Bronnen bij Innovatie, bèta tekort: ontkenningen

1 aug.2006

Bij economen en in het linkse deel der journalistiek heeft enige decennia de opvatting geheerst dat het mogelijk was een gezonde economie te bedrijven zonder productie en zonder bèta mensen. De diensteconomie, oftewel hypotheken verkopen en financiële windhandel, was de toekomst. Onder enige uitingsvormen van die opvattingen:


Uit: De Volkskrant, 23-11-2004, van verslaggever Michael Persson (volledig artikel hier )

Economen kraken innovatiebeleid

Economen van naam bogen zich over de vraag wat vernieuwing is. Ze trokken tegendraadse conclusies. Een tekort aan bèta's? Waarom verdienen ze dan niet meer?


...   Zo betogen Bas Jacobs (Universiteit van Amsterdam) en Dinand Webbink (CPB) dat er in Nederland, in tegenstelling tot wat doorgaans wordt gedacht, helemaal geen tekort aan bètawetenschappers en ingenieurs is. Het zijn er weliswaar weinig, zeker vergeleken met andere landen, maar het is zeker geen tekort.
    Hun redenering is niet nieuw. Kwestie van vraag en aanbod. Als er daadwerkelijk een tekort zou zijn, dan zou het prijsmechanisme in werking treden en zouden de salarissen van bèta's hoger zijn dan dat van niet-bèta's. Terwijl, zeggen de economen, het al twintig jaar andersom is. Bèta-opgeleiden verdienen 5 tot 10 procent minder dan anderen.
    Jacobs en Webbink verwachten zelfs dat de arbeidsmarktpositie van bèta's steeds verder zal afkalven, omdat ze zullen worden vervangen door nog goedkopere buitenlanders. 'Het beeld dat hieruit naar voren komt, wijkt af van de diagnose die ten grondslag ligt aan het huidige kabinetsbeleid.' Het kabinet wil juist miljoenen uitgeven om scholieren te stimuleren een exacte studie te kiezen.
    De auteurs van de pre-adviezen baseren zich voornamelijk op theoretische modellen. Daarmee gaan ze voorbij aan de realiteit, zegt een woordvoerder van het Innovatieplatform, dat zich juist zorgen maakt om een bètatekort. ...


Red.:   De waanzin van de argumentatie van de CPB-onderzoekers wordt in de redactie-arikel al behandeld . Dit soort waanzin kan natuurlijk alleen ontstaan in een klimaat van weerzin. Men verzint gewoon een theoretisch verhaal om de al getrokken, emotionele, conclusie te bevestigen. Het kenmerk van de alfa: men theoretiseert op grond van principiële en/of emotionele vooronderstellingen, en weigert te kijken naar de werkelijkheid.
    Het klimaat van die weerzin wordt geschapen en versterkt door de alfa's van de media:


Uit: De Volkskrant, 22-10-2005, door Michael Persson

Voor de bèta's zijn er altijd te weinig bèta's

Als er al een tekort is aan bèta's, dan niet op de discussiebijeenkomsten die dat vermeende probleem als onderwerp hebben. Het zaaltje bij de Vrije Universiteit Amsterdam zat vorige week goed vol, en de jammerklacht was weer massaal: we zijn met veel te weinig.


Het wordt al zeker tien jaar geroepen. Allereerst door grote bedrijven als Philips en Shell, van oudsher grootverbruikers van de beste ingenieurs en exacte wetenschappers. Hoe meer bèta's, hoe beter de beste zijn. Zo bezien zijn er dus altijd te weinig bèta's, voor de grote bedrijven.
    De exacte faculteiten van de universiteiten schaarden zich al snel achter de noodkreet. De faculteiten worden gefinancierd op basis van hun studentenaantallen, en minder studenten betekent dus minder geld. Zo bezien zijn er dus altijd te weinig bèta's, voor de exacte faculteiten.
    Ook politiek Den Haag ziet inmiddels het probleem. Want bèta's zijn innovatie en innovatie is economische groei. En van economische groei heb je natuurlijk nooit genoeg. Zo bezien zijn er dus altijd te weinig bèta's, voor een regering.
    Sinds vorig jaar bestaat er daarom een Platform Beta/Techniek, dat tientallen miljoenen per jaar krijgt om het bètatekort op te lossen. Zonder tekort zou er geen Platform zijn. Zo bezien zijn er dus altijd te weinig bèta's, voor een Platform dat daar iets aan moet doen.
    Over het bèta-tekort, kortom, bestaat veel consensus.
    Alleen: het is nog nooit gemeten. Het tekort aan exacte wetenschappers is een van de minst exacte problemen van Nederland.
    Dat was ook te merken in dat zaaltje van de VU, vorige week, waar het debat Bèta's in de mist werd gevoerd. Eindelijk, had de argeloze toehoorder misschien vooraf gehoopt, een discussie over de feiten achter het al dan niet bestaande probleem.
    Maar de enige die met kwantitatieve argumenten kwam, was een econoom, prof. dr. Frank den Butter, die in navolging van het Centraal Planbureau stelde dat áls er een tekort aan bèta's zou zijn, dat volgens de wetten van vraag en aanbod zou moeten leiden tot een hogere prijs. De salarissen van bèta's lopen echter al jaren achter bij die van economen, bedrijfskundigen en marketingtypes. 'Minder instroom van bètastudenten wil nog niet zeggen dat er een tekort is.'
    Verder weinig cijfers - of het moest de uitspraak zijn van researchdirecteur dr. Rick Harwig van Philips, dat maar 15 procent van de onderzoekers ook daadwerkelijk in het onderzoek blijft. De rest stroomt door naar het management, de verkoop, of zelfs naar personeelszaken. Wat al aangeeft dat het bedrijf zijn bèta's niet echt als bèta's nodig heeft.
    En dat de helft van de onderzoeksbanen inmiddels door buitenlanders wordt gedaan? Helemaal niet erg, zegt Den Butter. Het is toch onvermijdelijk dat de beste bèta's straks uit China komen: daar hebben ze er gewoon meer, dus ook de beste. 'Zolang wij de regie in handen houden, is er niets aan de hand.'


Red.:   De titel zegt al genoeg: de journalist betwijfelt het bestaan van het bèta-tekort - ende teneur van het stuk is duidelijk: vervelende lui, die bèta's. Het tekort 'is nog nooit gemeten.' ... Dat hoeft ook niet, want er hebben al genoeg stukken over in de krant gestaan , en een zelfs het gebrek aan vraag zelf zegt meer over het gebrek aan vraag, dan over het objectieve gebrek aan bèta's, zoals blijkt uit de redactie-stuk.
     Professor Frank de Butter is dus de volgende die we kunnen toevoegen aan het lijstje economen-zonder-enig-benul.
   Het argument dat bèta's wel uit het buitenland komen, is natuurlijk waanzin: dat is misschien voor enkele jaren zo, maar zodra de landen waar die bèta's uit komen, en dus kennelijk in ontwikkeling zijn, wat verder ontwikkeld raken, houden die hun bèta's lekker thuis, of beter: blijven die bèta's uit eigen beweging thuis - tenzij je ze goud gaat betalen. En ondertussen uitkeringen verschaffen aan afstudeerden in de toeristologie ...
   En tja, dat ook binnen bedrijven als Philips de 'onderzoekers' doorstromen naar alfa/gamma-banen: die worden stukken beter betaald, en wie wil er als slaaf werken, als je de baas kan worden ... uitleg of detail
    Maar onze verslaggever schrijft de onzin verlekkerd op ...
    Gewend als hij is aan de sfeer op het werk:
 

Uit: De Volkskrant, 19-05-2004, hoofdredactioneel commentaar

Te weinig bèta's

Alle campagnes om meer scholieren te bewegen een bètaprofiel te kiezen en vervolgens een exacte vervolgopleiding, zijn mislukt. In plaats van meer, kiezen steeds minder studenten voor een bètaopleiding. De nijpende tekorten die er nu al zijn, van leraren wis-en natuurkunde tot en met toponderzoekers in het bedrijfsleven en de wetenschap, zullen alleen maar groter worden. Tenzij de middelbare scholen de hand in eigen boezem steken. Want het zijn de leraren exacte vakken zelf, die hun eigen glazen ingooien.
    ... Leraren exacte vakken hebben in de onderbouw eerder de neiging het hun leerlingen tegen te maken. Ze stellen hun vak als moeilijk voor, geven lage cijfers en raden leerlingen die niet minstens een zeven hebben af een natuurprofiel te kiezen.
    De inspectie constateerde voorts dat leraren natuurkunde (en in mindere mate scheikunde) vaker didactisch tekort schieten dan hun collega's in andere vakken. Ze controleren minder vaak het begrip bij de leerlingen, stemmen hun handelen minder af op de mogelijkheden van de leerlingen, houden minder rekening met niveauverschillen en geven minder vaak blijk van positieve verwachtingen. ...
    Ten slotte is ook het rendement van universitaire bètastudies met 60 procent te laag. Ook hier geldt dat de bollebozencultuur doorbroken moet worden. De bèta-docenten moeten met beide benen op de grond leren staan – anders sterven ze uit.


Red.:   Een ridicuul argument. Bij ieder vak zijn er goede en minder goede docenten. Men kan onmogelijk de eis stellen dat omdat er meer bèta-studenten moeten komen, alle minder goede docenten ontslagen moeten worden - of men zou hetzelfde moeten doen bij alle ander vakken. Men moet er gewoon voor zorgen dat er meer bèta-scholieren komen, en daarvoor is het vooral van belang dat het imago en de carrièremogelijkheden van de bèta beter worden. De bèta de baas in het bedrijf, en niet de alfa. En dat het anders is, is de schuld van alfa's.
    De reden voor deze verdraaiing van de feiten is natuurlijk simpel: men geeft de bèta de schuld terwijl de alfa het heeft, omdat men een hekel heeft aan bèta's.
    De clou hiervoor zit in de laatste alinea: de 'bollebozencultuur'. Er is bij de bètavakken geen mogelijkheid om gebrek aan talent te omzeilen - bètavakken zijn strikt meritocratisch - motivatie helpt een beetje, maar wie het kan, heeft of krijgt vrijwel altijd een intrinsieke motivatie die genoeg is, tenzij het hem tegen wordt gemaakt - hetgeen gebeurt in de rest van de maatschappij
    Het meritocratische karakter van de bètavakken is een ernstig probleem voor de alfa/gamma, die gewend is om met mooie praatjes ver te kunnen komen - praatjes over een rendement van maar 60 procent (de rest kan, voor het grootste deel, het niveau gewoon niet aan!). Mooie praatjes helpen geen zier als je de som niet kan oplossen. Daar schuilt het probleem - daar schuilt de afkeer.

 
Naar Innovatie, bèta-tekort , Innovatie lijst , Wetenschap lijst , Wetenschap overzicht , of site home .