Bronnen bij Allochtonendebat 2006, autochtoon racisme: PC-reacties

6 aug.2006



De Volkskrant
, 07-06-2006, hoofdredactioneel commentaar

Een terecht taboe

Het nieuws verraste niet, maar schokte wel: 10 procent van de Nederlanders noemt zichzelf racist. Deze groep gelooft bijvoorbeeld dat blanken superieur zijn aan andere rassen, of dat allochtonen eerder ontslagen mogen worden dan autochtonen. In totaal oordeelt ruim een kwart van de Nederlanders zeer negatief over allochtonen.
    Dit blijkt uit een onderzoek van het bureau Motivaction, in opdracht van de GPD-bladen. Een vergelijking met eerdere perioden is niet mogelijk; het is de eerste keer dat het onderzoek in deze vorm werd gedaan. Maar naar eigen zeggen is 32 procent van de Nederlanders de laatste jaren racistischer geworden.
    Afgezet tegen, enigszins gedateerd, Europees onderzoek zijn Nederlanders niet racistischer dan de gemiddelde Europeaan. Dat is weinig geruststellend. Racisme is een van de zwaarste maatschappelijke taboes, vooral door de ervaringen in de Tweede Wereldoorlog. De vernietiging van joden liet zien waartoe een raciaal superioriteitsgevoel kan leiden. Lange tijd werden de problemen van de multiculturele samenleving dan ook omfloerst besproken uit angst voor racist te worden uitgemaakt. Maar sinds Fortuyn is het mode ‘om te zeggen wat je denkt’.
    Het Motivaction-onderzoek laat zien dat die nieuwe openheid allerminst zonder problemen is. Het is goed problemen open en eerlijk te bespreken. Maar het is verwerpelijk bevolkingsgroepen te stigmatiseren en collectief te diskwalificeren. Dat Marokkaanse jongens relatief veel overlast veroorzaken, wil niet zeggen dat ‘de’ Marokkanen niet deugen. In de ‘zeggen wat je denkt cultuur’ dreigt het taboe op racisme bovendien te verdwijnen. Waarom zou je niet mogen zeggen dat je een hekel hebt aan buitenlanders?
    Racisme is echter een terecht taboe, dat onverkort gehandhaafd moet blijven. Het is moreel afkeurenswaardig om andere bevolkingsgroepen inferieur te achten. Bovendien werkt racisme averechts. De zo noodzakelijke integratie van allochtonen wordt allerminst bevorderd als zij worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt en voortdurend te horen krijgen dat ze hier eigenlijk niet thuis horen.
    Overigens gelooft nog altijd bijna driekwart van de Nederlanders in een multiculturele samenleving, blijkt uit het onderzoek. Een andere optie is er ook niet. In het tijdperk van globalisering is er geen weg terug naar een overwegend blanke samenleving.
    De afgelopen jaren zijn allochtonen vaak afgeschilderd als boosdoeners, of als mislukkelingen die ‘de verkeerde lijstjes aanvoeren’. Het Motivaction-onderzoek laat zien dat zij ook kwetsbaar zijn voor racistische vooroordelen. Daarom is het helemaal niet verkeerd om in het publieke debat enige voorzichtigheid te betrachten. Van autochtonen mag een zekere tolerantie worden verwacht en de wijsheid om een helder onderscheid te maken tussen allochtonen die problemen veroorzaken en de meerderheid die naar Nederland is gekomen om een beter bestaan op te bouwen.
 

De Volkskrant, 06-06-2006, column van Nazmiye Oral

Het nieuwe Nederland

Laten we elkaar geen mietje noemen: u bent allang niet meer tolerant. Net zoals u ooit had besloten dat tolerantie uw hoogstaande volksaard was, nobel en iets om trots op te zijn, zo heeft u nu besloten dat diezelfde tolerantie een verhulde vorm van lafheid is.
En laf wil niemand zijn.
    Wat voor nut had die tolerantie ook eigenlijk? Geen enkele. U heeft uzelf al die jaren te kort gedaan door uw ware gevoelens te onderdrukken. Zeer gevaarlijk. Niemand komt daar ongestraft mee weg. Het is die bal die onderwater wordt gehouden, weet u wel? Hoe harder u de bal onder water drukt, hoe harder de bal bij het loslaten uit het water zal schieten.
    Wonderbaarlijk genoeg blijft het Nederlandse imago in het buitenland nog steeds intact.
    Ondanks een politieke moord, een religieuze moord, het afpakken van het Nederlanderschap van een belangrijke politica; ondanks het strikte naleven van regels zonder rekenschap te geven van de menselijke emotie, de menselijke ervaring of het menselijk inzicht; ondanks dat we een partij voor pedofielen rijker zijn, onze minister voor Vreemdelingen Zaken en Integratie niet schroomt het publiekelijk op te nemen tegen een 18-jarig meisje en daarbij ook nog eens durft te beweren dat nog steeds alles volgens de regels is; ondanks dat we ruziënde chirurgiepraktijken in ziekenhuizen hebben waarvan patiënten de dupe worden, er meer mensen uit ons land gaan dan er bijkomen (ook al blijven we het gevoel hebben dat het precies andersom is); ondanks dat we een minister president hebben die zo goed het nationale gevoel uitdraagt dat hij meende te moeten zeggen dat hij tegen het homohuwelijk had gestemd; ondanks dit alles blijft het romantische gevoel over Nederland overeind.
    De ogen van buitenlanders, ik bedoel de mensen die echt in een buitenland wonen, gaan nog steeds glanzen als ze het toverwoord Amsterdam horen. In die ogen ligt hoop, op een wild en vrij leven, een beetje hasj, vrije seks, de echte rock-’n-roll, weet je wel.
    Wat een íjzersterk imago.
    Zoals je wel vaker hebt met legenden: of de waarheid is tot de bewonderaars nog niet doorgedrongen, of ze houden zich moedwillig van de domme. Om de droom niet kapot te maken.
    Het is zoals de Amerikaanse komiek Chris Rock over zanger en vermeend pedofiel Michael Jackson zei: ‘We love Michael so much, we let the first child slip.’ En toch, net zoals ‘Wacko Jacko’ vreemd genoeg minder raar werd door zijn pedofiele neigingen (we wisten altijd al dat er iets niet klopte, het zou pas echt raar zijn geweest als hij niets zou mankeren), zo maakt dit alles van de Nederlander eindelijk een echt mens. Want aan één imago kan de Nederlander onmogelijk meer vasthouden: dat van de nuchtere, zakelijke, weinig emotionele noorderling.
    Nee, u bent een mensch van vleesch en bloed. Eindelijk!
    Het nieuwe Nederlanderschap moet langzaamaan zijn vorm vinden. Helaas blijkt u in dit proces afscheid te hebben genomen van een karaktertrek in de volksaard waarvoor ik werkelijk grote bewondering had: de totale afwezigheid van nationalistische gevoelens.
    Als halve Turk weet ik uit ervaring hoe vernietigend en dom nationalisme kan zijn. Het zorgt voor een blinde trots, het verdraagt geen kritiek en schept een fascistoïde gevoel van ‘wij de betere mensen tegen hen de lagere soort’.
    Beetje zoals de Amerikanen dat ook hebben.
    Dat stukje trots dat u als volk miste – het was zelfs een lange tijd taboe en iets voor kneuzen – maakte u werkelijk groots. U werd erom geminacht, natuurlijk, door hen die stuiterden van de testosteron en de vaderlandslievende gevoelens en uw gebrek aan trots aanzagen voor een gebrek aan moed.
    Maar ik heb altijd geweten dat ware kracht schuilt in ontspanning, de ontspanning en humor die u altijd had.
    U bent helaas niet meer zo ontspannen. U bent bang. Voor de islam en voor de moslims. Uit cijfers blijkt dat de helft van u een afkeer heeft van moslims. Dat is nogal wat.
    Maar, zoals het een beschaafd volk betaamt, weet u dat van uzelf. Bijna 80 procent van u geeft toe dat de situatie gespannen is tussen de verschillende culturen. Tweederde van u Nederlanders geeft toe dat racisme op grote schaal voorkomt.
    U weet natuurlijk ook, als beschaafd land met een grote middenklasse die gewend is na te denken over de dingen, dat het niet werkelijk zo kan zijn dat elke moslim fout is. Dat het eigenlijk uw plicht is, als verlicht volk, na te denken over uw eigen gevoelens van afkeer en wat die inhouden.
    U had ooit haarscherp voor ogen wat voor een soort volk u was: vrij en tolerant. U bent veranderd. Heeft ú al gekozen?


Red.:   Ter herinnering, een column van anderhalf jaar terug van Pieter Hilhorst, die zeer sympathiek staat tegenover de allochtone zaak, die rechtuit zegt dat veel Marokkanen hun excuus in de beschuldiging van racisme zoeken, en dat dit slecht is. Een zaak die nu dus dor dit onderzoek en haar interpretatie versterkt wordt. De diepte van het probleem illustreert Hilhorst expliciet in zijn acceptatie van het crimineel zijn van de Marokkaan.
 

De Volkskrant, 16-11-2004, column van Pieter Hilhorst

De emancipatie van de kwade allochtoon

Hij kwam van de plek waar Theo van Gogh is vermoord. Ik liep vlak achter deze Marokkaanse jongen van een jaar of 20 en zong. In deze duistere tijd kan een beetje gezang op straat geen kwaad. Ik begeleidde mezelf met ritmisch handgeklap. Hij draaide zich woest om, klaar om zich te verdedigen. Toen zag hij pas dat hij van mij niets te vrezen had. 'Ik dacht dat je me ging slaan', zei hij. Zo kwamen we aan de praat. Hij vond dat Hollanders na de moord Marokkanen veel te veel over één kam scheerden. 'Ik ben geen religieuze fanatiekeling. Ik ben gewoon een crimineel.' Ik moest hard lachen. Zelfspot is schaars deze dagen. Maar hij maakte geen grapje. Hij bekende eerlijk dat hij dealde. Maar hij was naar eigen zeggen wel hartstikke geïntegreerd. 'Ik kom bij veel Nederlanders over de vloer. Voor hun lijntjes.'
    In wat voor tijd leven we als we blij moeten zijn dat iemand gewoon een crimineel is? Toch heeft hij gelijk. In vergelijking met een terrorist verbleken zijn zonden. Was Mohammed B. maar gewoon een crimineeltje geworden. Onze afkeer van moslim-
extremisten als Mohammed B. en Samir A. is zo groot dat we de vraag niet stellen met welk alternatief leven we genoegen zouden nemen. Mag hij wel fundamentalistische standpunten hebben als hij zich maar aan de wet houdt?
    Het is al langer bekend dat veel Marokkaanse jongeren kwaad zijn. Ze voelen zich uitgekotst. Deels is dat terecht. Ze worden geweigerd bij discotheken. Ze hebben minder kansen op de arbeidsmarkt. Er is een publieke afkeer van de islam. Maar ze overdrijven ook. Als ze denken dat alle Nederlanders tegen hun zijn, generaliseren ze even grof als de racisten tegen wie ze te hoop lopen. Racisme is bovendien een handig excuus voor alles dat mis gaat in het eigen leven. Maar waar moeten ze heen met hun woede? Bij de gevestigde minderhedenorganisaties krijgen ze geen gehoor. Die etaleren juist hun gematigdheid om verdere moslimhaat te sussen. Volgens S. Abbas van Elqalem.nl zijn de vertegenwoordigers van de bestaande organisaties 'slijmjurken en subsidiehoeren'.
    Pim Fortuyn kan gezien worden als de emancipatie van de kwade autochtoon. Lange tijd was er geen enkele politieke partij die zich ontfermde over de onvrede onder Hollanders over de komst van grote groepen nieuwkomers. Fortuyn gaf deze politiek ontheemden een stem. Hij zei wat zij dachten. Voor kwade allochtone jongeren ontbreekt zo'n partij. De Arabisch Europese Liga (AEL) van Dyab Abou Jahjah is mislukt. In het begin trok de Vlaamse voorman nog volle zalen, maar nadat Mohammed Cheppih werd aangewezen als beoogd voorzitter van de Nederlandse tak, ging het snel bergaf. Het failliet van de AEL is in Nederland met veel leedvermaak ontvangen. Maar ik vrees dat die juichkreten een bittere nasmaak hebben.
    Als de AEL de spreekbuis zou zijn geworden van kwade allochtone jongeren zouden zij hun heil niet hebben hoeven zoeken bij fundamentalistische islamitische clubs. Inmiddels is dat op grote schaal gebeurd. De AIVD heeft eerder geschreven dat de dienst ongeveer 150 jongeren verdenkt van moslimextremisme. Maar inmiddels is duidelijk geworden dat zich om deze harde kern enkele duizenden jongeren bevinden die zelf geen geweld willen gebruiken, maar wel sympathie hebben voor de extremisten. Als die jongeren niet snel een stem krijgen in de politiek of tenminste in het publieke debat, ligt een verdere radicalisering op de loer.
    De AEL verkondigde standpunten die ik niet deel. Maar er is een groot fundamenteel verschil tussen de AEL en de islamitische fundamentalistische clubs. De AEL onderschreef de grondwet en was bereid om binnen de rechtsstaat te werken. Dat kan helaas niet worden gezegd van de fundamentalistische clubjes. Van deelname aan het Nederlandse politieke systeem gaat bovendien een matigende werking uit. Men leert de verworvenheden van het systeem ten eigen bate te gebruiken en daarmee te waarderen.
    Aan de andere kant van het politieke spectrum bevinden zich ook staatsverlaters, zoals Henk Hofland mensen noemt die elk geloof in het systeem hebben verloren. Het is de racistische Lonsdale jeugd die verantwoordelijk lijkt voor de aanslagen op islamitische scholen en moskeeën. Het is aan Geert Wilders om hun een stem te geven in het publieke debat en ze zo binnen de rechtsstaat te houden.
    Ik zal nooit staan te juichen dat iemand crimineel wordt. Toch ben ik blij dat de jongen die ik ontmoette, geen religieuze fanatiekeling is geworden. Zo is het ook met Wilders en een hernieuwde AEL. Ik zal hun standpunten met verve bestrijden en toch blij zijn dat ze zich laten gelden in de politiek. Het alternatief is namelijk dat er kwade jongeren rondlopen die nergens gehoor vinden en steeds meer radicaliseren. Zonder politieke woordvoerders van de woede, vindt de woede zijn eigen weg. En dat is veel gevaarlijker.
 

Terug naar Allochtonendebat 2006  , Allochtonen overzicht  , of naar site home .