Bronnen bij Allochtonendebat 2006: de cartoonrellen

Onderstaand een kleine selectie uit alles wat over de cartoonrellen is geschreven, te beginnen met een wijze visie van een gewone burger. Daaronder een groot artikel waarin een groot deel van de hele kwestie wordt behandeld. Dan wat visies uit diverse tijdschriften en kranten, en tenslotte iets over de kwalijke rol van de Europese Unie. De reden voor dat laatste is simpel: de meerderheid van de landen in Europa is inmiddels behoorlijk gelovig, met leiders met bijbehorende neigingen.


De Volkskrant
, 07-02-2006, ingezonden brief van Bert van Kooten, pastor (Woerden)

Spot

Naar aanleiding van de commotie rond de tekeningen van de profeet Mohammed het volgende. Wanneer de spot wordt gedreven met wat jou heilig is, is het niet wijs zo te reageren dat je met jouw reactie de karikatuur bevestigt. Je geeft de spotters gelijk en dat doet je zaak geen goed. Wie spotternij beledigend acht voor Mohammed of Jezus of een andere met zijn god verbonden profeet, moet oppassen dat hij niet zelf die profeet veel ernstiger beledigt door in zijn reactie ontrouw te worden aan diens boodschap.
    De ongelovige mag de spot drijven met waarin hij niet gelooft. De gelovige dient zijn handelwijze te richten naar de woorden van hem in wie hij gelooft. Dus zullen moslims en christenen uit naam van hun god te allen tijde afzien van geweld. Zij zullen altijd de waardigheid en de integriteit van iedere mens verdedigen en zich met volle overtuiging inzetten voor verzoening en vrede.
    Door met waardigheid te reageren, zullen zij hooghouden waarin zij geloven. Zo laten zij zien dat datgene waarvoor zij staan anders is, beter en waardevoller dan de spotters met hun karikaturen verbeelden. En wanneer de god in wie zij geloven zo groot is als zij geloven, zal deze god, waar nodig, ongetwijfeld voor zichzelf kunnen opkomen.


De Volkskrant, 07-02-2006, door Afshin Ellian, hoogleraar rechtsfilosofie, en Leon de Winter, schrijver.

Islam rechtvaardigt agressie tegen ongelovigen

Tussentitels: Europese elite speelt fundamentalistische moslims in de kaart
                   Weldenkende moslim woont liever in Denemarken dan Iran

De gewelddadige protesten tegen Deense cartoons over Mohammed zijn vooral bedoeld om de gematigden in de moslimwereld te intimideren, zo betogen Afshin Ellian en Leon de Winter.

De duistere baardmannen in het Midden-Oosten is het weer gelukt de kudde bijeen te brullen en in naam van, nee, voor de eer van de profeet Mohammed gelovigen en ongelovigen vrees aan te jagen: Dood aan de cartoonist! Dood aan de pen! Dit symfonieorkest van geweld wil dus niet in de eerste plaats Europa vrees aanjagen, daarvoor is immers niet zo veel geweld nodig zoals uit het laffe gedrag van Europa's politieke elites blijkt. De horde die ooit Ibn Rushd (Averroës) uit al-Andalus heeft verbannen, wil vooral de dichter in Iran, de filmmaker in Algerije en de hoofdredacteuren in Kabul leren dat zij hun camera's, pennen en nekken zal breken als de creatieven een kritische voetnoot durven te plaatsen bij de traditie waardoor zij al eeuwen worden gegijzeld. Ja, de meeste slachtoffers van deze horde zijn moslims.
    Fundamentalistische moslims eisen respect voor hun godsdienst. Maar kent de koran respect voor andersdenkenden? De koran heeft alleen respect voor deze religieuze groepen als zij zich onderwerpen aan de wetten van de islam. Voor volken die er geen monotheïstische traditie op nahouden is de islam nog veel harder: hindoes en boeddhisten zijn door moslims op dezelfde manier bejegend als de joden door middeleeuwse christenen - ze zijn bij miljoenen afgeslacht gedurende de islamitische veroveringen van India, een van de ergste vormen van genocide in de menselijke geschiedenis.
    Ook voor de categorie van ongelovigen en afvalligen kent de koran weinig respect; onthoofd ze waar je ze maar kunt vinden.
    Moeten de beledigende, opruiende en kwetsende islamitische teksten waarop de fundamentalisten zich beroepen en waarin respect voor anders- en ongelovigen volledig ontbreekt, verboden worden? Nee. Omdat in de huidige tijd vrijheid van godsdienst een van de hoekstenen is van een open samenleving.
    De eeuwenlange strijd tegen intolerante christelijke machten resulteerde uiteindelijk in het aanvaarden van de vrijheid van meningsuiting: kritiek op het sacrale, dat volgens kerkelijke instituties boven elke kritiek was verheven, was in essentie de inzet van deze strijd om meningsvrijheid. Een samenleving waarin de vrijheid om het sacrale te bekritiseren (en te bespotten) ontbreekt, is niet vrij.
    In de tijd dat het sacrale onaantastbaar was, mochten kerkelijke instituties volop andersdenkenden bespotten, met hel en verdoemenis bedreigen, het geloof in gewelddadige teksten propageren, en ook: het ongeloof fysiek bestraffen, vaak zelfs tot de dood erop volgde. Een vrije samenleving is vrij omdat hieraan een einde is gemaakt. In een vrije samenleving mogen de profanen net zo hevig de sacralen bekritiseren en bespotten als andersom.
    De eerste grens in dit krachtenspel van rechten en vrijheden wordt gevormd door fatsoen en terughoudendheid, de tweede door de rechter.
    Tijdens het proces tegen de Hofstadgroep merkte Mohammed Bouyeri op: 'De islam en de profeet Mohammed prediken het gebruik van geweld tegen ongelovigen, en in tijden van oorlog. Degenen die beweren dat Mohammed een pacifist is, zijn leugenaars en onwetend. De profeet heeft opdracht gegeven heidenen te doden.'
    Bouyeri refereert correct aan de intenties van de profeet. De moslims die de agressieve en oorlogszuchtige taal van de profeet letterlijk nemen, verkeren permanent in staat van oorlog met Dar al Harb, het Huis van Oorlog, zoals de niet-islamitische wereld soms wordt genoemd.
    Terwijl in Irak bijna dagelijks moslims zichzelf in naam van hun geloof, en dus in naam van de profeet, met toevallig passerende moslims opblazen (en daarvan soms met beelden trots verslag doen), terwijl zelfmoordenaars afscheidsvideo's maken en daarbij voor hun daden bij de woorden en het gedrag van de profeet legitimatie zoeken, terwijl video's circuleren waarop te zien valt hoe onschuldigen worden onthoofd terwijl hun moordenaars 'Allah is groot en Mohammed is zijn laatste profeet' schreeuwen, terwijl in Darfur moslimstrijders hele moslimvolken uitroeien - let wel: het gaat hier om echte mensen en echt bloed en echt lijden - lijkt de islamitische wereld alleen verontwaardiging te kennen wanneer een paar onbekende tekenaars de euvele moed hebben gehad op papier de profeet te schetsen op een wijze die niets anders representeert dan wat de fundamentalisten zelf over Hem beweren: dat de profeet geweld goedkeurt en dat de gelovige de heiden moet doden.
    Op de meetlat van seculier Europa brengen provocerende afbeeldingen van religieuze figuren nauwelijks beroering teweeg. Momenteel houden de baanbrekende kunstenaars Gilbert and George in de White Cube Gallery in Londen een expositie, getiteld Sonofgod Pictures, die vooral is bedoeld als aanval op het christendom. Op een afbeelding is het hoofd van Christusfiguur vervangen door een hoofd van een afgodsbeeld. 'God houdt van neuken', beweert een van de spreuken op de expositie. De kunstcriticus van de Evening Standard schreef: 'Deze Sonofgod Pictures zijn vermoedelijk de meest gewelddadige die Gilbert and George ooit gemaakt hebben.' Geen ruit is bij de galerie gesneuveld.
    Het massale onbegrip over de publicatie van de cartoons, en over de wettelijke regels die in een Westerse staat gelden, toont opnieuw aan dat voor veel moslims de grens tussen kerk en staat niet bestaat. Die scheiding was afwezig in de overheersende religieuze, sociale en maatschappelijke codes van de traditionele islam. De profeet was een absolute alleenheerser in zowel wereldlijke als religieuze zaken, en dissidentie betekende per definitie twijfel over zijn religieuze boodschap en dus zijn wereldlijk leiderschap - als een Khomeinist avant la lettre rekende hij (vreemd genoeg altijd met Allahs permissie) genadeloos af met zijn tegenstanders.
    Toch eten de meeste moslims de theologische soep niet zo heet als die door de traditie wordt geserveerd. Behalve door zorg over een behoorlijk leven na de dood zijn de meeste moslims ook bezig met zorg over een leven voor de dood. Maar het is een feit dat veel moslims over het hiervoormaals in diepe verwarring verkeren. Sinds het begin van de 19de eeuw combineert het goddeloze Europa macht en rijkdom met vrijheden en obsceniteiten, en veel moslims beseffen dat de boodschap van hun profeet in tegenspraak is met die werkelijkheid.
    Misschien is het nog fundamenteler: het lijkt wel of een hele beschaving door die verwarrende werkelijkheid wordt verlamd. Iets deugt er niet - maar wat? Is Satans Europa sterker dan de goddelijke Ummah, een term waarmee fundamentalisten iets aangeven wat niet bestaat: de wereldgemeenschap van moslims (de moslimwereld bestaat net als andere werelden uit vele volken en etniciteiten)? Heeft Allah hen verlaten omdat zij niet trouw genoeg de strijd van Mohammed voeren, zoals Bouyeri en zijn makkers in navolging van de grondleggers van de moderne jihad geloven? Of moet de boodschap van de profeet opnieuw worden uitgelegd in een ontheiligde tijd waarin ongelovigen machtiger zijn dan alle gelovigen bij elkaar, zo wagen schaarse reformisten te stellen, waardoor niet kan worden uitgesloten - o ketterij - dat de boodschap niet onfeilbaar is en vooral binnen het tijdperk van haar ontstaan moet worden begrepen?
    In de islam woedt een richtingenstrijd waarin het Westen, zonder dat het dat gezocht heeft, een symbolische hoofdrol speelt: met zijn macht en rijkdommen, met zijn meisjes en vrouwen, met zijn films en boeken en chartervluchten en modes en reclamespotjes en iPodjes en piercings en obscene vrijheden. De fundamentalistische islam kan zoveel perfide macht niet aanvaarden. Voor fundamentalisten betekent de macht der ongelovigen per definitie onmacht der gelovigen, en deze strijd is bitter en eeuwig tot het machtsevenwicht naar de islam doorslaat.
    Er zijn in onze wereld meer dan een miljard moslims en de fanaten staan voor de vraag hoe zij deze mensen kunnen transformeren tot een Ummah, die via de jihad de wereldheerschappij kan veroveren. Daarin hebben zij tot nu toe gefaald. Een opmerkelijke daad als de aanval op de Twin Towers oogstte aanvankelijk in brede lagen van de moslimwereld bewondering omdat een belangrijk symbool van de ongelovigen beschamend ten onder ging, maar de verlokkingen van de westerse leefwijze, de westerse welvaart en vrijheden, kunnen veel moslims niet zomaar als oppervlakkige perversiteiten wegwuiven. De cruciale vraag is of de meerderheid van moslims bereid is het sacrale met het profane te verzoenen zoals christenen en joden dat eerder hebben gedaan. Het antwoord ligt in de toekomst.
    Fanatieke moslims proberen het proces van Ummahsering te beïnvloeden door de gemoederen te laten oplaaien. Zij voeren een moeizame strijd tegen modernisering, vrijheid, vrouwenemancipatie, internet, televisie, en hun voornaamste wapen is traditionele vroomheid en vrees voor Allahs eeuwige hel. Maar de meeste moslims weten wat het fundamentalisme in Soedan en Afghanistan heeft aangericht, en weinigen staan te dringen bij de visa-afdelingen van Iran om een Iraanse green card aan te vragen.
    Wat we in de Arabisch-islamitische wereld gadeslaan, is een langdurig gevecht om de 'hearts and minds' van de moslimgemeenschap. Het Westen kan daarin weinig doen, behalve soeverein zichzelf blijven en zijn vrijheden en rechtsstatelijke instituties beschermen - ja, desnoods te vuur en te zwaard - en nooit toegeven aan de chantage door de fundamentalisten.
    De fundamentalist krijgt moed wanneer hij merkt dat hij in het moraal-relativistische Europa weinig tegenstand bij de politieke en intellectuele elites ondervindt. Wanneer het Westen hem niet scherp afwijst, zal de fundamentalist langzaam maar zeker de open samenleving ondermijnen en zullen de talloze vreedzame moslims gegijzeld blijven en radicaliseren. Geen zinnige moslim zal voor het leven onder godsdienstwaanzinnigen kiezen als het alternatief een vrij en veilig bestaan in Denemarken is.

 
De Volkskrant, 09-02-2006, rubriek Tijdschriften, door Arnold Vonk

Zij aan zij tegen geweld, desnoods gehurkt

Geitenneukers, apen of honden: voor moslims, joden en christenen is het 'geen pretje' om zo te worden genoemd, erkent Elsevier in een artikel over de vrijheid van meningsuiting. 'Maar deze smakeloosheid valt nog altijd te verkiezen boven als godsdienstige gevoeligheid vermomde onverdraagzaamheid.' De Groene Amsterdammer somt op wat je katholieken, joden, atheïsten, marxisten en liberalen hier kunt verwensen, maar concludeert: 'Belediging op belediging, er kraait geen haar naar.'
    Moslims kunnen minder tegen een stootje, constateert HP/De Tijd, dat memoreert aan 'de brave televisiekomieken van de NCRV die in 1973 met hun lied Kiele Kiele Koeweit het Midden-Oosten op stelten zetten.
    De weekbladen gaan uitgebreid in op de jongste ruzie tussen moslims en niet-moslims. Zij wijzen erop dat het Fatah was dat in Gaza de EU-kantoren bestormde, zodat Hamas in problemen zou komen (Vrij Nederland: 'Eigen glazen ingooien'). Dat Saudi-Arabië pas echt boos werd nadat pelgrimgangers kritiek hadden geuit op de veiligheidssituatie in Mekka. En dat de arme sloebers in Libanon in de Deense tekeningen een aanleiding hadden gevonden om maar te kunnen rellen.
    Ze schrijven echter vooral over de botsing der beschavingen - waarbij de onze als beschaafder wordt beschouwd dan die andere.
    Zo zegt Paul Cliteur in Elsevier 'dat geweld niet kan' buiten de wet en dat we dat moeten uitleggen, 'desnoods op hurkhoogte'. De Groene ziet dat 'joden en moslims in het Midden-Oosten elkaar met tanks en bomgordels' bestrijden. Even verderop beziet H.J.A. Hofland de mohammedaanse meute: 'Het viel me op dat de demonstranten niet alleen door woede werden beheerst, maar dat ze er ook met wellust op sloegen.' Hij haalt er zelfs een Duitse filosoof bij om te constateren dat de Arabieren revanche nemen op het Westen, dat het zwaar heeft in het Midden-Oosten, en dat die revanche hun 'steeds beter smaakt'. Tegelijk proberen wij 'aan deze kant' antwoord te geven 'met militaire middelen en preken over de vrijheid van meningsuiting', schrijft hij.
    Er wordt zelfs nog niet genoeg gepredikt: 'De EU-landen moeten zij aan zij gaan staan tegen de onvrijheid', vindt Elsevier. Even verder dreigt zelfs 'de lafheid te winnen'.
    Het is pas onvrij als mensen tegen moslims zeggen dat ook zij moeten lachen om hun religie, stelt de acteur Sabri Saad El Hamus in VN. 'Mogen wij dat even zelf bepalen?'
    Geenszins, menen De Groene en Elsevier. De laatste noemt de reactie van westerse regeringen 'teleurstellend' en schrijft dat zij 'de minder verdraagzame groeperingen in eigen kring met haar vrije geest moeten infecteren'. Sabri Saad El Hamus: 'Hoe zou je de Néderlandse maatschappij eigenlijk kunnen beledigen?' Hij kwam er niet uit: 'Het maakt niet uit wat je aantrekt. Het maakt niet uit wat voor masker je opzet. Het maakt allemaal niet uit.' Zoals De Groene schrijft: er kraait geen haan naar. 'Dat is een zieke houding. Want soms maakt het namelijk wél uit wat je zegt of doet.'


De Volkskrant, 07-02-2006, rubriek Andere kranten

Moslimprotest

The Guardian
Geen krant in dit land heeft de Deense cartoons gepubliceerd die de profeet Mohammed afbeelden op een manier die de woede van moslims in de hele wereld heeft gewekt. The Guardian gelooft onvoorwaardelijk in de vrijheid van meningsuiting, maar niet in de plicht tot gratuit beledigen. Het zou een zinloze provocatie zijn afbeeldingen te reproduceren die geen intrinsieke waarde bezitten, maar inspelen op de ergste vooroordelen over moslims. (...) Het waarschijnlijkste effect is een aanmoediging aan het adres van moslimextremisten, die in Irak al een vruchtbare bodem vinden.

Süddeutsche Zeitung
Het zou onzin zijn beschimping van het christendom, het jodendom, het hindoeïsme en andere religies als een 'mening' te bestempelen, maar de bespotting van de profeet als een misdrijf. Er zijn nochtans problemen die zich niet laten oplossen door een beroep te doen op grondrechten of de rechter, maar wel door het verstand te gebruiken, rekening te houden met de gevoelens van andersdenkenden en zaken als goede smaak en ouderwetse hoffelijkheid. Moslims zijn niet meer de boze vijand van weleer, om de eenvoudige reden dat zij in ons midden wonen. (...) Juist om die reden is de provocatie niet het beste middel om ons met de radicale islam te verstaan.

The Boston Globe
Dit was een geval waarin werd gezocht naar een reden een beroep te doen op een vrijheid die niet werd bedreigd. Het publiceren van de spotprenten had geen ander doel dan te provoceren. Het afbeelden van Mohammed met een tulband in de vorm van een bom is voor de meeste moslims niet minder kwetsend dan nazi-karikaturen van joden of Klu Klux Klan karikaturen van zwarten voor deze slachtoffers van intolerantie zijn. Daarom drukken wij de cartoons niet af.

The Jordan Times
Wat willen wij in de moslimwereld (met deze protesten) bereiken? Als het doel was een boodschap te sturen naar andere landen dat het bespotten van de islam onaanvaardbaar is, dan is die boodschap aangekomen. Krantenredacteuren in de hele wereld zullen zich wel twee keer bedenken voor zij een soortgelijk initiatief nemen. Maar de overwinning dient ons grootmoedig te stemmen. Een boycotactie mag niet de woede tegen alle Denen (en anderen) opwekken, tenzij de boodschap is dat de islam een onverdraagzame godsdienst is en iedere vorm van kritiek met geweld wordt beantwoord. (...) De Arabische wereld mag geen kranten kennen die onafhankelijk zijn van hun regeringen, Europa wel. De Deense regering kan dan ook geen andere mening verwoorden dan die van de Deense overheid.


De Volkskrant
, 08-02-2006, van correspondent Bert Lanting

Achtergrond | Voorzichtige opstelling Europese commissie oogst kritiek europarlementariërs

Barroso loopt op eieren in zaak-cartoons

De Europese Commissie opereert in de spotprentenzaak rond de profeet Mohammed op kousevoeten. Dat komt haar te staan op kritiek wegens een te voorzichtige opstelling.


Het is de afgelopen dagen op eieren lopen voor de Europese Commissie. Dag in dag uit probeert het dagelijks bestuur van de Europese Unie de heilige oorlog die is uitgebroken over de spotprenten met Mohammed te bezweren zonder daarbij op Europese tenen te gaan staan. Dat laatste lukt niet erg: de Commissie komt steeds meer onder vuur komt te liggen wegens haar voorzichtige opstelling.
    Opvallend is dat Commissievoorzitter José Manuel Barroso zich zorgvuldig buiten al het gekrakeel over de cartoons en de vrijheid van meningsuiting heeft gehouden. Barroso overlegde eerder deze week over de crisis met de premiers van Denemarken en Zweden en hun Oostenrijkse collega Schüssel, die momenteel voorzitter van de EU is. Maar in het openbaar heeft Barroso zich zelf niet over de zaak uitgelaten.
    Dat laat hij over aan zijn woordvoerder Johannes Laitenberger, die al zijn diplomatieke talenten moet aanspreken om niet in een valkuil terecht te komen. Keer op keer beklemtoont hij dat de Commissie opkomt voor de vrijheid van meningsuiting en de gewelddadige reacties op de cartoons veroordeelt. Maar iedere keer hamert hij er ook op de noodzaak van onderling respect.
    Zelfs toen gewapende Palestijnen een EU-kantoor in Gaza-stad bestormden, reageerde de Commissie uiterst terughoudend. De hulp gaat gewoon door, verzekerde een Commissiewoordvoerster. Ook tegenmaatregelen tegen Iran, dat een handelsboycot tegen Denemarken heeft ingesteld, lijken er niet in te zitten.
    Laitenberger zei dinsdag dat de Commissie een handelsboycot tegen Denemarken zou opvatten als een boycot tegen de hele Europese Unie, maar voorlopig is het volgens hem nog te vroeg om over tegenmaatregelen van de EU te praten. Eerst wil Brussel weten of de boycot inderdaad doorgaat en of de overheid achter de campagne zit.
    Als dat het geval is, zal de Europese Commissie niet aarzelen om naar de Wereldhandelsorganisatie WTO te stappen, waarschuwde eurocommissaris Mandelson (Handel) vorige week. Maar in het geval van Iran is dat niet mogelijk, geven medewerkers van de Commissie toe, omdat het land geen lid is van de WTO. De EU heeft wel de besprekingen met het land over een mogelijk handelsakkoord stopgezet, maar dat gebeurde naar aanleiding van het geschil over Irans nucleaire ambities.
    Sommige europarlementariërs, zoals de VVD'ster Jeanine Hennis-Plasschaert, vinden dat de Commissie zich veel te voorzichtig opstelt. Zij wil dat de EU de steun stopzet aan islamitische landen die gewelddadige demonstraties hebben toegestaan.
    Bij de Commissie voelt men daar duidelijk niet voor. 'We willen nu geen olie op het vuur gooien', zegt een Commissiemedewerker.
    De Commissie krijgt ook het verwijt dat het de vrijheid van meningsuiting wil beperken door afspraken met de pers over een 'gedragscode'. Maar volgens woordvoerder Friso Roscam Abbing is dat een misverstand. De Commissie wilde al veel langer met de pers praten over het doorgeven van oproepen tot geweld van terroristische groeperingen.
    Volgens Roscam Abbing ligt het voor de hand dat daarbij ook zal worden gesproken over de cartoons. Hij beklemtoont echter dat de Commissie niet van plan is een gedragscode voor te stellen.

Tussenstuk:
Beeld Mohammed in Amerikaans Hooggerechtshof
Amerikaanse moslimleiders zijn boos over een beeld van de profeet Mohammed in het Amerikaanse Hooggerechtshof. De sculptuur van Mohammed maakt deel uit van een marmeren fries van achttien wetgevers zoals Mozes, Confucius, Hugo de Groot en Karel de Grote. Mohammed houdt een koran in zijn linkerhand en een zwaard in zijn rechter.
    Amerikaanse moslims vroegen in het verleden al om verwijdering van het beeld. Het hof weigerde omdat anders de 'artistieke compleetheid' zou worden aangetast.


Red.:   Van wat later, nog een paar stukken die de westerse cultuur verdedigen, temidden van vele cultuurrelativistische verhalen over niet-kwetsen, enzovoort:


Trouw, 02-02-2006, column door Sylvain Ephimenco

Solidair met de Denen

Een van de meest gehoorde argumenten die critici van de islam voor de kiezen krijgen wanneer ze bijvoorbeeld het gebrek aan tolerantie van deze religie aan de kaak stellen, is dat hun kritiek stigmatiserend werkt.
    Zo zouden ze alle mohammedanen over een kam scheren terwijl dé islam niet bestaat. Deze religie is diffuus, kent talrijke stromingen en wordt niet door een (centralistisch) representatief orgaan vertegenwoordigd. Houd dus je mond criticaster: de islam is een spook waarmee je zwaait om je handel in angst te bedrijven. Als er een ding is dat de Deense spotprentaffaire over de profeet Mohammed nu al heeft bewezen, is dat de islam - universeel, monolithisch en jammer genoeg onverdraagzaam - wel bestaat. De dreigementen of de roep tot bestraffing jegens tekenaars, journalisten en een lid van de Europese Unie zijn niet alleen op het conto van orthodoxen en radicalen te schrijven. De woede, die zich via anathema’s, bedreigingen, vlagverbrandingen of boycotacties manifesteert, wordt door de gehele islamitische wereld breed gedragen. En niet alleen via de straat, de moskee of non-gouvernementele organisaties: de OIC (Organization of Islamic Conference), die als eerste de Deense regering op de knieën probeerde te krijgen, vertegenwoordigt 56 moslimlanden. De Arabische Liga, die eergisteren in Tunis om ’strenge straffen’ voor de ’blasfemische’ tekenaars pleitte, telt 22 leden. Dan zijn er nog de regeringen van islamitische landen afzonderlijk die, zoals de Algerijnse gisteren, om juridische stappen vragen om de ’agressie tegen een hele beschaving’ te doen stoppen. Om maar niet over de pers in islamitische landen te spreken. Die staat gedwee, voor zover ik dit via internet kon nagaan, als een man achter zijn regeringen, instituten en de straat. De onverdraagzame islam die het westerse, onvervreemdbare recht op vrijheid van meningsuiting probeert te beteugelen, bestaat echt. Sorry. Wat het Westen daar tegenoverstelt om zijn principiële waarden te verdedigen, hoe onaangenaam die ook kunnen zijn voor hen die het dictaat en het verbod prefereren, is bitter weinig. Men lijkt door angst verlamd. Van solidariteit met de confraters van Jyllands Posten is weinig te merken (France Soir publiceerde gisteren wel alle controversiële cartoons, als teken van protest.) Van kwetsen om te kwetsen en slinks beledigen moet ik niets hebben. Maar wat opvalt aan die spotprenten is hun hoge politieke gehalte. De afbeeldingen van de profeet als een terrorist zijn allereerst een poging om de politieke islam en zijn dodelijke relifanatisme te hekelen. Niets verkeerds aan. Het zou al die vrome schreeuwlelijkerds tot nadenken en introspectie moeten stemmen (zie ook de prachtige spotprent van Tom gisteren op Podium in Trouw). Het zijn legitieme karikaturen, die in onze vrije samenlevingen zijn toegestaan en waar historische en religieuze figuren mogen worden afgebeeld. Democraten aller landen, wees daarom solidair: ren naar de supermarkt en koop, eet en drinkt Deens!


De Volkskrant
, 11-02-2006, column door H.J. Schoo

Vrijheid, lafheid en emancipatie
 
Als de potsierlijke 'cartooncrisis' iets duidelijk maakt, is het wel dat het met de vrijheid van meningsuiting wonderlijk is gesteld. Vrijwel iedereen is er voor, maar evenzo vrolijk wil menigeen die vrijheid toch maar liever beperken. Meningsvrijheid is er niet zomaar voor iedereen, maar alleen voor mensen die er verstandig mee om weten te gaan. En of dat voor een onbeduidend 'rechts' Deens dagblad geldt, is maar de vraag. Vrijheid van meningsuiting, ooit een vooral linkse zaak, is zélf misschien wel een beetje rechts.
    Historisch is dit een verbluffende schaarbeweging, al is er sinds de jaren zestig flink op geoefend. De free speech-beweging, het startschot voor de culturele revolutie in de jaren zestig, mondde op veel Amerikaanse universiteiten bijvoorbeeld uit in een politiek correct schrikbewind. Benauwende speech codes verboden er elke uiting die de gevoelens van minderheden - vrouwen, zwarten, homo's - zou kunnen kwetsen. Vrijheidlievend links Nederland wist ook van wanten en bewoog jarenlang hemel en aarde om 'tegenstanders' van de multiculturele samenleving de mond te kunnen snoeren. Ook de vrijzinnige maatschappelijke en morele orde die in het kielzog van de jaren zestig tot stand kwam, kent dus zijn taboes.
    Voorheen was politiek rechts de schildwacht van het openbare leven en de grote verbieder. Het waakte over de openbare zeden en behoedde God en majesteit voor smalende lastering en schennis. In de vrijheidsroes van de jaren zestig verloor rechts die positie. 'Rechtse' gevoeligheden boetten in aan beschermwaardigheid en werden niet langer ontzien. God, koning en alle andere autoriteiten zakten weg naar de maatschappelijke achterhoede en raakten grotendeels vogelvrij.
    Sindsdien heeft links de rol van hoeder van de publieke welvoeglijkheid van rechts overgenomen. Het verschil is dat links niet de lange tenen van gevestigde machten of decente zeden beschermt. Links ziet er vooral op toe dat de gevoelens niet worden gekwetst van degenen die het als zwak of achtergesteld ziet. Voor de bescherming van deze gevoeligheden moeten oude vrijheden soms wijken. Symbool van het nieuwe regime is artikel 1 van de Grondwet, het antidiscriminatie-artikel.
    Zo werd links van beeldenstormer, kampioen van het vrije woord en uitdager van de status quo, de waakhond van een nieuwe maatschappelijke orthodoxie. Nadrukkelijk eerbiedigt die de rechten en gevoeligheden van niet-dominante groepen. Met de komst van 'buitenstaanders' uit niet-westerse cultuurgebieden, behept met niet-christelijke geloofsovertuigingen, verstomde zelfs het antiklerikalisme van links.
    Om de verwarring compleet te maken, zijn religiekritiek en kritiek op het multiculturalisme met zijn talloze gevoeligheden ook politiek van links naar rechts verhuisd. Of liever: het is usance geworden degenen die er zulke kritiek op nahouden als rechts te bestempelen. Dat zij het vaandel van de emancipatiegedachte hoog houden, helpt niet. Laatdunkend heten zij 'Verlichtingsfundamentalisten', pyromanen in een brandgevaarlijke multiculturele omgeving. Geen wonder dat de EU zich nauwelijks raad weet met de cartooncrisis en daar secundair en lamlendig op heeft gereageerd. Terwijl de Unie in haar Grondwet niet eens een verwijzing wilde opnemen naar haar joods-christelijke wortels, is zij als de dood de islam te bruuskeren. In het aan de Grondwet opgehangen Handvest van Grondrechten staat meningsvrijheid direct na godsdienstvrijheid. Functionarissen van de Unie wekten deze week de indruk dat die volgorde niet toevallig is en dat godsdienstvrijheid zwaarder weegt dan meningsvrijheid.
    Vooral EU-buitenlandcoördinator Solana en parlementsvoorzitter Borrel kropen door het stof. De eerste met een gezamenlijke verklaring van EU, VN en OIC, een club van islamitische landen. Daarin is sprake van 'beledigende karikaturen van de profeet Mohammed', 'grote ongerustheid' over het herpubliceren ervan in diverse Europese kranten en begrip voor 'de diepe pijn en wijdverbreide verontwaardiging' in de moslimwereld. Als room op de taart volgt dan nog de opvatting dat persvrijheid 'de overtuigingen en dogma's van alle geloven' dient te respecteren.
    Ook Borrel collaboreerde met tirannenknechten toen hij samen met parlementariërs van Syrië, Jordanië, Libanon en de Palestijnse Autoriteit opriep tot 'verantwoord gebruik van de persvrijheid' en het gebrek aan respect voor religies veroordeelde, 'evenals elke poging om aan te zetten tot religieuze haat en xenofobische en raciale uitlatingen'. In meer dan een opzicht duistere, dreigende woorden.
    Dit laffe overgavegedrag namens de EU is door velen in de nationale politiek en pers al aan de kaak gesteld. Terecht. Het kan het vertrouwen in Europa alleen maar ondermijnen - en niet alleen in het kleine Denemarken. De verleiding is dan ook groot er voluit aan mee te doen. Bij deze dan: driewerf schande!
    Maar tegelijkertijd aarzel ik - in de wetenschap dat alle emancipatie altijd begint met het erkennen van gevoelens en het ontzien van gevoeligheden. Hoe bot en rücksichtslos schreven en spraken gevestigden vroeger niet over joden? Katholieken werden argwanend bejegend, arbeiders niet voor vol aangezien, zwarten golden als halfmenselijk. En wat is er niet dom en gevoelloos gegniffeld over vrouwen en hun 'rechten'.
    Deze ijzeren emancipatielogica dwingt de gevestigden om, al is het met gepaste tegenzin, ook in die tierende baardmannen in hun malle jurken en opzichtige hoofdtooien medeschepselen te zien die hun plaats onder de zon opeisen. Ze lijken belachelijk - ik vind ze dat althans -, maar dat leken al die andere ontrechten vroeger ook. Inmiddels weten we beter.


Terug naar Allochtonendebat 2006  , Allochtonen overzicht  , of naar site home .