De Volkskrant, 02-02-2008, door Peter Giesen .2009

Hoe bang is Nederland

Mens = bang

Nederland is bang. Er is angst voor een teveel aan vreemdelingen, voor couscous ten koste van stamppot. De Amsterdamse burgemeester Job Cohen zei vorig weekend zelfs dat we niet meer zo bang zijn geweest sinds de Tweede Wereldoorlog. Wat voedt onze angst? Vijf visies vanuit internationaal perspectief. ‘Nederland zit in een kramp.’

Sinds Auschwitz weten we waar de angst voor de vreemdeling toe kan leiden, sprak de Amsterdamse burgemeester Job Cohen afgelopen zondag bij de jaarlijkse Auschwitz-herdenking. Toch zijn de angst en het wantrouwen jegens ‘de ander’ sinds 1945 niet meer zo groot geweest, aldus Cohen.

Angst is noodzakelijk om de soort in stand te houden, zeggen evolutiepsychologen. Zonder angst was de mens allang opgegeten door wilde dieren. Maar de menselijke angst gaat verder dan de evolutionaire reflex die bij alle zoogdieren voorkomt. Een poedel die lekker in zijn mandje ligt, is niet bang voor die gemene dobermannpincher die morgen wellicht zijn pad zal kruisen.

De mens heeft wel het vermogen om zichzelf in de toekomst te projecteren. Daarom zijn mensen altijd bang. De toekomst is immers per definitie onkenbaar. We kunnen nooit weten of alles wat ons dierbaar is – van onze kinderen tot een vrije, welvarende en vreedzame samenleving – ook behouden zal blijven.

Die angst is onvermijdelijk, maar ook onaangenaam. Daarom proberen mensen hun angst zo veel mogelijk uit hun bewustzijn te bannen. Ze zijn minder bang als ze het gevoel hebben dat ze in een voorspelbare wereld leven, waarin ze de toekomst kunnen controleren, of op zijn minst kunnen beïnvloeden.

Met zijn onbekende zeden en gewoonten is een vreemdeling een potentiële inbreuk op die voorspelbare orde. De angst voor de vreemdeling is dan ook een klassieke angst. Lange tijd werd die angst in Nederland bezworen met het ideaal van de multiculturele samenleving. Zolang autochtone Nederlanders de nieuwkomers maar tolerant tegemoet zouden treden, zou de maatschappelijke vrede bewaard blijven.

Wie in dit model geloofde, was niet zo bang voor moslims of Marokkaanse boefjes. Incidenten moesten vooral niet worden opgeblazen, zo werd gezegd. Integratie was een kwestie van tijd. Hoewel de multiculturele leer officieel alle culturen gelijkwaardig verklaarde, geloofden de meeste multiculturalisten stilzwijgend in vooruitgang en modernisering. Op den duur zouden Turken en Marokkanen net zo westers en seculier worden als de autochtone Nederlanders.

Bovendien werd de angst voor de vreemdeling overvleugeld door de angst voor racisme. Niet de moslim was gevaarlijk, maar de potentieel gewelddadige houding van de autochtonen. Nooit meer Auschwitz. In 1993 stuurden 1,2 miljoen Nederlanders een ‘ik ben woedend’-briefkaartje naar Duitsland, omdat in Solingen een Turks gezin om het leven was gekomen nadat hun huis in brand was gestoken door neonazi’s.

Op 11 september 2001 werd het geloof in de multiculturele bezweringsformule onderuit gehaald. Sommige moslims wilden helemaal niet westers worden, en lieten dat met geweld weten. Sindsdien ziet de wereld er een stuk angstaanjagender uit. Schokkende gebeurtenissen worden niet meer beschouwd als incidenten, maar als het zoveelste teken van verloedering en dreigende ondergang, door sommigen zelfs als voorbode van een burgeroorlog tussen moslims en niet-moslims.

De angst voor de vreemdeling valt niet los te zien van andere angsten. De multiculturele samenleving is niet de enige bezweringsformule die de afgelopen jaren sterk aan kracht heeft ingeboet. Door globalisering taande eveneens het geloof in de verzorgingsstaat die de burger beschermt tegen de grillen van de vrije markt. De angst voor het bandeloze individu, dat zich verliest in drank, drugs, criminaliteit en zinloos geweld, wordt niet meer beteugeld door verzuiling en strenge moraal.

In historisch perspectief kan moeilijk worden volgehouden dat de wereld onveiliger is geworden. De moslimterreur is vooralsnog veel minder gevaarlijk dan nazi-Duitsland, Sovjet-Rusland of een nucleaire oorlog. Volgens economen leidt de globalisering alleen maar tot meer welvaart. Ook de teloorgang van normen en waarden kan worden gerelativeerd. De stijging van de criminaliteit was het sterkst tussen 1965 en 1980, daarna vlakte zij af.

Maar op vrijwel elk maatschappelijk terrein, van de wereldpolitiek tot het domein van de persoonlijke relaties, vond een overgang plaats van relatieve orde naar relatieve chaos, van een zekere voorspelbaarheid naar fragmentatie. Verdwenen is het geloof dat de politiek greep heeft op de toekomst. Niets bevordert de angst zozeer als het gevoel een speelbal van onbeïnvloedbare krachten te zijn.


Naar Cultuur, vermenging, xenofobie, blank , Sociologie lijst  , Sociologie overzicht  , of site home .
 

[an error occurred while processing this directive]