jan.2007

Als klass hoger glob.? let op: er is ook een 'midden' versie

Er is ook Linkse denkfouten, immigratie

Volkskrant website, 19-10-2007,

'Krapte arbeidsmarkt groter gevaar dan bankencrisis’

Niet de huidige bankencrisis, maar het grote gebrek aan arbeidskrachten vormt een groot gevaar voor de wereldwijde economie. De loonprijsspiraal zoals ons land die kende in de jaren zestig komt weer terug. Dat voorspelt beleggersgoeroe en hoogleraar Jaap van Duijn.


‘Maak je borst maar nat’, aldus Van Duijn donderdag op een symposium over de kredietcrisis op universiteit Nyenrode. Volgens de ex-topman van Robeco staan we aan de vooravond van een krappe arbeidsmarkt en stijgende lonen die zullen leiden tot een toenemende inflatie.
    Over een jaar spreekt niemand meer over de bankencrisis, ontstaan door de problemen op de Amerikaanse hypotheekmarkt, meent Van Duijn. ‘De Azië-crisis in de jaren negentig leek destijds ook een enorme bedreiging voor de wereldeconomie, maar was binnen enkele maanden voorbij.’
    Over de huidige zwakke dollar maakt Van Duijn zich ook weinig zorgen. ‘De export vanuit Amerika draait daardoor uitstekend.’ Hij beschouwt de zwakte van de Amerikaanse munteenheid ten opzichte van de euro daarom eerder als een zegen voor de economie dan een bedreiging voor de VS.
    De euro bereikte donderdagmiddag opnieuw op een recordstand ten opzichte van de dollar. De Europese munt stond enige tijd boven de psychologische grens van 1,43 dollar, maar zakte later op de middag weer terug naar een waarde van 1,4283 dollar.
    Een te snelle daling van de Amerikaanse munt kan nadelig uitpakken. Obligaties worden minder aantrekkelijk. Het gevolg daarvan kan zijn dat bedrijven, overheid en ook burgers hun bestedingen en investeringen terugbrengen. Dat kan weer ten koste gaan van de economische groei.
    De licht afnemende groei van de economie heeft volgens Van Duijn niks te maken met de huidige kredietcrisis, maar moet worden gezien in het licht van de economische cycli. Van Duijn, jarenlang het gezicht van Robeco, denkt dat de economie in 2008 en 2009 een hoogtepunt bereikt, met als enige bedreiging de eerder genoemde loonstijgingen door krapte op de arbeidsmarkt.

 

De Volkskrant, 05-11-2007, door Gitta Luiten en Paul van Paaschen
 
Kabinet, zeg toch ja tegen globalisering

Nederlanders zijn volgens Gitta Luiten en Paul van Paaschen niet nieuwsgierig genoeg naar de kansen die globalisering biedt. Zij willen dus nieuw beleid.


Tussentitel: We zijn van nieuwsgierig isolationistisch en intolerant geworden

Globalisering is een van de meest ingrijpende ontwikkelingen van deze tijd, die alle landen en hun inwoners raakt. Daarom is het des te zorgwekkender dat Nederland er niet de relevantie van in lijkt te zien. Er is behoefte aan een cultuuromslag en aan concreet beleid.
    Wij doen dan ook een dringend beroep op de ministers Plasterk (vanuit Cultuur en Wetenschap), Verhagen (vanuit Buitenlandse Zaken) en Koenders (vanuit Ontwikkelingssamenwerking) en staatssecretaris Timmermans (vanuit het Internationaal Cultuurbeleid) om een ‘nieuwsgierigheidsbeleid’ in het leven te roepen. En wij vragen Nederlandse burgers dit beleid te steunen.
    Cultuur bepaalt wie en waar je bent, het geeft je respect en waardigheid. Het is een van de belangrijkste kenmerken van een persoon, een groep en een land en vormt het domein van ideeën, van creativiteit, van uitwisseling en vreedzame confrontatie. Bovendien is cultuur een bepalende factor in de opbouw van een maatschappelijk middenveld, in het creëren van eerlijke kansen en een wereld die die keuzen in vrijheid kan bieden.
    De cultuur in ons land is sinds 9/11 en de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh veranderd van open, tolerant en nieuwsgierig naar gesloten, afhoudend en isolationistisch. Nee tegen Europa en open grenzen. Nee tegen migranten en hun religie. Subsidiestops voor organisaties die vensters op de wereld openen, zoals de Wereldomroep en het Leidse International Institute for the Study of Islam in the Modern World.
    Daarmee sluiten we onszelf echter af van belangrijke ontwikkelingen in de wereld. Zoals voor de economie en de wetenschap internationale impulsen en samenwerking onontbeerlijk zijn, zo verliest een cultuur zonder buitenlandse prikkels haar vitaliteit en inspiratie. Politieke oplossingen moeten steeds meer over de grenzen en in internationaal verband worden gevonden, of het nu gaat om mededinging, intellectueel eigendom, eerlijke handel of milieuproblematiek.
    De internationale dimensie is dus niet meer weg te denken uit onze samenleving en is bovendien voor kwaliteit en innovatie onontbeerlijk. Niet voor niets investeren andere landen genereus in buitenlandse culturele en academische uitwisseling; in ‘green’ en ‘blue cards’ (visa voor hoog opgeleide werknemers); in het zoeken van contact met culturele ontwikkelingen uit andere delen van de wereld.
    Als Nederland nog enige rol wil spelen in de wereld, dan moeten we onze positie bepalen. Cultuur is daar de motor voor. Daarmee is door het vorige kabinet een voorzichtig begin gemaakt, met de nota Koers Kiezen. Het wachten is echter nog steeds op een ambitieuze uitwerking daarvan. De essentie daarvan zou moeten bestaan uit drie praktische maatregelen.

1: Open de grenzen voor talent.
Een vrij verkeer van mensen, kennis, ideeën en culturele producten is een voorwaarde voor innovatie en creativiteit. Geef intellectuelen, kunstenaars, wetenschappers, critici en curatoren toegang tot ons land, in plaats van ze (zoals nu geregeld gebeurt) zelfs een visum te weigeren als zij door een Nederlandse instelling zijn uitgenodigd. Pleit in de Europese Unie voor ruime criteria voor de ‘blue card’, of introduceer zelf een soepel toegangsbeleid.

2: Stimuleer nieuwsgierigheid.
Faciliteer als overheid een evenwichtige representatie en informatie over culturen en kennis uit álle delen van de wereld. Want die draait niet langer (uitsluitend) om New York, Berlijn of Parijs, maar ook om Peking, Dubai en Sao Paolo. Maak het ook voor culturele instellingen gemakkelijker om buitenlandse expertise en inspiratie in te roepen, om internationale netwerken op te bouwen en om langdurige internationale samenwerking aan te gaan. Want dat wordt door de huidige subsidiecriteria eerder bemoeilijkt dan gestimuleerd.

3: Draag als regering actief de waarden openheid, vrijheid van meningsuiting en tolerantie uit.
Toon betrokkenheid bij mondiale sociale, culturele en intellectuele ontwikkelingen en draag daar vanuit een eigen visie en overtuiging aan bij door internationale participatie en samenwerking.
    Zo geven we onze cultuur en economie de nodige impuls en inspiratie. Maar misschien nog belangrijker: zo ontstaat er weer hoogstaande kennis en wederzijds begrip in Nederland en, op termijn, invloed en gezag. Dan kunnen we werkelijk trots zijn op Nederland.

Gitta Luiten en Paul van Paaschen zijn verbonden aan de Mondriaan Stichting en het Hivos Cultuurfonds. Dit artikel wordt onderschreven door de volgende culturele en maatschappelijke organisaties: Prins Claus Fonds; Stichting Internationale Culturele Activiteiten; Double 2 BV; Nederlands Architectuur Instituut; Centrum Internationale Erfgoedactiviteiten; European Cultural Foundation; Mundial Productions; Stimuleringsfonds Architectuur; Hubert Balsfonds; IDFA; Jan Vrijmanfonds; Rijksakademie voor Beeldende Kunst; Theatre Embassy; Butterfly Works; Uptoyoutoo en Zeezeilen.

 

 

 

NRC Handelsblad, 27-12-2006, door Ilja Leonard Pfeijffer

De boeren hebben de macht gegrepen

Nederland is in 2006 een kleinburgerlijk, provinciaals, xenofoob land gewordenNederland heeft definitief gekozen voor de nostalgie van het verleden,voor de knusheid van benepen burgerlijke bangigheid, voor nationale trots op de koekjestrommel, signaleert Ilja Leonard Pfeijffer.

En zo eindigt 2006 dan, met een onderzoek waaruit blijkt dat meer dan de helft van de Nederlandersde gulden terug wil, met berichten dat een Limburgs Kamerlid van de radicale anti-islampartij zijnvrouw heeft geslagen en met optimisme over het welslagen van de formatie van eenfundamentalistisch christelijke coalitie, geheel geleid door alumni van de Vrije Universiteit. Het washet jaar van Rembrandt, waarin stedelingen nostalgisch verkleed in zeventiende-eeuwse kostuumsdoor de binnenstad van Leiden hosten, waarin de koektrommels met de Nachtwacht gretig aftrekvonden en waarin onze premier een pleidooi hield voor het optimisme en de daadkracht van deVOC-mentaliteit. Het was het jaar waarin de canon van onze vaderlandse geschiedenis werdvastgesteld en waarin Jan Siebelink en Hans Munstermann het literaire klimaat bepaalden metweemoedige boeken over de tijd van vóór de kleurentelevisie. Oude musicals van Annie M.G.Schmidt worden weer vertoond. Robert Long, de protestzanger en spreekbuis van het verzet tegenburgerlijkheid en clericale hypocrisie, is overleden.

Al deze dingen hangen samen, vergist u zich niet. In het jaar dat nu zo goed als ten einde is, heeftNederland definitief gekozen voor de nostalgie van het verleden, voor de knusheid van benepenburgerlijke bangigheid, voor nationale trots op de koekjestrommel, voor de goede oude tijd dat MiesBouwman nog op televisie was, de islam exotisch en ver weg bleef, Limburgers hun vrouwensloegen, oranjebitter nog een gulden tachtig kostte en dominee wel wist wat het beste voor ons was.Intussen staat de wijde wereld in brand. In het afgelopen jaar is duidelijk geworden wat we eigenlijkal wisten: de Amerikaanse invasie in Irak heeft rampzalige gevolgen. Voor het eerst zijn zelfs deAmerikanen bereid om toe te geven dat ze niet aan de winnende hand zijn. De secretaris-generaalvan de Verenigde Naties, Kofi Annan, nam afscheid met de constatering dat de situatie in Irakernstiger is dan in veel gevallen waarin men spreekt van een openlijke burgeroorlog.

Realistische scenrio's houden rekening met de mogelijkheid van een regionale oorlog bovenop hetgrootste oliereservaat ter wereld. In verschillende landen die deel uitmaken van de coalitie die hetfuneste besluit heeft genomen Irak binnen te vallen, worden onderzoeken gestart naar de vraag hoehet zo ver heeft kunnen komen en hoe het mogelijk is dat men zich zo heeft kunnen laten misleidendoor leugens en Amerikaanse propaganda. En wat doet Nederland? Nederland heeft een premierdie het machtig mooi vindt om de president van de Verenigde Staten een keer in het echt teontmoeten. 'Mister President', had hij gezegd en toen kreeg hij een hand. Mieters was het. Hij zal hetnooit vergeten. Nederland heeft een premier die wanneer hij in het programma Buitenhofgeconfronteerd wordt met Maarten van Rossem, die met feitelijkheden onweerlegbaar aantoont datde invasie een fout was, niets anders weet te zeggen dan dit: "Ik ben blij dat wij deze discussie nuaangaan."; Maar zo blij is hij daar kennelijk niet mee. Want nog altijd is hij niet bereid om diediscussie werkelijk aan te gaan.

Het kabinet is tegen iedere vorm van onderzoek naar de besluitvorming omtrent de invasie. In decampagne voor de Tweede Kamerverkiezingen heeft Irak en buitenlands beleid in het algemeengeen enkele rol gespeeld. Alle lijsttrekkers hebben zich met grote gretigheid geconformeerd aan hetalgemene sentiment van de kiezers. De kiezers willen niets te maken hebben met buitenland. Zewillen de gulden terug. Buitenlands beleid valt geheel en al onder veiligheid. En om zes uur 'savonds sluit men het gordijn, wanneer er fijne shows op televisie zijn. Behalve die ene keer, in hetslotdebat van de campagne, toen Femke Halsema van GroenLinks de premier boos kreeg door eropte wijzen dat hij zijn mond moet houden over normen en waarden als hij blijft liegen over Irak,bestond er geen buitenland in de politiek. De kiezer strafte GroenLinks af en maakte Balkenendeopnieuw premier.

In de eerste dagen van 2006 werd de Israëlische premier Ariel Sharon getroffen door een hersenbloeding. Op 14 april was hij officieel geen premier meer en op 12 juli viel Israel zijn buurland Libanon binnen. Over Israel mag je sommige dingen niet zeggen. Het land beroept zich op zijn rechtop zelfverdediging. Dat deed Adolf Hitler ook. Maar dat mag je dan bijvoorbeeld niet zeggen. Sommige landen hebben meer recht op zelfverdediging dan andere. Palestina wordt al decenniabezet door een vijandige troepenmacht. Maar Palestijnen die denken dat ze het recht hebben zichzelf te verdedigen, hebben het verkeerd begrepen. Zij zijn terroristen. Israel maakt zich al jarenschuldig aan flagrante schendingen van het internationaal recht. Maar omdat Israel heeft bedacht de slachtoffers van deze schendingen terroristen te noemen, is het internationale recht niet langer van kracht, want, conform de doctrine die met verve wordt uitgedragen door de Verenigde Staten en hunbondgenoten, hebben terroristen geen recht op recht.

Alle middelen zijn geoorloofd in de oorlog tegen het terrorisme, die wordt gevoerd uit naam van hetrecht op zelfverdediging. Wanneer de vijand in deze oorlog hetzelfde recht opeist en doet wat er vaneen vijand verwacht mag worden, bewijst hij eens te meer een terrorist te zijn. Wie zich beroept opzijn recht op zelfverdediging, impliceert dat hij slechts reageert op de vijandigheden van de ander endat hij geen keuze heeft. Maar de oorlog tegen terrorisme is geen reactie op terrorisme, maar deoorzaak van terrorisme. Het militaire optreden van Israel is geen reactie op vijandigheden vanHamas en Hezbollah, maar de oorzaak ervan. Maar dat mag je niet zeggen. Doordat Hamas enHezbollah zich verdedigen, bewijzen ze gewelddadig te zijn, waardoor Israel het morele recht opeistom Hamas en Hezbollah aan te vallen. Er komt geen vrede in het Midden-Oosten zolang sommigenmeer recht hebben op recht dan anderen. Er komt geen vrede in het Midden- Oosten zolang je overIsrael sommige dingen niet mag zeggen.

En wat doet Nederland? Nederland stuurt Hans van Baalen. "Om steun te betuigen aan premierOlmert en het Israëlische volk", zoals hij zelf plechtstatig verklaarde via de satellietverbinding met hetNOS- journaal. Je vraagt je onmiddellijk af hoe dat in de praktijk gaat en of premier Olmert daarüberhaupt wel iets van heeft gemerkt. Je stelt je een padvindertje voor in zijn keurig gestrekenuniformpje dat manhaftig met een plichtsgetrouw piepstemmetje ‘hoi!’ roept als de tanks in colonnesvoorbij rollen. Daarna holt hij blozend van opwinding terug naar zijn moeder om haar zo snelmogelijk te kunnen vertellen dat hij premier Olmert steun heeft betuigd. En waaraan betuigt dezepadvinder onder de parlementariërs eigenlijk zijn steun? Aan het rechtse regime van een militaireexpansiemacht die er een gewoonte van maakt het recht met voeten te treden en die nu onder hetmom van zelfverdediging een invasie van een buurland op touw heeft gezet. Hans van Baalen is devleesgeworden nostalgie naar de Tiendaagse Veldtocht.

Zo ziet Nederland het buitenland graag, door de ogen van Hans van Baalen. Israel is de door Goduitverkoren natie en als er gedonder komt, sturen we mannen van stavast om op oud-Hollandsewijze op de punt van de bajonet onze joods-christelijke traditie in te peperen. Die VOC-mentaliteit!Toch?

Maar, zoals gezegd, het buitenland heeft in 2006 afgedaan. En in het binnenland was er gedondergenoeg. Natuurlijk was 2006 boven alles het jaar van Rita Verdonk. Het begon allemaal in mei. Toenspeelde zich een koningsdrama af dat zijn weerga niet kende. Een documentaire van Zembla brachtVerdonk op het idee om de andere koningin van de VVD, haar aartsrivale Ayaan Hirsi Ah, uit teschakelen door haar het Nederlandse paspoort te ontnemen. Dit lukte niet, maar toch vertrok AyaanHirsi Ah uit het parlement en uit Nederland, maar niet zonder Verdonk de doodskus te geven doorbekend te maken dat er een politieke deal was gesloten. Daarmee zou normaal gesproken het lotvan Verdonk bezegeld zijn geweest. Maar het liep wederom anders. De minister-president versprakzich in de Kamer. D66 trok zijn steun in aan het kabinet. Het kabinet kwam ten val. Maar Verdonkbleef zitten. Er werd een rompkabinet samengesteld en er werden vervroegde verkiezingenuitgeschreven. Intussen had Verdonk de interne verkiezing om het lijsttrekkerschap van de VVDverrassend verloren. Maar tweespalt binnen de partij was nauwelijks nog te verhullen. Deze kwampijnlijk aan het licht toen bekend werd dat Verdonk bij de parlementsverkiezingen in november meervoorkeurstemmen had gekregen dan haar lijsttrekker Mark Rutte. Zoiets was in de Nederlandsepolitiek nog nooit eerder voorgekomen. Op een persconferentie glunderde Verdonk over eenhistorische uitslag en een fantastisch mandaat van de kiezer en stond ze triomfantelijk lachend teontkennen dat ze het leiderschap van de partij wilde opeisen, al leek het haar wel verstandig als ereen onderzoekscommissie werd ingesteld naar deze unieke uitslag. Dat kon ternauwernood wordenverijdeld. De verkiezingen waren nog niet voorbij of Verdonk eiste opnieuw een hoofdrol op door teweigeren een democratisch besluit van de Kamer uit te voeren. Ze werd weggestuurd, maar bleef.
--------------------------------------------------------------------------------
Page 3
Het scheelde een haar of het demissionaire rompkabinet kwam ten val. Op ongrondwettelijke wijzenamen de ministers van het VVD-smaldeel afstand van het kabinetsbeleid.

Het is een chaos. Het is een janboel. Het is een onvoorstelbaar rommeltje. En het is geheel en alhoogstpersoonlijk veroorzaakt door Rita Verdonk, die democratie beschouwt als een vervelendebelemmering van haar ambities. De reden dat Verdonk niet al tijden geleden door de VVD of doorhaar coalitiepartners is afgeserveerd, is dat zij stemmen trekt. En de reden daarvoor is dat zij bijuitstek de belichaming is van de kleingeestige xenofobie die Nederland dit jaar definitief in zijn greepheeft gekregen. De kiezers zien haar als minister van Buitenlanders Uitzetten. Dat is wat zij is, nietsmeer en niets minder dan dat en dat is de reden waarom zij een historisch aantal voorkeurstemmenheeft gekregen. Als Rita Verdonk de politiek het hele jaar in een wurggreep heeft gehouden danbetekent dat in feite dat de politiek zich heeft laten gijzelen door angst om die kiezers van zich tevervreemden die zeggen dat buitenlanders hier niet thuishoren, zeker niet als ze een bruine teintvertonen. België heeft het Vlaams Belang, wij hebben politici die bang zijn de kiezers die RitaVerdonk trekt tegen het hoofd te stoten.

Men zegt wel dat de angst regeert. Wat regeert, is de angst om minder bang te lijken dan de ander.Wat regeert, is de angst om voor iemand met slappe knieën te worden uitgemaakt omdat je weigertuit angst voor buitenlanders versoepeling van de regels af te keuren. Wat regeert, is de angst omvoor iemand zonder ruggengraat te worden uitgemaakt omdat je weigert uit angst voor de islamlanden te steunen die moslims aanvallen. Wat regeert, is de angst om kiezers te verliezen door teweigeren net zo bang te zijn als zij.

De uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen in november bevestigde precies dat Nederland in2006 een kleinburgerlijk, provinciaals, xenofoob land is geworden. De winnaars waren de SP, deChristenUnie, de anti-islampartij van Geert Wilders en in mindere mate het CDA van premierBalkenende, dat in elk geval de grootste partij bleef. Wat deze partijen gemeen hebben, is hun diepegeworteldheid in de provincie, in Oss, in de bible belt, in Limburg en op het katholieke en christelijkeplatteland. Wat deze partijen gemeen hebben, is hun conservatief provinciaals gedachtengoed. Ookde SP is een partij van normen en waarden. Partijleider Jan Marijnissen vindt zelfs dat het appel vanBalkenende op ouderwets burgerlijk fatsoen niet ver genoeg is gegaan. Wat deze partijen gemeenhebben, is dat ze geen van alle veel verwachten van buitenlanders en het buitenland in hetalgemeen. De drie grote winnaars waren precies de drie partijen die het verzet tegen het TweedeVerdrag van Rome belichaamden. Het zijn de partijen die de belachelijke en xenofobe uitkomst vanhet referendum over Europa begroetten als een overwinning.

De grote verliezers bij de verkiezingen waren de partijen die representatief zijn voor vrijzinnigheid,tolerantie en cultureel liberalisme: GroenLinks, D66, de PvdA en de VVD. Het zijn de partijen die hunwortels hebben in de Randstad. Het zijn de partijen die naar de toekomst kijken in plaats van naarhet verleden toen alles in Nederland nog zo gezellig was zonder al die buitenlanders en met MiesBouwman op televisie. Het zijn de partijen die begrijpen dat er buitenland bestaat en dat Nederlanddaar heel erg veel van heeft. Het zijn de partijen die in de periode van de Paarse coalitieseuthanasie en abortus hebben gelegaliseerd en een begin hebben gemaakt met de legalisering vandrugs.

Wat dit jaar aan het licht is gekomen, is dat Nederland een gespleten land is, zoals de VerenigdeStaten. Het schijnt dat er daar aan de oost- en westkust best nog wat verlichte zielen wonen die ereen weldenkende wereldvisie op nahouden. Maar het land is in de greep van het conservatievegedachtengoed van zijn rurale staten. Ook in Nederland is dit nu zo. En in 2006 hebben de boerende macht gegrepen.


Ilja Leonard Pfeijffer is dichter en romancier. Tevens is hij poezierecensent van NRC Handelsblad en columnist van nrc.next. Onlangs verscheen ‘Het ware leven, een roman’. In maart is de premièrevan zijn toneelstuk ‘De eeuw van mijn dochter’, over de gevolgen van het beleid van Balkenende.www.iljapfeijffer.nl2006 NRC Handelsblad

 

 
Met een kilootje kaviaar naar Parijs
23 mei 2008 (pagina 22)
Leen Vervaeke

Een wereld zonder grenscontroles is een paradijs voor de crimineel. Misha Glenny laat zien hoe internationale misdaadnetwerken floreren.Door Leen Vervaeke / Foto Bart Mühl


(foto)
‘De schaduweconomie is de belangrijkste bron van inkomsten voor het terrorisme.’



Boekcitaat ‘Met het legaliseren van drugs zou je de dodelijkst mogelijke klap uitdelen aan transnationaal georganiseerde criminele netwerken.’

Uit: McMaffia


BBC correspondent De Britse onderzoeksjournalist Misha Glenny (1958) studeerde geschiedenis aan de universiteit van Bristol en aan de befaamde Karels Universiteit in Praag.

Hij was correspondent voor Midden-Europa voor de BBC en het dagblad The Guardian toen in 1989 de Berlijnse Muur viel. Glenny deed verslag van de transformatie van de van het communisme bevrijde Oosteuropese samenlevingen en later van de bloedige oorlogen in het uiteenvallende Joegoslavië. Zijn voornaamste publicaties: – The Rebirth of History – Eastern Europe in the Age of Democracy (1990)– The Fall of Yugoslavia (1992)

– The Balkans – Nationalism, War and the Great Powers, 1804-1999 (1999)


McMaffia – Misdaad zonder grenzen

Misha Glenny Vertaald uit het Engels door Peter Diderich

Ambo/Manteau; 448 pagina’s; € 24,95ISBN 978 90 2632 108 5

Nu hij er nog eens goed over nadenkt, moet Misha Glenny toegeven: de meeste criminelen die hij interviewde voor zijn nieuwe boek McMaffia – misdaad zonder grenzen, vond hij eigenlijk best leuk. De onderdirecteur van de Japanse yakuza? ‘Een zeer onderhoudend type.’ De huurmoordenaar in Mumbai, die genoot van een geslaagde moord? ‘Ik kon erg goed met hem overweg.’
‘Op het menselijke vlak had ik met veel criminelen een band’, zegt Glenny, die ter promotie van zijn boek twee dagen in Amsterdam is. ‘Ze hadden ieder een complex verhaal. Tot je met de slachtoffers praat, natuurlijk. Dan denk je er wel anders over.’

De afgelopen drieënhalf jaar reisde de 49-jarige Britse onderzoeksjournalist, die zijn naam vestigde als BBC-correspondent tijdens de Balkanoorlogen, de hele wereld rond. ‘Ik nam interviews af in Israël, terwijl ik notities uit Dubai uitwerkte en afspraken maakte voor Rusland’, beschrijft hij het reistempo.

Overal praatte hij met in georganiseerde misdaad gespecialiseerde politie-inspecteurs, politici, gangsterbazen, huurmoordenaars, smokkelaars, en de slachtoffers van hun praktijken. Het resultaat is een standaardwerk over de invloed van de globalisering en van de val van het communisme op de georganiseerde misdaad.

Net als Glenny’s eerdere boek The Balkans is McMaffia exhaustief, lijvig en rijk aan historische verbanden, achtergrondinformatie en inzicht – soms iets te veel voor een leek. Maar altijd is het vlot leesbaar, dankzij beeldende beschrijvingen, spectaculaire anekdotes en bijzondere personages.

Glenny beschrijft bijvoorbeeld hoe hij zelf een kilootje illegale kaviaar uit Kazachstan smokkelt – gekocht voor 100 euro, in Parijs of New York 3.500 tot 4.000 euro waard. Hij bezoekt een wietplantage in een ondergrondse zeecontainer in een ondoordringbaar woud in Canada. Hij surft mee met een Braziliaanse hacker, die 30 euro krijgt per miljoen verzonden spammails, waarvan er gemiddeld 4.000 door nietsvermoedende pc-gebruikers worden geopend, waarna hun online bankrekening kan worden geplunderd.

Het zijn geen ongevaarlijke plaatsen die u bezocht. Was u eigenlijk bang?

‘Alleen om naar Colombia te gaan. Ik denk dat dat de gevaarlijkste plaats was. Een mooi land, heel interessant, maar door de cocaïne-industrie helemaal om zeep gebracht.

‘Over Bulgarije heb ik getwijfeld of ik wel moest gaan. Nadat ik met wat mensen had gesproken, vertrouwde ik erop dat het veilig was. Maar een van mijn belangrijkste contacten – Emil Kyulev, een respectabele bankier die oorspronkelijk uit de onderwereld kwam – werd drie maanden nadat ik hem voor het laatst had gesproken vermoord, op klaarlichte dag in Sofia.’

U kijkt er een beetje ongemakkelijk bij.

‘Je weet maar nooit. Als je over dit soort onderwerpen schrijft, stel je jezelf aan een groter gevaar bloot. Ik heb veel over dode mensen geschreven. Die kunnen niet beledigd zijn door mijn boek. Maar ik kan niet voorspellen of iemand van streek zal raken. Als iemand wraak wil nemen, dan kan ik daar niets tegen doen. ’

Waarom was u bereid zo’n risico te nemen?

‘Ik vond het noodzakelijk dit boek te schrijven: het is een verhaal dat nog niet geschreven is. De georganiseerde misdaad maakt een enorm deel uit van de economie (17 tot 25 procent van de mondiale omzet, schrijft Glenny in zijn boek, red.) en het is een geschiedenis die nog grotendeels ongeschreven is. Ik geef toe, het is geen academische studie, maar het is heel serieus aangepakt.

‘Voor een deel heb ik het boek geschreven omdat ik ontzet was door het enorme aantal middelen dat is vrijgemaakt voor de oorlog tegen terrorisme. De schade van terrorisme – als je het al eens wordt over een definitie van dat abstracte concept – komt niet eens in de buurt van de schade van de globale schaduweconomie.

‘Ik hoop dat rationele, democratische regeringen hun prioriteiten eens op een rijtje krijgen, en stoppen met die demagogische onzin.

‘De schaduweconomie is natuurlijk ook de belangrijkste bron van inkomsten voor het terrorisme. Waar halen de Taliban hun geld vandaan? Van de drugsindustrie. De Colombiaanse guerrillabeweging FARC? Van de drugsindustrie. Al Qaida? Die hebben banden met de smokkel van nepartikelen. Zie onder ogen waar het probleem echt ligt. Als we terrorisme bevechten, zitten we er gewoon naast.’

Het idee voor McMaffia deed Glenny al op toen hij begin jaren negentig verslag deed voor de BBC van de oorlogen in Bosnië en Kroatië. Daar merkte hij voor het eerst dat de georganiseerde misdaad in handen was van internationale netwerken.

Zijn sigaretten kocht Glenny – ondertussen niet-roker, verzekert hij – toentertijd van een mollig joch uit Belgrado, zijn ‘vaste leverancier’, voor 10 dollar per slof.

Die sigaretten werden uit fabrieken in Amerika, Europa en Japan getransporteerd naar goederendepots in Rotterdam of het Zwitserse Zug, waar de douane en fiscus niet zo streng waren. Vandaar ging het naar een corrupt land als Oezbekistan of Egypte. Dan met een vliegtuig, dat toevallig motorpech had in het Montenegrijnse luchtruim, naar Montenegro, waar de regering overleefde dankzij de sigarettensmokkel.

Speedboten smokkelden de sigaretten daarna naar Italië, de Europese Unie in, waar legale sigaretten door de belasting twee keer zo duur waren als de illegale.

Door de val van het communisme en de chaotische politieke situatie die daarop volgde, ontstond een gordel van instabiele regimes. Een ‘nieuwe Zijderoute’, schrijft Glenny, ‘waarlangs mensen, drugs, contant geld, bedreigde diersoorten en kostbaar hardhout snel en gemakkelijk konden worden vervoerd van Azië naar Europa, en vervolgens ook naar de Verenigde Staten’.

Door de globalisering en de liberalisering van de internationale geld- en goederenmarkt, de beperkte controle en het bestaan van belastingparadijzen, kregen de criminelen zo goed als vrij spel. De val van het communisme en de globalisering noemt Glenny dan ook ‘de allerbelangrijkste achterliggende oorzaak van de exponentiële groei van de georganiseerde misdaad over de hele wereld’.

Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie profiteerde een kleine groep nieuwe kapitalisten van het ontstane machtsvacuüm, om hele industrieën naar zich toe te trekken.

Tegelijk gaf de toenmalige Russische president Jeltsin zich over aan het economische liberalisme van de Chicago-school, zonder enige controle op het financiële verkeer of handelsverkeer. De oligarchen hoefden geen twee keer na te denken. Ze kochten massaal olie, gas, diamanten en metalen voor de oude gesubsidieerde Sovjetprijs, en verkochten die voor een vaak veertig keer hogere prijs op de wereldmarkt.

In het steeds armere Rusland waren de steeds rijkere oligarchen almachtig. Door middel van corruptie beheersten ze politici, ambtenaren en grenscontroles. Politie en KGB waren ontmand, en om naleving van afspraken af te dwingen, omringden de zakenmannen zich met  , gewapende bendes gerekruteerd uit het enorme leger van werkloze mannen. Macht, geld en geweld raakten met elkaar verweven, en de gruppirovki werden professionele misdaadsyndicaten.

Naast de handel in gesubsidieerde grondstoffen gingen de misdaadkoningen naar Israël, dat paspoorten uitdeelde aan Joden en wannabe-Joden, om vrouwen, diamanten en xtc te verhandelen. Ze richtten hun schreden ook naar de Balkan, waar de winsten door de oorlog en de bijbehorende sancties nog groter waren, om olie en wapens te smokkelen. En naar belastingparadijzen als Dubai om geld wit te wassen en paleizen te bouwen, waarvoor goedkope arbeidskrachten uit Nepal, Pakistan, Bangladesh en Pakistan werden gesmokkeld, samen met heroïne.

Eenzelfde patroon – een machtsvacuüm, een economische crisis en een geliberaliseerde markt – doet zich voor in India, Zuid-Afrika, Nigeria, Brazilië, Colombia, Japan en China, waar Glenny telkens één hoofdstuk aan wijdt. Na lezing van het boek is het duidelijk: het netwerk van de georganiseerde misdaad beslaat de hele wereld, heeft tentakels in de legale economie en politiek, en is oppermachtig.

Glenny maakt zich hard voor de legalisering van drugs, die volgens onderzoek van de Verenigde Naties 70 procent van de financiële middelen van de georganiseerde misdaad uitmaakt. Een verbod op drugs berooft de staat van de belastinginkomsten die een legaal product zou opleveren, kost de staat veel aan opsporing en bestraffing van delinquenten, en doet vooral de winstmarges van drugshandelaars exponentieel stijgen. Winst, die weer gebruikt kan worden voor veel schadelijkere activiteiten, zoals wapen- of vrouwenhandel.

‘De astronomische bedragen die de drugs opbrengen zijn juist te danken aan het feit dat deze producten illegaal zijn’, schrijft Glenny. ‘Met het legaliseren van drugs zou je de dodelijkst mogelijke klap uitdelen aan transnationaal georganiseerde criminele netwerken.’

U specificeert niet welke drugs u gelegaliseerd zou willen zien. Bedoelt u alle drugs, inclusief heroïne?

‘Ik denk dat je moet beginnen met marihuana, een drug die zeer weinig schade veroorzaakt aan de maatschappij, die deel uitmaakt van een grote industrie, en waarvan het nuttig zou zijn om er staatscontrole over te hebben. Je begint met een tamelijk oncontroversiële drug, en kijkt dan naar de dynamiek van de andere drugs.’

Denkt u dat zo’n legalisering haalbaar is, in het huidige politieke bestel?

‘Nu misschien niet, maar het politieke denken hierover zal veranderen door de verplaatsing van de productie van drugs van de ontwikkelingslanden naar de industrielanden. Die verplaatsing komt eraan, doordat in laboratoria ontwikkelde designer drugs steeds beter zijn in het opwekken van dezelfde highs als heroïne en cocaïne, en je ze niet hoeft te snuiven of te spuiten. Je kunt ze hier produceren in Amsterdam, dat nota bene de hoofdstad is van de productie van designerdrugs.

‘Als alle drugs in West-Europa en de Verenigde Staten geproduceerd worden, krijg je hier de grote narcotica-imperia die je nu in Colombia of Afghanistan hebt. Dan wordt de schade veroorzaakt door de illegaliteit van drugs – zoals corruptie, geweld – ook hier zichtbaar. Dan zal er wel over legalisering worden nagedacht.’

Ook wij als consumenten hebben een verantwoordelijkheid, benadrukt Glenny in zijn boek. ‘De georganiseerde misdaad (…) is zo’n lonende onderneming omdat veel gewone West-Europeanen (…) belastingvrije sigaretten roken, gebruik maken van de diensten van geïmporteerde prostituees, graag af en toe een lijntje snuiven, voor een schijntje illegale buitenlandse arbeidskrachten in dienst nemen, hun strot volproppen met kaviaar, dol zijn op ivoor en het liefst op teakhout zitten’, schrijft hij.

Zelfs een sobere geheelonthouder blijkt betrokken. In laptops, mobiele telefoons en PlayStations zit coltan, een erts dat de verschillende partijen in de oorlog in de Democratische Republiek Congo illegaal delven. Met de opbrengst kopen ze wapens.

Moeten we stoppen met het roken van marihuana, of met het gebruiken van een mobiele telefoon?

‘Nee nee, je moet er niet mee stoppen. Zoveel mensen roken marihuana. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa en de VS. De schade van marihuana voor de gezondheid is verwaarloosbaar in vergelijking met die van alcohol. Het maakt mensen niet gewelddadig.

‘Als individu kun je niet veel doen. Maar je zou moeten vragen om legalisering van drugs bij je politici. Je zou de industrie moeten oproepen haar verantwoordelijkheid in de handel van coltan serieuzer te nemen. De druk van een kleine ngo in Londen gaf de aanzet tot het Kimberley Protocol, waardoor diamanten nu een certificaat van het land van herkomst moeten hebben. Er zijn ngo’s die hetzelfde proberen te bereiken in de coltanhandel.

‘Als dat lukt, kun je je als consument beter laten gelden.’


Accent | Overplaatsing

Voor 2 euro per dag aan de slag in India, of ontslag
Ariejan Korteweg
gepubliceerd op 11 mei 2009 02:45, bijgewerkt op 22:16

PARIJS - Textielbedrijf Carreman in Castres in het zuiden van Frankrijk heeft negen van zijn werknemers een ongelooflijk voorstel gedaan: ontslagen worden, of voor 3.500 tot 4.500 roepie per maand gaan werken in Bangalore in India.

Het aanbod komt neer op een maandloon van maximaal 69 euro, mét dertiende maand en ziektekostenverzekering. Daarvoor wordt een werkweek van zes dagen gevraagd, van acht uur per dag. De keus is vrij. Maar wie niet naar India gaat, krijgt bij ontslag geen extra vergoeding bovenop zijn uitkering.

‘Dit is zo’n vernedering’, zei Véronique Jacobé, een van de negen werknemers voor wie het aanbod geldt. Ze moet binnen een week een besluit nemen. ‘Ik voel me minder dan niets.’ Edmond Andreu van vakbond CGT zei het aanbod zo oneervol te vinden dat men besloot het wereldkundig te maken.

François Morel, directeur van Carreman, zei tegen de regionale krant Le Dépêche du Midi zich bewust te zijn van de idiotie van het voorstel. ‘Maar het is in feite de idiotie van de wet. Die schrijft voor dat je aan personeelsleden die ontslagen worden vacatures bij andere vestigingen moet voorstellen, ook als dat in Papoea Nieuw-Guinea of Bangladesh is’, zei hij. ‘Liever zou ik alle mensen die al vele jaren bij ons werken gewoon in dienst houden. Maar het gaat slecht met het bedrijf.’

Zo slecht dat Morel ook vreest voor de werkgelegenheid van de andere negentig werknemers in Castres. Het bedrijf heeft driehonderd werknemers in Frankrijk, en naast India vestigingen in China en Roemenië.

Wat eens te meer steekt, is dat Carreman binnenkort met klanten, leidinggevenden en leveranciers vertrekt voor een feestreis van een week – naar India. Aanleiding is het twintigjarig bestaan van de onderneming. De directeur verdedigt de reis: ‘Dat levert nieuwe contracten op met een waarde van een veelvoud van de reiskosten.’

Ook andere Franse bedrijven hebben de afgelopen tijd werknemers een dergelijk aanbod gedaan. Een producent van auto-onderdelen in Rennes verzocht met ontslag bedreigde medewerkers voor zevenhonderd euro bruto per maand in Polen aan de slag te gaan. Een metaalfabriek in de Elzas stelde verhuizing naar Roemenië voor, à 110 euro per maand.

De Franse arbeidscode schrijft inderdaad voor dat een overtollige werknemer nieuw werk bij hetzelfde bedrijf moet worden aangeboden als dat voorhanden is. Dit ongeacht de locatie, en ongeacht wat men denkt dat de werknemer ervan zal vinden. Maar daar staat ook: ‘Een aanbod ver beneden het niveau van de werkloosheidsuitkering kan niet als serieus worden beschouwd.’

 

Nare Joop H.:

Uit: De Volkskrant, 25-09-2009, door Anet Bleich

Weg met de memo's, leve de netwerkgeneratie

...    Politiek Den Haag doet alsof het de macht in het land heeft, maar, constateert Hazenberg, een groot deel van die macht is weg gelekt door globalisering en Europese regelgeving.   ...


IRP:  Vraag: wie heeft dan de macht? Antwoord: de grote instellingen + de grote bedrijven = is oligarchie.
 


VK, op 29 april '10, 00:00, bijgewerkt 29 april 2010 15:34

Duitse aarzeling

Tussentitel: Duitsland benadeelt zichzelf door te wachten met de hulp aan Grieken

Duitsland ziet zichzelf als de hoeder van de harde euro. Bij de ingrijpende sanering van de sociale zekerheid, die vanaf 2002 haar beslag heeft gekregen, werd verwezen naar het Stabiliteits- en Groeipact, dat een begrenzing van de staatsschuld van de eurolanden tot 60 procent van het bbp beoogt. Van alle eurolanden leek Duitsland nog het meest belang te hechten aan deze norm. Het had er zijn solide D-mark, het waarmerk van de Bondsrepubliek en haar sociale verworvenheden, tenslotte voor opgeofferd.
    Tegen deze achtergrond is de Duitse aarzeling om het noodlijdende Griekenland zonder meer te hulp te schieten alleszins invoelbaar. Otto Normalverbraucher, de Duitse Jan Modaal, vraagt zich deze dagen enigszins verongelijkt af waarom de Duitsers een land moeten helpen waar wordt gestaakt voor het behoud van sociale voorzieningen die zijzelf drastisch hebben moeten versoberen. Onder politici en economen is een vaak gehoord bezwaar tegen overijlde hulpoperaties dat Duitsland, als een van de voornaamste donateurs, daarmee mogelijk het enige middel uit handen geeft waarmee het de Grieken nog tot goed gedrag kan aansporen.
    De Duitse regering is zich bewust van de onontkoombaarheid van steun aan Griekenland. Met het beschikbaar stellen van de toegezegde 8,4 miljard euro aan noodhulp wil ze echter wachten tot Griekenland vertrouwenwekkende maatregelen heeft getroffen. Dit gedraal wordt mede in verband gebracht met de verkiezingen, op 9 mei, in Noordrijn-Westfalen, de deelstaat met het grootste electorale gewicht. Als bondskanselier Merkel een beslissing over Griekenland niet tot na de verkiezingen kan uitstellen, wil ze de kiezers in elk geval laten zien dat ze haar huid duur heeft verkocht.
    Onderhand ziet het ernaar uit dat Duitsland te lang heeft gewacht. Zolang twijfel heerste over zijn bereidheid de Grieken bij te staan, drukten speculanten de kredietstatus van Griekenland verder naar beneden, en kwam de eurozone maar niet tot rust. Intussen zijn de kosten van de Griekse schuldensanering mogelijk opgelopen tot meer dan 100 miljard euro, en zal het Merkel nog meer moeite kosten om de Duitsers ervan te overtuigen dat hulp aan de Grieken ook in hun belang is.
 

VK, 24-04-2010, hoofdredactioneel commentaar

Schone perrons

De schoonmakers zijn na een staking van negen weken – de langste sinds 1933 – weer aan het werk. Werkgevers en werknemers werden het donderdag eens over een loonsverhoging van een kleine 3,5 procent over twee jaar.

Het onderhandelingsresultaat is een overwinning voor FNV Bondgenoten, aangezien de partijen aanvankelijk mijlenver van elkaar stonden; werkgevers wilden de nullijn vasthouden, terwijl werknemers 4 procent eisten. De schoonmakers kunnen dus tevreden zijn, al hadden ze liever gezien dat de loonsverhoging per direct zou worden ingevoerd. Ook blijft de vraag wat er terechtkomt van de belofte van werkgevers en grote opdrachtgevers, zoals Schiphol en de NS, om te zorgen voor ‘goed opdrachtgeverschap’.
     Bij de acties ging het de schoonmakers immers vooral om dit laatste aspect. Ze wilden respect en oog voor de hoge werkdruk, het belabberde salaris en hun soms erbarmelijke werkomstandigheden. Die missie is geslaagd, met dank aan FNV Bondgenoten. Die wist het lot van de schoonmakers met succes onder de aandacht te brengen. En dat bovendien zonder de sympathie van de burger te verliezen die zich weken lang een weg door smerige stations en treinen moest zien te banen.
     Aandacht hebben de schoonmakers dus gekregen. Nu is het zaak de positie van de werknemers aan de onderkant van de samenleving ook blijvend op de agenda te houden. Vakbonden zullen bij werkgevers en opdrachtgevers moeten blijven hameren op invulling van zogenoemd ‘goed opdrachtgeverschap’. Dat wordt nog een lastige kluif. Opdrachtgevers en op hun beurt schoonmaakbedrijven zeggen geen andere keuze te hebben dan op prijs te concurreren. Europese aanbestedingsregels zouden geen ruimte laten voor andere criteria.
    Het zou opdrachtgevers en bedrijven sieren als zij in het convenant voor ‘goed opdrachtgeverschap’ dat nu wordt uitgewerkt, hun maatschappelijke verantwoordelijkheid daadwerkelijk oppakken en breken met de hardnekkige aanbestedingsreflex om voor een dubbeltje op de eerste rang te willen zitten.
 

VK, 23-02-2011, van verslaggever TJERK GUALTHÉRIE VAN WEEZEL

Vleesverwerker huurt voortaan Slowaken in voor vestiging in Enschede

Vion weert Nederlandse uitzendkracht

De Nederlandse uitzendkrachten van vleesverwerker Vion in Enschede kunnen voortaan niet meer bij de runderslachterij aan de slag. Hun plek wordt ingenomen door werknemers zonder Nederlands paspoort.
   Tijdens een bijeenkomst na werktijd in de kantine maakten de directeur van de Vion-vestiging in Enschede en de directeur van het uitzendbureau De Combinatie dinsdag bekend dat hun samenwerking op die locatie was beëindigd. Volgens FNV Bondgenoten heeft de slachthuisdirecteur verteld dat hij voortaan zijn uitzendkrachten zou inhuren via het Slowaakse bureau DIOS. Ook een medewerker van De Combinatie bevestigt dat DIOS de nieuwe uitzender zou zijn.

De zestig uitzendkrachten die via De Combinatie in de Vion-vestiging in Enschede werken zijn grotendeels oud-werknemers van Weyl Beef. Dat bedrijf ging vorig jaar failliet en de boedel werd overgenomen door Vion. Via De Combinatie kon een deel van het personeel ook aan de slag blijven. De Combinatie heeft geen ander werk voor de mannen in de omgeving van Enschede. 'Wij werken wel voor enkele varkensslachterijen van Vion, maar die zijn in het zuiden van het land', zegt een medewerker.

Een woordvoerder van Vion wil 'uit concurrentieoverwegingen' niet zeggen met welk bureau het bedrijf voortaan zal werken. Hij erkent dat een gevolg van de nieuwe constructie kan zijn dat Nederlandse werknemers niet meer in dienst komen. 'Een buitenlands uitzendbureau draagt sociale premies af in het buitenland en het is dus voor Nederlandse werknemers niet aantrekkelijk om voor ze te werken.'

De Vion-woordvoerder spreekt tegen dat het om een niet-gecertificeerd bedrijf gaat, zoals FNV Bondgenoten beweert. 'Wij zijn een groot bedrijf en houden ons aan de wet. Dus moeten wij met gecertificeerde uitzenders werken.' In het register van gecertificeerde uitzendbureaus staat dat DIOS een aanvraag voor een keurmerk heeft ingediend.

DIOS blijkt een groot vleesverwerkend bedrijf in Slowakije. Op de website wordt over een uitzendorganisatie niets gezegd. Wel blijkt DIOS geregistreerd in De Meern. Het lukte dinsdag niet een woordvoerder te spreken die Engels of Duits machtig is.

Volgens Bondgenoten is dit een extreem voorbeeld van de manier waarop goedkope Oost-Europeanen laaggeschoold Nederlandse medewerkers van de markt verdringen. De concurrentie in de vleesverwerkende industrie is moordend. Zo zit Vion in de markt met bedrijven in Duitsland, waar ze geen minimumloon kennen. De oud-werknemers van Weyl verdienen ongeveer 2.100 euro netto per maand. Daarom wordt gekozen voor goedkopere constructies, stelt de vakbond.


Tussenstuk:
Voordeel door lagere sociale premies

Uitzendbureaus uit andere EU-landen mogen actief zijn op de Nederlandse markt. Het werk dat zij hier verwerven, moeten zij wel volgens de Nederlandse wet honoreren.
    Zij moeten zich dus aan de Nederlandse cao houden en premies afstaan aan het pensioenfonds. Maar zij betalen hun overige sociale premies in eigen land.
    Dat kan een prijsvoordeel opleveren. Er waren bijvoorbeeld tot voor kort Poolse uitzendbureaus in Nederland actief die door een dergelijke constructie minder sociale premies hoefden af te staan dan hun Nederlandse concurrenten. Inmiddels zijn de premies in Polen echter even hoog als die in Nederland.


Naar Klassenstrijd, hoger , Klassenstrijd , Sociologie lijst  , Sociologie overzicht  , of site home .