De Volkskrant, 11-09-2004, column van Marjolijn Februari
Alle ellende ten spijt ben ik niet overtuigd van de slechtheid
van de wereld, integendeel
Het was nooit de bedoeling dat ik de middag in het zwembad zou doorbrengen met
mijn leesbril op, gebogen over het verhaal 'Zondagskinderen' van Maria
Stahlie. De familie had me namelijk speciaal naar het zwembad meegenomen om op
de pasgeboren baby te passen, die, zo oordeelde men na rijp beraad, beter rustig
in de kantine over literatuur kon praten dan verloren raken in het wilde leven
van het waterparadijs. Verwachtingsvol liet ik dus mijn zwemspullen thuis en ik
nam alleen – om me een houding te geven – het boek Galeislaven van
Stahlie mee.
Maar juist had ik me met kinderwagen en al aan een tafeltje
in de kantine geïnstalleerd of er werd naar me geroepen vanachter glas. Of ik de
baby niet eventjes aan de barman kon geven. Behoedzaam bracht ik het kindje naar
hem toe en hij pakte haar vertederd aan en slingerde haar vervolgens met een
grote zwaai het zwembad in, recht in de armen van haar moeder. Zo zat ik dus
opeens in de uitgestorven kantine van een zwembad naast een lege kinderwagen. Ik
haalde een kop koffie, zette mijn leesbril op en sloeg het boek van Stahlie open
bij het verhaal 'Zondagskinderen'.
Ik heb ooit een letterkundige horen uitleggen dat er
twee soorten verhalen zijn. Goede verhalen en slechte verhalen. De slechte
verhalen vertellen ons hoe het leven van anderen eruit ziet.
Een leven vol incest, misdaad, casino's, bandeloosheid,
faillissementen, schoenen van Blahnik, kortom, een leven dat voor de meesten van
ons, lezers, niet is weggelegd.
Zulke slechte verhalen geven ons het gevoel dat ons eigen
leven onopmerkelijk is en saai, terwijl goede verhalen, zei de letterkundige,
ons juist de volheid laten zien van ons bestaan. Die tonen de onvermoede diepten
en de nauwelijks waarneembare kleurschakeringen in het gevoelsleven van
personages die even saai zijn als wijzelf. De slechte verhalen maken ons armer,
de goede maken ons rijker.
Hierop afgaand had ik dus gewoon kunnen constateren dat het
verhaal Zondagskinderen van Maria Stahlie een goed verhaal is. Dat was
dan ook mijn eerste indruk, daar in het zwembad. Ik las over mensen in wie veel
lezers zich gemakkelijk zullen herkennen: nadenkende types met geld en
genuanceerde gevoelens die een zondags bestaan leiden zonder veel wilde
problemen.
Ook las ik over een schaduwzijde in het leven van die
zondagskinderen. Hun intellectuele inspanning heeft ze mistroostig gestemd over
de wereld. Ze weten dat de wereld slecht is en de mens al bij zijn geboorte tot
eenzaamheid gedoemd – en er is niets wat deze zondagskinderen kunnen doen om
daar verandering in te brengen.
'Wie zal het ons tegen de achtergrond van ons duistere
mensbeeld kwalijk nemen', schrijft Stahlie, 'dat we ons de luxe van een mooi
huis veroorloven, de troost van een verre reis of een goed hotel? We kanaliseren
onze angsten en verlangens door een smaak voor kunst te ontwikkelen, een zintuig
voor echte literatuur. Daar doen we niemand kwaad mee.'
Daar zat ik. Ik staarde verbijsterd voor me uit. Dit was niet
zo maar een goed verhaal dat me rijker zou maken door mij de schakeringen van
mijn ziel te tonen, dit was een regelrechte aanval op mijn bestaan. En opeens
bekroop me de gedachte dat Maria Stahlie me kon zien, dat ze me gadesloeg
terwijl ik hier zat, als enige in het zwembad met al mijn kleren aan en een
leesbril op. Dat ze me doorzag als het welopgevoede, hoogopgeleide en volstrekt
nutteloze zondagskind dat ik ben. Telling my whole life with her words.
Killing me softly.
Ontdaan sprong ik op, rende de hal van het zwembad in en kwam
tot stilstand voor een automaat waar je voor één euro een halfedelsteen kon
kopen. Ik zocht een munt en haalde een stuk rozenkwarts tevoorschijn. Volgens de
toelichting moest die steen me niet alleen beschermen tegen slapeloosheid – hij
zou me ook nieuwe kracht geven op het vlak van liefde, troost en vertrouwen. 'Liebe,
Trost und Vertrauen.' En terwijl ik daar zo stond met dat stukje rozenkwarts
in mijn hand, drong plotseling tot me door dat ik helemaal niet mistroostig ben
gestemd over de wereld. Alle ellende ten spijt ben ik niet overtuigd van de
slechtheid van de wereld, integendeel.
Gekalmeerd keerde ik terug naar mijn boek en kwam erachter
dat ook Stahlie en haar personages niet definitief zijn doordrongen van de
ellendigheid van het bestaan. Er gebeurt in dit verhaal iets wilds, iets
levendigs, iets dat zich aan nuance en schakering ontrekt, waardoor een bres
wordt geslagen in 'de illusieloze dagen' van de zondagskinderen. Trefzeker werkt
Stahlie toe naar een gewelddadige uitbarsting die het leven van haar personages
volledig overhoop haalt en tegelijk reanimeert.
Sinds vier dagen, zegt een van die personages na afloop,
'weet ik (vóel ik) dat met ons gemakzuchtige, duistere mensbeeld de lading niet
wordt gedekt. De wereld, de mens, zit vreemder in elkaar. . . wilder, lichter.
Al vier dagen lang ben ik lichamelijk ontvankelijk voor de manier waarop het
licht van de dag in duisternis verandert en het duister van de nacht weer in
daglicht. (. . .) Ik heb de overrompelende ervaring dat ik leef zoals een mens
moet leven, licht en schoon in de ochtend, verzadigd en zwaar in de avond.'
En zo eindigt het verhaal Zondagskinderen van Maria
Stahlie niet met een intellectueel inzicht, niet met een morele discussie, maar
met een pleidooi voor vitaliteit, een lofzang op levenslust. Toen ik het verhaal
uit had, trof de familie me vol nieuwe energie aan naast de kinderwagen. 'Heb je
Stahlie gelezen? Was het wat?' vroegen ze. 'Het was geweldig', zei ik.
In colonne verlieten we het zwembad. De familie voorop,
de armen vol zwemtassen, natte handdoeken, halfleeggelopen zwembandjes en
plastic tassen met vieze luiers; de moeder had de baby veilig aan haar borst
geklemd en de anderen zwaaiden het kleine zusje opgewekt tussen zich in. Een
paar passen daarachter kwam ik, het hoofd vol proza. Wat er die middag precies
gebeurd was, wist ik niet, maar het had me vervuld van een groot geloof – in
liefde, troost en vertrouwen.
Terug naar Filosofie lijst
, of naar
site home
.
|