aandacht op vestigt, of zich er anderszins aan stoort.

Hiermee wordt geenszins bedoeld dat de emotionele en spirituele kant van het leven geen waarde heeft, in tegendeel. Er wordt hier van uitgegaan dat het oplossen van de bestaande maatschappelijke problemen met behulp van rationele methodes ruimte zal maken voor en de weg zal schapen naar een meer spirituele invulling van het leven. Het is een algemeen erkende waarheid dat wie zich zorgen maakt over het dagelijkse brood, zich minder zorgen maakt over andere vormen van zielerust, zoals het zich inleven in de kinderen. Op de grotere schaal van de maatschappij als geheel kan men zich indenken dat iets dergelijks ook waar is.

Maar net als voor de materiële maatschappelijke problemen, is het voor haar spirituele problemen meestal niet nodig heel erg ingewikkeld te gaan doen. Veel hiervan is al lang bekend, vaak eeuwenlang. Een aardig voorbeeld zijn de morele lessen in geïllustreerde vorm uit Das Narrenschiff , uitgeven in 1494 . De uitgebeelde zondes en lessen zijn geen zier veranderd ondanks het verstrijken van ruim vijfhonderd jaar.

Het is aannemelijk dat het meeste van wat er nodig is voor een emotioneel en spiritueel gezond leven al lang bekend is. De vraag is dan waarom zo vele mensen een meer of minder ongelukkig leven leiden. Het meest opmerkelijk hieraan is de observatie dat het geluk- en tevredenheidsgevoel in rijke landen niet merkbaar groter is dan in arme, en binnen elk land apart de rijke zich niet merkbaar veel gelukkiger voelt dan de arme.

Een belangrijke clou voor de oplossing van dit raadsel zijn de ervaringen in de voormalige Oostbloklanden. Sinds de val van de communistische regeringen in die landen is de welvaart er toegenomen, althans voor een deel van de bevolking; de zwakkeren in die landen zijn er over het algemeen minder goed van afgekomen. Maar de meeste betrokkenen zijn het er over eens dat het leven er geestelijk gezien op achteruit is gegaan. De aandacht voor de echte cultuur, boeken, theater, enzovoort, is aanzienlijk tot sterk afgenomen, maar wat vooral geconstateerd wordt is dat de aandacht en belangstelling voor de medemens zo veel is verslechterd.

Er zijn twee spirituele kanten aan dit proces, de een te vatten onder de uitdrukking Het roofdier en het groepsdier, en de ander onder De verleiding van de overvloed. De termen zijn op zich al een beschrijving, maar een korte uitweiding is misschien toch nuttig.

De uitdrukking Het roofdier en het groepsdier is in feite een moderne weerslag van de twee methodes die de natuur heeft ontwikkeld om de verhouding tussen de dieren te regelen. Het roofdier voorziet in zijn elementaire levensbehoefte van voedsel ten koste van het leven van andere dieren. Het kuddedier doet dat in het algemeen niet. Dit kan verder geabstraheerd worden tot het verschil tussen een individualistische versus een collectivistische houding ten opzichte van de wereld. En het is volkomen duidelijk dat wat ze verder ook mogen zijn, de communistische regeringen van het voormalige Oostblok veel collectivistischer waren dan de huidige regeringen. In het Westen wordt dit juist ook als een groot voordeel gepresenteerd, en gewezen op de veel grotere individuele vrijheden.

Maar het roofdiermodel heeft ook een aantal negatieve spirituele aspecten. De vrijheid van het roofdier is inderdaad groter. Dat komt omdat de meeste roofdiersoorten zich weinig gelegen hoeven te laten liggen aan soortgenoten. Ze leven een solistisch leven, komen slechts samen voor de voortplanting. De verklaring kan simpel zijn: bij de jacht op een enkele prooi zijn twee roofdieren automatisch ook meteen concurrenten, en door de wapens die roofdieren hebben zijn ze dan meteen ook gevaarlijk voor elkaar. Er zijn ook uitzonderingen op deze regel, maar die zijn waarschijnlijk het gevolg van verdere specialisatie en natuurlijke dwang: als het niet meer mogelijk is om een prooi in je eentje te vangen, wordt samenwerking een noodzaak tot overleven. Een enkele leeuw heeft weinig kans tot overleven. Maar dat bij het samenleven in een roedel geen sprake is van een verbetering in de spirituele houding van de leeuw blijkt uit het feit dat leeuwen actief op zoek gaan naar de welpen van de concurrent, de cheetah, om deze te doden.

Het spirituele karakter van het roofdier wordt gedomineerd door het gegeven dat een roofdier geen oog mag hebben voor het individu van het prooidier, laat staan de persoon en het karakter ervan. Een roofdier heeft een ingeboren gebrek aan empathie. Een enkele blik in de ogen van het dier zou moeten volstaan om het bewijs hiervan te voltooien. Degenen in de mensenmaatschappij die een puur individualistische levenswijze voorstaan kunnen op dezelfde manier geïdentificeerd worden: kijk in hun ogen.

De tweede uitdrukking De verleiding van de overvloed, zou in principe al even duidelijk moeten zijn. Ook hier is een animale, evolutionaire, achtergrond te ontdekken. Gedurende grote tijd van het menselijke heeft het overgrote deel van zijn aandacht uit moeten gaan naar het voldoen aan zijn materiële behoeftes. Slechts in de meest recente decennia is er sprake van enig gemak in dat opzicht. Zelfs iemand die in Nederland in de bijstand zit, hoeft zich voor de primaire levensbehoeftes van voedsel en onderdak eigenlijk geen zorgen te maken, zijn problemen zitten voornamelijk in het feit dat hij niet mee kan komen met het consumptiepatroon van de overige Nederlanders.

De huidige westerse mens kan materiële goederen in overvloed verwerven. En dat doet hij dan ook. Alles wat kan wordt ten overvloede uitgebuit. Hiervan zijn zeer vele voorbeelden te noemen, maar meest illustratief is het voortdurend stijgende aantal te dikke en te zware mensen. Het is voor iedereen, ook hen zelf, duidelijk dat hun volgevreten toestand niet goed is. Toch kunnen ze het consumeren niet laten. En wat voor te dikke mensen geldt voor voedsel, geldt voor de rest van de Westerse wereld voor vrijwel alle andere consumptiegoederen. En ook voor vele andere zaken, als vervoer, met als meest zichtbare negatieve gevolg het verkeersinfarct op de weg, bekend als het fileprobleem. Iedereen zou kunnen weten dat er niet te weinig wegen zijn, maar te veel vervoer. Want het verbreden van de ene weg helpt alleen om sneller bij de volgende bottleneck te komen, met als uiteindelijk eindpunt de plaats waar de auto geparkeerd moet worden.

Al deze vormen van overconsumptie zijn samengevat in De verleiding van de overvloed. Deze verleiding brengt mensen ertoe om zijn spirituele welzijn te veronachtzamen, ten gunste van zijn materiële welzijn. Maar in feite is dat laatste vaak ook nog onjuist, zoals de te dikke mens illustreert. De keuze al dan niet voor consumptie, het materiële, is de grote morele keuze voor de westerse maatschappij
.

Een belangrijk deel van het gevoel van ontevredenheid binnen de huidige maatschappij is dus terug te brengen tot de oude zonde van de onmatigheid. De bijbel heeft hier al dertig of meer eeuwen terug de stok over gebroken in het verhaal van de Dans rond het Gouden Kalf . Over de les die hier uit te trekken valt, is geen enkel misverstand mogelijk. Toch wordt ze dagelijks tot in de oneindigheid gebroken. Het is zelfs zo dat men de overvloed aanprijst als een bewijs van de verworvenheden van ons systeem, terwijl dezelfde bijbel juist hierover ook al een uitspraak heeft gedaan: als de duivel de mensheid verleidt, dan is dat niet met zuur en zwavel, maar met zoet en nectar.

Waar de spirituele val, verwoord in Het roofdier, voornamelijk van toepassing is op de toplagen van de maatschappij, is die van De verleiding geldig voor vrijwel alle lagen. Samen vormen de twee een zichzelf versterkende combinatie, aangezien het weerzinwekkende gedrag van de roofdieren leidt tot een overconsumptie-maatschappij, die de overige lagen corrumpeert.

Spirituele argumenten leiden dus tot dezelfde conclusie als de rationele argumenten van deze website: de leiding van onze Westerse maatschappij bestaat voor een groot deel uit verdorven mensen, die de overige deelnemers meeslepen door een beroep te doen op hun zwakheden.


Naar site home .