De Volkskrant, 04-03-2006, column van Marjolijn Februari
Eenzaam wacht ik tot voor één keer alles stil wordt
De homo economicus is in al zijn eenvoud nog alom aanwezig, als een eigentijdse
sjacheraar
Vandaag weet ik opeens niet meer wat ik ervan moet denken. Zou ik soms last
hebben van een hersenwolk? Op de televisie zag ik Tom Hanks, in de film Joe
versus the Vulcano, en die had volgens de dokters last van een hersenwolk.
Omdat je aan zo'n wolk toch doodgaat, besloot Hanks dan maar liever in een
vulkaan te springen, om met dat offer tenminste nog een heel volk te redden. Een
plan dat je wel vaker hoort van mensen met een hersenwolk.
Volgens mij vertoon ik nu ook symptomen. Mijn hoofd is vol
van mist en neerslag. En als ik het Nederlandse volk kon redden door in een
werkende vulkaan te springen, zou ik het onmiddellijk doen. De wolk bestaat in
mijn geval niet uit sneeuw of ijzel - mijn wolk is samengesteld uit de stemmen
van alle mensen die zich met mij en met mijn werk bemoeien.
Al die mensen zitten in mijn hoofd en ik krijg ze er maar
niet uit.
Als ik een writer's block heb, en ik geloof dat dat
het is, komt het dus door die mensen. Dan komt het doordat mijn gedachten
grotendeels worden bepaald door die mensen die als een wolk in mijn hoofd hangen
en die verdraaid veel op de lezers van de Volkskrant lijken. Deze week hangen er
mensen rond die me vragen hebben gesteld over de homo economicus, over de manier
waarop de economie de mens beschrijft. Daartussen bivakkeert iemand die me
vertelde over het beroemde writer's block van schrijver Oek de Jong. En
op een comforta-bele plek in mijn hersens heeft zich een mevrouw genesteld die
vorige week vond dat ik er ijzig uitzie en complex argumenteer.
Nou, daar zit ik dan, in mijn werkkamer. Thuisgekomen uit een
ijzige sneeuwstorm en nog nauwelijks opgewarmd, met een complex artikel uit de
Journal of Economic Perspectives en een writer's block. Zie daar
maar eens een aanstekelijk verhaal van te maken. Steeds als ik probeer een
eerste zin te schrijven kom ik niet verder dan het Japanse gedicht dat ik al
decennia geleden schreef: 'Na jaren een brief - / van de bode niets meer dan /
zijn stap in de sneeuw.'
Na jaren heb ik namelijk het artikel uit de Journal of
Economic Perspectives teruggevonden waarnaar ik al die tijd wanhopig op zoek
ben geweest. Het artikel gaat over de homo economicus, The Revenge of Homo
Economicus heet het, en het houdt een pleidooi voor een fijnzinniger visie
op de mens in de economische wetenschap. Indertijd heb ik al meteen op de eerste
bladzijde een passage onderstreept, omdat die me beviel.
De auteurs van het artikel, de Amerikaanse economen Samuel
Bowles en Herbert Gintis, richten vooral hun pijlen op het neoklassieke model
van de economie, waarin het eigenbelang van mensen centraal staat. Dat model
voldoet hooguit in een verleidelijk Victoriaanse maar utopische wereld,
schrijven ze, waarin misschien conflicten voorkomen, maar waarin een handdruk
toch altijd een handdruk is. In zo'n wereld kun je je concentreren op de
simpelste economische relaties tussen mensen.
Zodra je die geïdealiseerde wereld verlaat, moet je voorbij
de simpele handelingen kijken, naar de complexere wisselwerking tussen mensen.
Economie wordt dan politieke economie. En hier had ik de volgende passage
onderstreept: 'Adam Smith en Karl Marx wisten allebei dat een handdruk niet
altijd een handdruk is. Het brede spectrum van hun politieke economie omvatte
niet alleen de analyse van simpele ruilhandelingen, maar ook thema's als
opportunisme, strategisch handelen, veranderingen in smaak, normen en gevoelens,
botsingen tussen handelende personen, net zo goed als wederkerigheid en
altruïsme.'
Deze oproep tot complicering is duidelijk niet aan iedereen
besteed. In het neoklassieke model gingen economen daarom liever uit van een
apolitieke opvatting van de economie. Binnen die opvatting is een handdruk dus
gewoon een handdruk en de individuen hebben op de markt alleen maar macht en
betekenis als consument. Bowles en Gintis citeren een econoom die het zo
formuleert: 'Een economische transactie is een opgelost politiek probleem.
Economie is koningin van de sociale wetenschappen geworden door opgeloste
politieke problemen tot haar domein te kiezen.'
Ik las dit artikel indertijd, omdat ik geïnteresseerd was in
de manier waarop wensen en verlangens in de economie worden beschreven. Bowles
en Gintis bleken vooral geïnteresseerd in de kosten van ruil - en daar gingen
onze wegen halverwege het artikel uiteen. Maar wat me erin beviel was hun
pleidooi voor een politieke economie. Hun beschrijving van de manier waarop
mensen elkaar wederzijds beïnvloeden en sturen, de manier waarop ze worden
gevormd door de markt en door de economische transacties waaraan ze deelnemen.
Het pleidooi voor een complexere visie op de mens was niet
helemaal onmodisch toen het artikel verscheen in 1993, en Bowles en Gintis waren
er dan ook van overtuigd dat de opleving van de politieke economie op handen
was. Maar die voorspelling is niet uitgekomen. De homo economicus is
tegenwoordig in al zijn eenvoud nog steeds prominent aanwezig. Niet als de
Victoriaanse gentleman die hij ooit is geweest, maar als een eigentijdse
sjacheraar. Nog steeds wordt hij beschouwd als een individu dat handelt uit
eigenbelang en dat op de markt niets meer is dan een consument. Nieuw is dat in
de eenentwintigste eeuw die consument zijn simpele en onnozele handelingen wordt
geacht te verrichten op een markt waarvan iedereen onmiddellijk toegeeft dat die
zelf steeds onoverzichtelijker en complexer wordt - dat wel.
Na jaren een brief: na jaren een artikel teruggevonden.
Terwijl buiten de sneeuw valt en de wandelaars zich met gebogen hoofd naar huis
spoeden, zit ik eenzaam in mijn werkkamer en wacht tot voor één keer alles stil
wordt en eenvoudig.
Terug naar Filosofie lijst
, of naar
site home
.
|