Bronnen bij Cultuur, multicult., zelfislamisering: waarschuwingen |
12 aug.2008 |
Onderstaand een aantal voorbeelden van waarschuwingen tegen de zelfislamisering
- het lijkt totaal niet te helpen:
De Volkskrant, 12-10-2006, van correspondent Sander van Walsum
Interview | Volgens de Duitse schrijver Henryk Broder laat Europa zich
willoos islamiseren
‘Wie de vrijheid lief heeft, verlaat Europa’
Volgens de Duitse schrijver Henryk Broder laat Europa zich willoos naar de
islamitische slachtbank voeren; een vijandelijke overname is niet meer te
voorkomen. Met die boodschap trekt hij volle zalen.
Fotobijschrift: Henryk Broder: ‘Onze houding is een groter probleem dan de
ontbrekende bereidheid van moslims om te integreren.’
Vanaf het Hagenplatz, waar hij in de najaarszon een kopje thee drinkt, heeft de
Duitse publicist Henryk M. Broder (60) een onbelemmerd zicht op de glorie van
West-Berlijn. Broze dames nuttigen een bladerdeegtaartje. Tussen de verkleurde
bomen zijn de bordessen en ornamenten zichtbaar van de herenhuizen uit de
Gründerzeit – de jaren van het Tweede Keizerrijk. ‘En ik heb mijn auto pal
aan de overkant kunnen parkeren’, roept Broder triomfantelijk. ‘Ik ken geen
wereldstad waar dát mogelijk is.’
Met de nuchterheid waarmee de komst van de winter kan worden
aangekondigd, stelt Broder vast dat we naar de wereld van gisteren kijken. Want
het Europa zoals wij dat kennen, zal er over twintig jaar niet meer zijn.
Broder zelf wil niet meer emigreren. ‘Daarvoor ben ik te
oud.’ Maar jongeren – voor zover deze de vrijheid lief hebben – raadt hij met
klem een verhuizing aan naar Australië of Nieuw-Zeeland. Alleen op deze manier
kunnen zij ontkomen aan de plagen die het oude continent onleefbaar zullen
maken.
‘Europa heeft eigenlijk maar drie opties’, zegt Broder. ‘En
die zijn alle even onaantrekkelijk. De meest waarschijnlijke is dat Europa zich
willoos laat islamiseren. De tweede is dat ze haar vrijheid opoffert aan een
vals gevoel van veiligheid. De derde optie is dat Europa een economisch
wingewest wordt van India en China. Deze landen moeten de Arabieren dan wel vóór
zijn.’
Eén ding sluit Broder echter categorisch uit: dat de
Europeanen nog in staat zijn het onheil af te wenden. ‘Het dominante ethos werd
vertolkt door een domme, blonde schrijfster met wie ik onlangs een debat voerde.
Zij beweerde dat je je soms beter kunt laten verkrachten dan je daartegen te
verzetten. Soms kun je beter de strijd vermijden dan het risico lopen ten onder
te gaan.’
In zijn recent verschenen boek Hurra, wir kapitulieren!
laat Broder zien hoeveel vrijheid Europa al heeft opgegeven in de ijdele hoop
een vijandelijke overname te voorkomen. Een regionale bank in Würzburg
verontschuldigde zich ijlings voor de distributie van 30 duizend voetballen
nadat een vertegenwoordiger van de islamitische gemeenschap zich not amused
had getoond over het feit dat hierop de vlag van Saoedi-Arabië was afgedrukt –
temidden van de vlaggen van de overige deelnemers aan het WK-voetbal.
Uit beduchtheid voor het lot ‘van een filmmaker uit
Nederland’ riep de voorzitter van de Düsseldorfer carnavalsvereniging de leden
dit jaar op om de praalwagens zo te versieren dat moslims er geen aanstoot aan
zouden kunnen nemen.
Op verschillende plaatsen in Duitsland worden de bezwaren van
islamitische ouders tegen zwemonderwijs voor meisjes geëerbiedigd. De ARD zag af
van de uitzending van een documentaire over de vervolging van christenen in de
Arabische wereld. Twee recente voorbeelden van ‘alledaags appeasement’
kon Broder niet meer in zijn bundel vermelden; In Berlijn annuleerde de
intendante van de Deutsche Oper een moderne uitvoering van Mozarts Idomeneo,
nadat een anonieme beller bezwaar had gemaakt tegen de scène waarin de afgehakte
hoofden van Poseidon, Jezus, Boeddha en Mohammed worden getoond. In
Groot-Brittannië ten slotte, getuigden twee banken van hun respect voor de islam
door hun filialen niet langer met spaarvarkens te versieren.
Met zijn polemiek tegen deze vormen van westerse
zelfverloochening heeft Broder in Duitsland stormachtige bijval geoogst. Vooral
tot zijn eigen verbazing. ‘Ik was gewend om nogal fel te worden aangevallen.
Niet zozeer vanwege de aard van mijn kritiek op linkse intellectuelen of vanwege
de strekking van mijn analyse van het moderne antisemitisme, maar omdat een uit
Polen afkomstige jood de Duitsers kapittelde. Daaraan namen velen toch
aanstoot.’
Als buitenstaander voelt hij zich niet gehouden aan de
rituele oproep tot dialoog, waarmee het politieke establishment in Duitsland op
de periodieke crises in de multiculturele samenleving pleegt te reageren. Hij
onttrekt zich demonstratief aan de politiek correcte hang naar harmonie, en
voorziet hiermee kennelijk in een grote behoefte.
Dat bleek vorige week bijvoorbeeld tijdens een publiek debat
over Broders bundel in het Berlijnse Museum voor Volkenkunde. De kloeke zaal was
bij lange na niet berekend op de opkomst. En Broder, die werd geflankeerd door
de islam-kritische schrijfster Necla Kelek, werd geregeld door applaus
onderbroken.
Bijvoorbeeld toen hij de honderden aanwezigen voorhield ‘dat
onze houding een veel groter probleem is dan de ontbrekende bereidheid van
moslims om te integreren’. Of toen hij de zelfkritische reactie van de westerse
wereld op de rel rondom de Mohammed-cartoons hekelde.
De ‘verheugende respons’ op zijn boek rechtvaardigt volgens
Broder overigens niet de hoop dat Europa zijn noodlot nog kan ontgaan. ‘Europa
is een vrouw in de vijfde maand van haar zwangerschap die nadenkt over het
gebruik van voorbehoedsmiddelen.’
Volgens Broder ‘hebben de Europeanen de verkeerde conclusies
getrokken uit twee wereldoorlogen. Voor hen is het hoogste gebod niet ‘‘geen
dictatuur’’, maar ‘‘geen oorlog’’. Zij menen een tegenstander tegemoet te kunnen
komen die geen evenwicht wil, maar overwicht.’
De houding tegenover de islamitische wereld is, aldus Broder,
niet alleen ingegeven door angst en door de wens ‘tijd te winnen’, maar ook door
fascinatie voor de ‘archaïsche kracht’ van de islam, en door afkeer van het
kapitalisme. ‘In Duitsland laat Oskar Lafontaine van de Linkspartei zich vooral
door dit sentiment leiden. Hij zegt verwantschap te voelen met de sociale islam.
En zo reiken de politieke avantgarde en de reactie elkaar de hand.’
Tussenstuk:
Henryk M. Broder
1946 op 20 augustus geboren in Katowice (Polen).
1958 de familie vestigt zich in Keulen. Hier studeert hij later economie en
rechten.
1970 aanvang journalistieke loopbaan. Broder schrijft voor het (linkse)
Hamburgse blad St.Pauli Nachrichten, en het satirische blad Pardon.
1976 Boek Die Schere im Kopf (over zelfcensuur in links Duitsland).
1981 Broder werkt kortstondig in Israël. In Duitsland werkt hij mee aan
televisieprogramma’s, en levert hij bijdragen aan Die Zeit,
Süddeutsche Zeitung, Der Spiegel, Weltwoche en Der
Tagesspiegel
1986 wint internationale prijs voor de publicistiek met satirisch essay Das
12. Bundesland. 1986 boek Der ewige Antisemit.
2003 Broder sympathiseert met Amerikaanse inval in Irak. Medeoprichter van
publicistennetwerk De As van het Goede.
2006 boek Hurra, wir kapitulieren!.
De Volkskrant, 19-09-2006, door Hans Jansen
Zelfislamisering of Verlichtingsfundamentalisme
Arabist Hans Jansen meent dat de moslimse veroveringsdrang alleen wordt
weerstaan door mensen ‘die zelf hardnekkig iets van oordeel zijn over de mens en
de wereld, die hun eigen cultuur kennen en respecteren’.
In het jaar 630 trekt het leger van Mohammed de stad Mekka binnen. Acht jaar
daarvoor hadden Mohammed en zijn volgelingen Mekka verlaten om zich te vestigen
in het naburige Medina dat toen een oase was die vooral leefde van de
dadelteelt. Maar algauw zou blijken dat de moslims niet naar Medina waren
gekomen om dadels te gaan verbouwen, maar om de wereld te veranderen. Ongeveer
een jaar na Mohammeds aankomst in Medina voelden de moslims zich sterk genoeg om
te beginnen aan de onderwerping van het Arabisch schiereiland. In 629 was het
einde van dat karwei in zicht gekomen. Toen was het de beurt aan Mekka om
geïslamiseerd te worden.
Volgens de islamitische overlevering vallen er op de dag van
de moslimse invasie van Mekka slechts vijftien of zestien doden. Dat er weinig
verzet geboden werd, kwam niet doordat de Mekkanen de islam eigenlijk best wel
een interessante verrijking van hun cultuur vonden. Het kwam doordat
‘burgemeester en wethouders’ van Mekka, terwijl hun stad onder de voet werd
gelopen, thee zaten te drinken bij Mohammed in diens commandotent. Ze hadden
zich net officieel tot de islam bekeerd en de stemming was opperbest. Bij gebrek
aan organisatie van het verzet maakte de bevolking van Mekka maar liever gebruik
van de door de moslims afgekondigde amnestie voor eenieder die zich aan hen
onderwerpen wilde.
Het standaardverslag van deze gebeurtenissen is van Ibn Ishaq
die meer dan een eeuw later zijn verhaal zwart op wit heeft gezet. Ibn Ishaq’s
observaties over de bestuurders van steden die op het punt staan voor de islam
te capituleren, zijn glashelder. Technocratische bestuurders blijken snel bereid
moslimse eisen in te willigen. Er hoeft maar iets van een islamitische dreiging
aan de horizon te verschijnen of de bestuurders passen zich aan en proberen het
hun nieuwe meesters naar de zin te maken.
In de ogen van deze bestuurders zijn alle ambities van al hun
onderdanen even gewichtig of even dwaas. Dat sommige van die ‘onderdanen’ maar
van één ding dromen, de triomf van de islam, willen en kunnen zij niet
begrijpen. De bestuurlijke elite beschouwt het eigen vermogen tot het absorberen
van vreemde aspiraties en evidente malligheid als onbegrensd.
Medina is de eerste stad die de moslims innemen. Hij wordt
bestuurd door een tweemanschap: Abdallah Ibn Ubayy en Abou Aamir. Ibn Ubayy gaat
na een poosje tot de islam over. Maar zijn collega Abou Aamir ‘weigerde
hardnekkig te geloven’. Hij blijft de rest van zijn leven voor de moslimse
troepen uitvluchten, eerst naar Mekka, dan naar Taif en ten slotte naar Syrië
waar hij overlijdt. Abou Aamir was de zaak van Byzantium en het christendom ten
volle toegedaan. Capituleren voor de macht van de islam bleef hij levenslang
afwijzen.
Direct al bij de moslimse overname van Medina tekenen zich
dus twee soorten reacties af: halfhartige zelfislamisering en de principiële
weigering het eigen cultuurgoed overboord te gooien. De weigeraars zijn steeds
mensen die zelf hardnekkig iets van oordeel zijn over de mens en de wereld, die
hun eigen cultuur kennen en respecteren.
Het is duidelijk dat er meer ideologieën bestaan die mensen
immuun voor de islam kunnen maken, maar het is nog duidelijker dat de
postmoderne onwetendheid daar niet bij hoort. Iemand die denkt dat of iets waar
is, er maar vanaf hangt hoe je naar de dingen kijkt, is wanneer het eenmaal vrij
worstelen wordt, geen partij voor welke solide activistische vroomheid dan ook.
Ook de modieuze regenteske opvatting van veel Nederlandse bestuurders, dat alle
godsdiensten eigenlijk apekool zijn, is geen effectieve bescherming tegen de
islam. Wie dat vindt, onderschat zijn belagers.
Toen Mohammed Mekka innam, zijn er dus zo’n vijftien doden
gevallen. Voor wie gewend is aan de Tweede Wereldoorlog of het communisme, waar
doden meestal met miljoenen geteld worden, is dat niet veel. Toch is het vreemd
dat Karen Armstrong in haar boek over de islam schrijft: ‘Mohammed wist de stad
Mekka in te nemen zonder een druppel bloed te vergieten’. Er gaapt een afgrond
tussen de ongegeneerde rapportage van Ibn Ishaq over Mohammeds bloedvergieten en
deze zin van Karen Armstrong, de moeder-overste van de zelfislamiseerders.
Ook bij de verovering van Khaybar en Taif, krijgen we te
horen hoe Mohammed de leiders van zijn vijanden heeft aangepakt. Een notabele
van Taif wordt met een enorm bedrag omgekocht. Een leider van de oase Khaybar
heeft minder geluk. Hij is jood en wordt ervan verdacht de kas te hebben
verstopt. Hij wordt in opdracht van Mohammed gemarteld. Er wordt een vuurtje op
zijn borstkas ontstoken, maar het slachtoffer weet niets of wil niets zeggen, en
moet zich laten doodmartelen. Het verhaal zit vol antisemitische clichés die ik
hier maar oversla, het is zo al erg genoeg.
Vermeldenswaard is dat tijdens een demonstratie in Amsterdam
op 22 juli 2006 jonge moslimse demonstranten leuzen riepen die refereerden aan
deze geschiedenis in Khaybar. De demonstranten riepen letterlijk: ‘Khaybar,
Khaybar, o joden, het leger van Mohammed zal terugkeren.’ Maak uw borst maar
vast nat, zou ik zeggen.
Linkse politici neigen eerder tot zelfislamisering dan
rechtse. Links is, grof gezegd, van oordeel dat onze kapitalistische
consumentistische racistische neokolonialistische & seksistische maatschappij
niet deugt en dat daarom de ‘maatschappelijke structuren’ veranderd moeten
worden. Dat vinden de imams ook. Een aantal jaren geleden ben ik allochtone
studenten eens voorzichtig gaan vragen waar zij voor het eerst te horen kregen
dat de Nederlandse maatschappij niet deugt. Het antwoord luidde onveranderlijk:
‘Maar meneer, bij maatschappijleer natuurlijk.’ Als de imam dat dan in zijn
preken bevestigt, is voor veel jongeren de cirkel rond.
Kil bekeken willen die moslims die het Westen de oorlog
hebben verklaard, niets anders dan eerlijk nivelleren. De islamitische cultuur
heeft een duizendtal jaren de wereld weten te domineren. Ergens in de 17de eeuw
zijn ze hun voorsprong op het Westen kwijtgeraakt. De islamitische
maatschappijen zijn nu zwakker dan de westerse. Grote groepen in de islamitische
wereld vinden dat verontrustend. Ze hebben geen vrede met de superioriteit van
het Westen en willen daar verandering in brengen. Jammer genoeg niet door de
islamitische wereld aan te pakken, maar door het Westen aan te pakken. En de
enige methode waarmee zulke groepen het Westen kunnen raken, is terreur.
Dit is wel degelijk nivellering. Zonder dat het de
terroristen iets kost, gaat een steeds groter deel van ons geld naar de bewaking
van personen, instellingen, faciliteiten, gebouwen, enz. Uit respect voor de
islam moeten we onze schoenen uittrekken – niet alleen in de moskee maar op elk
Amerikaans vliegveld, onder het oog van speciaal daarvoor opgeleide
functionarissen.
Links is volslagen zorgeloos over de eventuele politieke
macht van een godsdienst, omdat het gelooft dat het einde van alle godsdiensten
niet lang meer op zich zal laten wachten. Ongeveer zoals vrome joden de Messias
verwachten. Die Messias kon nog wel eens komen, maar het einde van de godsdienst
staat echt niet voor de deur. Zo lang mensen onvervulbare wensen koesteren,
zullen er godsdiensten blijven bestaan die plechtig beloven die wensen te
vervullen.
En dan het Verlichtingsfundamentalisme. Deze term is
geïntroduceerd om Ayaan Hirsi Ali en haar companen zwart te maken, maar vraagt
erom een geuzennaam te worden. Verlichtingsfundamentalisme gaat uit van de
antieke gouden regel ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander
niet’. Wie die regel schendt, door te roven of te doden, geeft daarmee aan de
overheid een vrijbrief om hem zo mogelijk te straffen. Daarbij moet de overheid
dan wel heel zeker van haar zaak zijn, want in dubio pro reo, in geval
van twijfel gaat de verdachte vrijuit.
Godsdienstige vergrijpen en ketterijen kunnen dan niet langer
aardse bestraffing opleveren, want godsdienst en twijfel gaan samen als een hand
en een handschoen. Bij elke beschuldiging van een godsdienstig vergrijp is er
voldoende twijfel om de verdachte niet te laten onthoofden of ophangen. Daarmee
zijn alle bedreigingen die de islamitische sharia uit jegens niet-moslims en
ex-moslims van de baan. Dat geeft weer even lucht.
Binnen het systeem van Verlichtingsfundamentalisme hebben
moslims en christenen en elke andere religieuze beweging volstrekte vrijheid van
godsdienst, mits ze hun handen thuis houden. Wie zijn handen niet thuis houdt,
moet misschien zwaarder gestraft worden dan thans het geval is. Het is moeilijk
te bedenken welke bezwaren de multiculturalisten kunnen inbrengen tegen dit
systeem.
Er zijn moslims die wel degelijk tegen zulk
Verlichtingsfundamentalisme willen strijden en bereid zijn in die strijd zo
nodig te sneuvelen. Sayyid Qutb, de geestelijke vader van het moderne
islamitische fundamentalisme, liet zich in 1966 glimlachend naar de galg voeren.
Hij wist dat zijn martelaarsbloed niet tevergeefs vergoten werd. Hij streed
tegen uw en mijn vrijheid van godsdienst.
Anders dan Sayyid Qutb, willen Verlichtingsfundamentalisten
liever niet voor hun overtuiging sterven. Toch zullen ze goed moeten bedenken
wat ze willen: zich verzetten, met alle risico’s vandien, of zich laten
uitschakelen door mensen die zo zeker van hun zaak zijn dat ze zich glimlachend
laten ophangen.
We zullen in ieder geval goed op het gedrag van de overheid
moeten letten. Zonder overheidssteun kan geen enkele godsdienst de maatschappij
gaan overheersen of tot last worden. We zullen dus goed in de gaten moeten
houden of onze volksvertegenwoordigers zelfislamiseerders of
Verlichtingsfundamentalisten zijn. Dit is de ingekorte versie van de Anton
Constandse-lezing die arabist Hans Jansen op 16 september 2006 hield in Utrecht.
Tussenstuk:
Wie niet horen wil moet maar voelen in de islam
De kernvraag die de Paus aan de orde heeft gesteld luidt: Is God bij zijn
handelen gebonden aan wat wijs en goed is? Doet God alleen maar dingen die naar
menselijk gevoel goed en wijs zijn? Paus Benedictus citeert een keizer die
meende dat God alleen met wijs beraad handelt. Daar stelde deze keizer de
islamitische aanpak tegenover. Die was zijns inziens gebaseerd op het gebruik
van geweld, en de cynische verwachting dat bedreiging en intimidatie
uiteindelijk tot het nagestreefde doel zullen leiden: toetreding tot de islam en
het gaan leiden van een leven dat in overeenstemming is met Gods wil.
De paus citeert: ‘God schept geen behagen in bloed.
Onredelijk gedrag is in strijd met Gods aard. Geloof wordt geboren uit de ziel,
niet uit het lichaam.’ En: ‘Laat me zien wat Mohammed voor nieuws heeft
gebracht. Dat zijn alleen boze en onmenselijke zaken zoals zijn bevel het geloof
dat hij predikte met het zwaard te verspreiden.’ De paus citeert deze woorden
van keizer Manuel II Paleologus (ca. 1400), die bepaald een ervaringsdeskundige
was. Hij en zijn dynastie hebben hun rijk zien afbrokkelen door islamitische
expansie. De opmars van de moslims wordt pas drie eeuwen later, in 1683, tot
staan gebracht, als het Poolse leger er in slaagt Wenen, dat door de Turken
belegerd wordt, te ontzetten.
Moslims worden nu om twee dingen boos. Wie zegt dat de islam
met het zwaard verspreid is, kan hen daar woedend mee maken. De huidige woede op
de paus laat dit weer zien. Het christendom heeft zich in de drie eeuwen tussen
Jezus en keizer Constantijn (omstreeks 300) zonder geweld verspreid. Veel
moslims zouden willen dat ook de islam zich vreedzaam had uitgebreid. Maar de
islam beschikte al vroeg over legers en veel moslims zien de spectaculaire
overwinningen van die legers als een bewijs dat de islam Gods eigen godsdienst
is.
Wie zegt dat de islam niet met het zwaard verspreid is, kan
ook daar moslims boos mee maken. Wie dat zegt, zal namelijk meestal willen dat
in onze tijd de islam óók geen geweld aanwendt tegen andersdenkenden. En de
mannen van Al-Qa’ida willen wel degelijk geweld gebruiken, tegen Amerika, de
joden en het Westen, en menen ook dat Gods woord hen dit opdraagt. Het is voor
niet-moslims lastig hier mee om te gaan: met beide standpunten kun je in
levensgevaarlijke conflicten belanden.
Er zijn theologen in de islam die menen dat God bij zijn
handelen nergens aan gebonden is, niet eens aan zijn eigen wet. In de bijbel
komen scènes voor waarin mensen zich vrijmoedig tegenover God opstellen. Abraham
onderhandelt met God over Sodom en Gomorra, David wordt boos op God, en in het
Nieuwe Testament wordt God zelfs als een mens, iemand zoals Jezus van Nazareth,
voorgesteld. Dat past niet in de opvattingen van de islamitische theologie. Daar
is de afstand tussen God en mens groter.
De tweede helft van soera 18 van de koran vertelt over een
profeet die een jongen op straat ziet lopen, en hem zonder enige aanleiding
doodslaat. Op de verbaasde vragen waarom hij dat gedaan heeft, zegt de profeet
dat de jongen bezig was tot een zondaar op te groeien. Onverklaarbaar
gewelddadig gedrag, wil dit verhaal ons leren, kan wel degelijk Gods instemming
hebben. Ook Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh, vond dit een mooi
verhaal dat hij aan de rechtbank heeft willen vertellen.
Gezien alle rampen die de mensheid overkomen, is het geloof
in een God die alleen maar het goede doet, niet vol te houden. Dit impliceert
namelijk dat we in de beste van alle mogelijke werelden zouden leven. Sinds
Voltaire’s vrolijke roman Candide wordt dat een belachelijke gedachte
gevonden. Nu is de gebruikelijke opvatting dat we de wereld stapje voor stapje
minder onvolmaakt moeten zien te maken.
De theorie van de islam neemt een ander standpunt in. We
moeten God voortdurend danken dat hij ons niet nog meer ellende laat meemaken.
Wie zich niet geweldloos wil laten beleren door de koran, moet dan maar met
behulp van een stok erachter komen hoe de wereld in elkaar zit. God wil wel
degelijk dat de ongelovigen met harde hand worden aangepakt. Om mensen tot het
heil van de islam te brengen, is redelijkheid en wijsheid prima, maar met het
zwaard en het machinegeweer gaat het soms vlugger.
Wat wil de paus met het oprakelen van al deze dingen? Toch
vooral waarschuwen dat we de rug recht moeten houden, en onze eigen geschiedenis
nog maar eens moeten naslaan om na te gaan hoe onze ervaringen met de islam
vroeger ook weer waren.
De Volkskrant, 21-09-2006, door Annelies van der Veer, initiatiefneemster van de debatsite
www.hoeiboei.web-log.nl
Wie bekreunt zich nog om het lot van Wilders
De gematigde moslim die doodsbedreiging en vrouwenmishandeling niet normaal
vindt, ontmoet vooral verbazing, vindt Annelies van der Veer.
Tussentitel: Khan begreep alles maar kon er toch met zijn verstand niet bij
Is er nog íemand die het raar vindt dat Geert Wilders bedreigd wordt door...
tja, hoe zal ik ze noemen… door van die mensen die in Nederland wonen maar tegen
de democratie en de rechtsstaat zijn omdat zij, op grond van hun religie of
cultuur of allebei, vinden dat die democratie niet deugt? Zij eisen daarom meer
respect en meer begrip voor hun ideeën. Verwezenlijking van hun leer dient,
koste wat het kost, toch eigenlijk wel zo snel mogelijk plaats te vinden in
Nederland. Zij bedreigen Geert Wilders met de dood en de vraag is of iemand zich
daar nog druk over maakt.
Ja hoor. Er is ten minste één man die het niet normaal vindt dat Geert Wilders
met de dood wordt bedreigd. Zijn naam is Hikmat Mahawat Khan. Je moet
voorzichtig zijn met etiketten, maar ingenieur Khan (ex-voorman van de
Contactgroep Islam) schijnt een liberale moslim te zijn. Ik hoorde hem vorige
week op de radio. Het was leuk te vernemen hoe verbaasd de interviewster klonk
toen Khan spontaan zei zich nog steeds te verbazen over het feit dat niemand in
Nederland zich meer verbaast over alle doodsbedreigingen aan het adres van
Wilders. Want die gaan gewoon door.
Khan deed nog een andere uitspraak die je zelden op de radio hoort. Het
onderwerp vrouwenmishandeling werd namelijk eventjes doorgenomen. Aan de lijn
was een ‘deskundige op het gebied van vrouwenmishandeling’. Zij vertelde dat
voor veel vrouwen de situatie in Nederland minstens zo gevaarlijk is als die van
Wilders. Hun (ex-)man wil hen om de een of andere reden vermoorden, en anders is
een ander familielid wel bereid deze taak op zich te nemen, en het gaat hier
niet om een dozijn vrouwen maar het lijkt meer een trend te zijn waarvan het
einde niet in zicht is.
Hoewel de interviewster het gesprek in de goede richting probeerde te leiden
door luchtigjes op te merken dat de Blijf-van-mijn-lijfhuizen al sinds 1980
bestaan en dat er dus eigenlijk niets nieuws gaande is in Nederland, bleek er
toch meer aan de hand. Er zijn te weinig safe houses om alle bedreigde vrouwen
(vaak inclusief hun kinderen) veilig te ‘bewaren’. Steeds komen die lastige maar
vooral moordlustige (ex-)echtgenoten achter het adres van hun vrouwen, zodat die
voor de tweede, derde of zoveelste keer moeten vluchten en de kinderen weer naar
andere scholen moeten gaan. Onhoudbare toestanden. Neen, moest de geïnterviewde
vertegenwoordigster van die vrouwenorganisatie eerlijk toegeven, die
bedreigingen zijn toch wel van een geheel andere orde dan die van 1980.
Khan, die had meegeluisterd, hield het niet meer en onderbrak de beide dames. In
ferme taal legde hij uit dat dit toch de omgekeerde wereld is en oké, van
Wilders is het misschien moeilijk vast te stellen wie hem precies bedreigen,
maar van deze vrouwen is dat toch duidelijk? Waarom moeten die vrouwen
opgesloten zitten in safe houses en lopen die schurken, hun mannen, vrij rond?
Men weet toch om wie het in deze gevallen gaat? De namen zijn bekend! Die mannen
moeten worden opgesloten en die vrouwen hebben recht op een vrij leven in ons
land. Aldus Khan.
Het lukte de ‘vrouwenmishandelingsexpert’ niet helemaal haar irritatie over
Khans uitspraak te onderdrukken. Nee, ze moest Khan hier corrigeren. Het is
allemaal niet zo eenvoudig als Khan het voorstelt, deelde ze ons mede. Die
schurken hebben immers nog geen geweld gepleegd en de wet zit nu eenmaal zo in
elkaar dat je niet iemand kunt vastzetten die alleen maar gedreigd heeft je te
vermoorden. Hij heeft de daad nog niet bij het woord gevoegd. Dus, zei de
deskundige, kun je niets tegen hen beginnen, wel moeten wij het de toekomstige
daders moeilijker maken de schuilplaats te ontdekken van hun slachtoffers. Daar
is meer geld voor nodig. Veel geld.
Het woord cultuur viel vanzelfsprekend niet. Noch het woord religie.
Khan, die alles begreep maar er toch met zijn verstand niet bij kon, vond dat de
wet dan maar moest worden aangepast. Maar, zo bleek, in die richting werd niet
gedacht, zover zijn we in Nederland nog lang niet. Khan, de liberaal, de
geïntegreerde, gematigde moslim, was toch wel een beetje mal om de zaken zo
effectief te willen oplossen. In een democratisch land als Nederland, waar het
cultuurrelativisme hoogtij viert, zullen we steeds meer geld aan deze problemen
moeten uitgeven en ons verder moeten behelpen met pappen en nathouden. Onze
minister van Justitie is niet zo bezig met vrouwen, en al helemaal niet met
geschikte huisvesting voor bedreigde vrouwen, hij heeft andere prioriteiten. Hij
vindt het belangrijker ons erop te wijzen dat bij tweederde meerderheid van de
stemmen de sharia (de islamitische wetgeving die het einde betekent van de
vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst) hier kan worden
ingevoerd. Dat recht te verdedigen is op dit moment belangrijker voor Donner.
Van alle kanten, van alle politieke partijen, krijgen we berichten binnen dat we
de gematigde moslims toch in godsnaam moeten steunen. Dat is onze heilige
plicht. Terecht! Maar wat doet de politiek zelf? Die steunt alleen de orthodoxe
en fanatieke moslims die niets doen aan de achtergesteldheid van de vrouwelijke
moslims alhier. Zij vinden het wel best zo. Ze beweren dat hun ‘moslima’s’ zo
aan de hoofddoek zijn gehecht en ze staan niet pal voor de vrijheid van
meningsuiting. Ook geven zij het liefst Israël de schuld van het asociale gedrag
van Amsterdamse rotjochies.
En dus zijn we al lang bezig de sharia hier sluipenderwijs in te voeren. Steeds
een beetje meer toegeven. In de ijdele hoop daarmee geweld buiten de deur te
houden. We bevinden ons al lang op een glijdende schaal. Halal-hypotheken,
gescheiden zwemlessen voor jongens en meisjes, geen handen schudden met vreemden
want anders wordt men seksueel in verleiding gebracht, met hoofddoek op de
pasfoto, het uitschelden van andersdenkenden, zelfcensuur, het zijn allemaal
regels uit de islamitische wetten, de sharia. En anders staat het wel in het
boek der boeken.
De gematigde moslim Hikmat Mahawat Khan heeft de strijd nog niet opgegeven.
Gisteren werd bekend dat hij op nummer drie staat van de kandidatenlijst van Eén
NL, de partij van Marco Pastors. Er is nog hoop.
IRP: Het volgende stuk is naar aanleiding van dit bericht
:
De Volkskrant, 28-03-2008, door
Sander van Walsum Moslimscholier moet gewoon buiten spelen
Zo’n dertig jaar geleden wisten cabaretiers en cineasten – per definitie
vlijmscherp en vreselijk links – wel raad met gelovigen. Pastoors werden
opgevoerd als corpulente figuren die niet van jeugdige parochianen konden
afblijven. Gereformeerde predikanten maakten gemene zaak met de wrekende God,
maar namen het met de eigen moraal niet zo nauw.
Volgens de modieuze opvatting van die dagen handelden jeugdige kerkgangers onder
dwang, of miskenden ze de tekenen des tijds. Wie als 16-jarige de Heer liefhad,
werd door zijn ruimdenkende leeftijdsgenoten ter verantwoording geroepen. Soms
oogstte de gelovige nog wel respect voor de eerlijkheid waarmee hij zijn
afwijkende opvattingen opbiechtte. Maar dat respect strekte zich niet uit tot
het geloof zelf. De keuze voor allerlei exotische varianten van het communisme
was makkelijker te verklaren dan de keuze voor welke God dan ook.
Die houding veranderde toen de migranten in ons midden als gelovigen werden
geidentificeerd. We waren – wijs geworden door het verleden – tot het inzicht
gekomen dat onze cultuur niet superieur was aan andere. Dus we haalden het niet
in ons hoofd om net zo schamper over moslims te doen als over onze protestanten
en katholieken.
Sterker: we gingen ons respect tonen voor de islam. Daarin zijn we dermate
opgegaan, dat het woord ‘respect’ aan een gierende inflatie onderhevig is
geraakt. Temeer omdat iedereen die zich in zijn religieuze eigenwaarde gekrenkt
voelt, respect opeist – en het vaak nog krijgt ook.
Vroeger werd het individueel geloof niet serieus genoeg genomen, nu geniet het
misschien wel te veel eerbied. Waar dat toe kan leiden, blijkt uit een curieuze
uitspraak van een administratieve rechtbank in Berlijn: openbare scholen moeten
een gebedsruimte beschikbaar stellen aan leerlingen die daarom vragen.
De zaak was aanhangig gemaakt door een 14-jarige leerling van het
Diesterweg-gymnasium in het stadsdeel Wedding. Hij had zich beknot gevoeld in
zijn religieuze rechten omdat de rectrix zijn gebedsrituelen niet wilde
faciliteren. De rechter heeft de jongen in het gelijk gesteld. Hij merkt bidden
aan als een grondrecht dat ook op openbare scholen moet worden gewaarborgd.
Veel multiculturele scholen hebben aangekondigd de richtlijn te negeren. Want
wat gebeurt er als niet 1 of 2 maar 400 leerlingen willen bidden? En werkt het
recht van de ene groep geen rivaliteit met andere in de hand? Maar bovenal: hoe
verhoudt de permissie om te bidden zich tot het grondwetsartikel dat bepaalt dat
een levensbeschouwing niet op gespannen voet mag staan met het gebod van gelijke
behandeling? De Berlijnse wethouder van Onderwijs, Jürgen Zöllner (SPD), heeft
de uitspraak echter niet door een hoger rechtscollege willen laten toetsen omdat
‘een individueel geval’ deze inspanning niet zou rechtvaardigen. Volgens de
betrokken scholen miskent hij hiermee de principiële dimensie van het geval.
Alleen het feit dat de klacht van de gymnasiast in behandeling werd genomen,
getuigt al van een mateloze overwaardering van het geloof. Zal een 14-jarige
werkelijk de behoefte voelen om zich in de pauze met een gebedskleedje in een
ongezellig kamertje terug te trekken? Ik geloof er – met alle respect – niets
van. ‘Ga buiten spelen!’ Dát had de rechter moeten zeggen.
Naar Zelfislamisering ,
Allochtonen lijst
, Allochtonen, overzicht
, of site home
.
|