Toelichting bij Psychologische praktijktips, verliefdheid
Onder nog wat bronnen die een stevigere basis voor de liefde schetsen. Eerst een
boekrecensie waaruit wat theorie te halen valt, en daaronder een corresponderend
praktijkgeval:
De Volkskrant, 28-01-2006, recensie door Simone de Schipper
Hervind uw liefde in de achtbaan
'Uit het neusgat steekt nooit een haar. Er zal geen vieze adem uit slecht
ruikende monden komen', adviseerde de Romeinse dichter Ovidius in zijn handboek
voor verleiders, Ars amatoria (omstreeks het jaar nul).
Ook over de locatie was Ovidius duidelijk. De hartstocht, zo schreef hij,
ontwaakt vooral op plaatsen van opwinding, zoals bij nagebootste zeeslagen of
gladiatorengevechten.
Twee millennia later toonde een aantrekkelijke onderzoekster
zijn wetenschappelijk gelijk. Zij vroeg mannen een vragenlijst in te vullen, en
gaf haar telefoonnummer, voor het geval ze 'meer over het onderzoek wilden
weten'. Achttien van deze proefpersonen onderschepte ze op een akelig hoge en
vervaarlijk zwaaiende hangbrug over de Capilano Canyon. Negen van hen belden
haar terug, zogenaamd om naar het project te informeren. Maar van de zestien
mannen die ze aansprak op een lage, brede en oerdegelijke brug over dezelfde
kloof, belden er welgeteld slechts twee.
Waarom? Omdat zowel de mooie dame als de enge hangbrug het
hart sneller kan doen slaan. Als de hersenen speuren naar de bron van opwinding,
gokken ze vaak verkeerd. Proefjes in het laboratorium herhaalden dit
Ovidius-effect door proefpersonen even te laten hardlopen, of zelfs door hun
eigen hartslag versneld te laten horen, zonder dat die wérkelijk versnelde.
In zijn boek De liefde - en waar de hartstocht vandaan komt,
doet de Duitse wetenschapsjournalist, bioloog, psycholoog en
wetenschapsjournalist Bas Kast verslag van de ziekelijke obsessie van de
verliefde, van de depressie die tijdelijk kan worden opgeheven door de geliefde
te zien, en van hormonen die op hol slaan en gedachten in hun vaart meenemen.
Van de subtiele, maar ijzeren regels van het flirten, en van de eeuwige paradox
van de aantrekkingskracht van tegenpolen versus het relatiegeluk van
gelijkgestemden.
Hij beschrijft de psychologische voorboden van het einde van
de relatie, en hoe die te keren. Bijvoorbeeld met de geheime kracht achter
liefde: echte aandacht, al is het gegoten in flutgesprekjes.
Kiezen is niet de sterkste kant van Bas Kast. Alle aspecten
van de liefde fascineren hem, en hij wil niets minder dan de biologische,
psychologische én evolutionaire achtergronden achterhalen. Daarbij adviseert hij
lezers ook nog eens hoe ze de liefde in hun leven kunnen krijgen en houden. Met
de hartklopping-effect bijvoorbeeld. Want waarom niet de verliefdheid uitlokken
- of de relationele waakvlam aanwakkeren - in achtbanen of met enge films?
(Waarschuwing voor onaantrekkelijken: het kan averechts werken, als de hersenen
van de begeerde abusievelijk concluderen dat je angst opwekt.)
Kasts ongerichte fascinatie levert een vreemde mix op. Maar
wat geeft dat als het onderwerp de liefde is. En wat geeft het als de auteur een
enthousiaste jongen is die niet rust tot hij in zijn zoektocht de laatste steen
heeft omgekeerd. Getuige zijn dankwoord heeft hij haar gevonden, niet alleen in
zijn boek, maar ook in zijn leven.
Bas Kast: De liefde , Uitgeverij Wereldbibliotheek; 15,90; 224 pag; ISBN
9028421424 , € 15,90; 224 pag; ISBN 9028421424
De Volkskrant, 14-01-2006, door Corine Koole
Pierre (66) had na een telefoonverhouding van een jaar genoeg van de
vrijblijvendheid van de gesprekken met Inez (56). Goed, hij mocht een weekend
langskomen. Nu zijn ze heel gelukkig getrouwd.
Met het accent op diepe kameraadschap
Tussentitel: 'Inez, die sterke, stevige: vrouw, gehard door haar werk,
huilde'
HIJ 'Ze zei: hij is er niet, we zijn aan het scheiden. Ik kende haar
niet, niet goed althans, zij en haar man waren niet onze boezemvrienden.
Goedbeschouwd heb ik helemaal geen boezemvrienden, ik heb er geen behoefte aan,
ik ben er de persoon niet naar. Ik was zelf aan het scheiden, ik had die middag
wat in mijn agenda zitten bladeren, op zoek naar oude contacten die ik weer kon
aanhalen. Zo kwam ik uit bij haar man, een oud-collega.
We hebben die eerste keer heel lang met elkaar gesproken. Ik
was in de war, we verkeerden in een gelijke situatie, het was prettig met haar
te praten over de emoties schuld, verdriet. opluchting, wrevel - die je allemaal
tegelijk overvallen, wanneer je eindelijk durft toe te geven dat je huwelijk
voorbij is. We gingen vaker bellen, dat wil zeggen, ik belde haar, eerst
wekelijks, later een paar keer in de week. Inez zat in een iets verder stadium
moet haar scheiding, ik stak iets op van haar ervaringen, ja, dat was wat mij
steeds naar de telefoon deed grijpen: ik zocht en kreeg steun, veilig en ver
weg, ik had geen idee hoe ze eruit zag, ik hoorde alleen haar stem, we hadden
geen gemeenschappelijke vrienden, we woonden allebei in een ander deel van het
land, zij in Amsterdam en ik in Limburg, we hadden totaal ander werk, ik kon
vrijuit praten, háár zou ik niet snel op een receptie tegenkomen.
Voor een man als ik, die toen tegen de zestig liep, en zich
ermee verzoend had, zich er misschien zelfs op verheugd had, de rest van zijn
leven alleen door te brengen was het een prettig, ongevaarlijk contact. Zij liet
mij begaan, en het streelde me dat ik in staat was haar op te vangen toen ze mij
later zelf begon te bellen, een keer zelfs in een vlaag van paniek.
Goedemorgen, hoe gaat het. begonnen steevast de gesprekken.
Er was geen spanning, geen erotiek, geen zinspelingen op méér, al begon dat
afstandelijke van onze telefoonverhouding me na een jaar wel steeds meer te
storen.
Ik zei: Inez, ik wil hier niet mee doorgaan, we moeten
linksom of rechtsom. De telefoongesprekken beginnen me in de weg te staan. Ze
zijn te vrijblijvend om er meer dan vriendschap aan te ontlenen en niet
vrijblijvend genoeg om onbelemmerd om me heen te kijken naar andere vrouwen. Ze
leggen een claim op me, begrijp je, een claim die zonder consequenties blijft.
Overigens is, opmerkelijk genoeg, die diepe vriendschap, waarvoor toen de basis
is gelegd, altijd het belangrijkste in ons huwelijk gebleven. Inez en ik hebben
geen passionele relatie. Dat geeft een enorme rust, overweldigender, en
bevredigender ook, dan de heftigste hartstocht. Wanneer je niet overspoeld wordt
door passie, mis je de valse emoties die passie ook met zich meebrengt,
wraaklust, jaloezie, en ontstaat er een enorme ruimte voor kameraadschap.
Goed dan, zei ze een beetje streng, kom maar een weekend naar
Amsterdam. En ik kwam, maar van vlammende liefde was geen sprake, van vlammende
vriendschap ook niet trouwens, wel van argwaan, voorzichtigheid en
terughoudendheid. Het was niet veel bijzonders dat weekend, Inez heeft gekookt.
Ze kan goed koken, daar niet van, ik nog betér, ja, al mag ik dat niet zeggen,
en op zaterdagochtend zette ze me op de trein. Goed, dat was het, dacht ik op de
reis terug naar Limburg. Maar er volgde een tweede bezoek, en die keer, op het
balkon van haar woning, nu onze woning, braken onze pantsers. Ze barstte in
tranen uit, midden op de dag, midden in de zon. Inez, die sterke stevige vrouw,
gehard door haar veeleisende werk. Ze huilde: ik houd van lange, dunne mannen en
jij bent klein en dik. Toen vloog ze me in de armen en stommelden we naar haar
slaapkamer. vanaf dat moment zijn we samen.
We hebben het bijzonder prettig. Er is een intense
verbondenheid. Rust. Jammer dat alleen sukkelige, bijna slome termen onze
verhouding kunnen typeren. En dat terwijl Inez me zoveel meer energie geeft dan
de van ruzies en verzoeningen doordrenkte relatie die ik daarvoor heb gehad. In
mijn vorige huwelijk had ik niet de kracht een praktijk als psycholoog van de
grond te tillen, bijvoorbeeld, ik werd gesloopt door conflicten.
Het ontbreken van een brandend verlangen was wennen, maar
niet voor lang. Het voorspelbare kan saai zijn, maar ik zie het als een wonder.
Er is lef voor nodig om het doodgewone toe te laten. Het gewone maakt kwetsbaar,
naakt bijna, maar als je het toelaat, merk je dat het geluk groter wordt. (nez
is een wonder, ons huwelijk is een wonder.
Passie gijzelt. vriendschap schenkt vrijheid.'
ZIJ 'Pierre belde op. Ik kende hem vaag via mijn ex, maar hij had niet
bepaald een verpletterende indruk gemaakt, ik herinnerde me niet meer dan zijn
kleine gestalte, zijn goed verzorgde uiterlijk en zijn keurig getrimde baardje.
Hij was geen flirt. Ook toen we die zondag een heel lang telefoongesprek hadden,
dacht ik niks, voelde ik niks.
Mijn ex was net een dag weg, ik was bezig de brokken op
te ruimen, ik was aan het bijkomen van alle commotie, ik stond totaal niet open
voor mannen. Wel weet ik dat het een mooi gesprek was en toen we na een uur
ophingen zei ik: als je wilt, mag je me vaker bellen. Laatst zat ik in mijn
dienstauto op weg naar. mijn werk, ik liet mijn chauffeur foto's zien die ik
kort daarvoor van Pierre had gekregen, ze waren gemaakt tijdens een
personeelsfeestje, ik zag Pierre in vrolijke stemming met een collega op schoot.
Ik moest erom lachen en maakte een grapje, de chauffeur maakte er een grapje
bovenop, heel luchtig allemaal en toen we aankwamen en hij de deur voor me
openhield, zei hij ernstig: u heeft een wel heel goed huwelijk, mevrouw. Ja,
dacht ik, toen ik naar binnen liep, ik heb een wel heel goed huwelijk, en het
doet me goed, een goed huwelijk. Mijn leven lang ruimde ik de rommel op voor
mijn lange neurotische mannen, interessante mannen, jazeker, maar lastig ook in
hun egocentrisme. Als het mij niet goed ging, stortte mijn man in en zorgde er
op die manier voor dat alle aandacht alsnog naar hem ging. Op het moment dat
mijn carrière op een hoogtepunt knakte, werd mijn man opgenomen in een
psychiatrisch ziekenhuis. Ik heb van mijn ex gehouden, maar toen hij weg was,
realiseerde ik me die zondag, al pratend met Pierre, dat ik er alles aan gedaan
had om mijn huwelijk te redden en ik vond berusting in die conclusie. Het was
goed zo, net als het goed was met anderen van gedachten te wisselen.
Pierre belde opnieuw. Hij bleef bellen. Het waren bij vlagen
moeizame gesprekken. Dan viel er een stilte en zei hij: en toen was het stil.
Dat irriteerde me mateloos, zo'n betekenisloze uitspraak alleen om iets te
zeggen. Hij kon ook heel vreemd lachen. Jaren later was ik met hem bij zijn zus,
toen heb ik hem voor het eerst echt horen lachen, totaal anders dan de holle,
ongemakkelijke, gemaakte lach die hij tijdens onze telefoongesprekken liet
horen. Erotische spanning was er niet en ik was blij toe.
Hoogopgeleide hardwerkende vrouwen hebben het niet makkelijk
op de huwelijksmarkt. ik had weleens gekeken naar contactadvertenties, maar ik
maakte me geen illusies. Bovendien ergerde ik me aan zijn besluiteloosheid, hij
bleef maar aarzelen of hij wel zou scheiden. Ik wilde hem niet helpen, ik had al
genoeg mannen in mijn leven gered, ik wilde niet meer redden, het redden had me
moe gemaakt. Toen hij steeds vaker belde, merkte ik dat ik ernaar uit begon te
zien, naar onze telefoontjes.
In februari 1996 was hij voor het eerst bij mij in Amsterdam.
Oh help, straks moet hij iets van mij, ga jij maar in de logeerkamer, dacht ik,
maar toen ik hem de volgende ochtend naar het station bracht, raakte ik in de
war. Hij zag er leuker uit dan ik had willen toegeven. Zijn hand was zacht en
stevig tegelijk. Daarop veranderde langzaam de aard van onze telefoongesprekken.
Hij ging weg bij zijn vrouw, ik kon nu ook hem bellen, we maakten opnieuw een
afspraak die ik een dag van tevoren afzegde en waar hij zo laconiek op reageerde
dat ik meteen spijt had. Waar was ik mee bezig? Waarom hield ik hem af? Met deze
man kon ik praten, er was na al die tijd geen onderwerp waar we niet samen over
konden praten, ik vond hem niet onaantrekkelijk, wat meer wilde ik?
Verliefdheid? Misschien. Maar ook die kwam. De keer dat ik hem huilend in de
armen vloog omdat hij niet mijn type was.
Vroeger bespotte ik samen met mijn ex, de echtparen die
zonder iets te zeggen naast elkaar op het terras zaten. vroeger maakte ik
trektochten met zware bepakkingen. Nu weet ik dat durven zwijgen een teken van
grote vertrouwdheid is. Nu zitten we met een tentje in Frankrijk.
Ik ben zachter geworden, minder gestrest, attenter tegen mijn personeel ook,
dankzij Pierre. Hij is de man die me opvangt als ik val. Hij is de man die mij
opwacht wanneer ik terugkom van een zakenreis, beneden achter de deur, niet
achter een krant in de huiskamer, hij is het met wie ik een boek lees op
zondagmiddag - zwijgend. Alle twijfel is weg. Alle vermoeidheid is weg. We delen
een kalm, vanzelfsprekend geluk. Een mooi wonder. Een mooi groot wonder, zo
kostbaar, en zo ongelooflijk stootvast. '
De
namen van de geïnterviewden zijn op hun verzoek gefingeerd.
Terug naar Psychologische praktijktips
, Psychologie
lijst
, Psychologie overzicht
, Algemeen, overzicht , of naar
site home
.
|