Bronnen bij Ontstaan moderne wetenschap: andere kernen

De vraag waarom de wetenschappelijke revolutie in West-Europa is ontstaan, en niet eerder in de geschiedenis, is het onderwerp van veel speculatie en studie. Onder een voorbeeld (de Volkskrant, 29-03-2008, door Peter Giesen):
  Interview | Historicus Floris Cohen vergelijkt Europa met islamitische beschaving en China

Kantje boord een revolutie

In de 17de eeuw voltrok zich in Europa een Wetenschappelijke Revolutie. Een vroege islamitische Galilei had net zo goed gekund, zij het niet voor lang.

Als we twee eeuwen geleden waren geboren, zegt historicus Floris Cohen, zouden de meesten van ons straatarm zijn geweest, wonend in een simpel plattelandshuisje, slechts verwarmd met zelf bijeengescharreld hout. In die Oude Wereld zouden we het merendeel van onze kinderen zelf ten grave hebben moeten dragen.
    Als moderne Europeanen daarentegen zijn we rijk, en volgend jaar nog rijker. Onze centraal verwarmde huizen zijn volgestouwd met luxegoederen, met vliegtuigen vliegen we de aarde rond. Deze Nieuwe Wereld vindt zijn oorsprong in wat de Wetenschappelijke Revolutie wordt genoemd. In de 17de eeuw legden pioniers als Galilei, Kepler, Descartes, Bacon, Huygens en Newton de basis voor de moderne natuurwetenschappen, die het mogelijk maakten de natuur te beheersen en aan armoede en gebrek te ontsnappen. Maar hoe kwam die revolutie tot stand? En waarom voltrok zij zich in Europa en niet in China of in de islamitische wereld, waar het niveau van de wetenschap lange tijd even hoog of hoger lag?
    Het zijn klassieke vragen die Floris Cohen (1946) al bezighielden toen hij geschiedenis studeerde. Vorig jaar verscheen zijn boek De herschepping van de wereld – Het ontstaan van de moderne natuurwetenschappen verklaard (uitgeverij Bert Bakker), een culminatie van dertig jaar onderzoek als wetenschapshistoricus. Het boek is een groot succes en inmiddels aan zijn vijfde druk toe. ‘Dat had ik zelf ook niet verwacht’, zegt Cohen. ‘Het boek wordt zelfs op verjaardagen cadeau gedaan. Natuurlijk maakt de vraag ‘waarom in Europa?’ in deze tijd veel wakker.’    ...
    ... Volgens de invloedrijke Amerikaanse wetenschapshistoricus Steven Shapin heeft de revolutie nooit plaatsgevonden. In plaats daarvan ziet hij een ‘scala aan culturele praktijken’ van pioniers die onderling verdeeld waren en tegenkrachten opriepen. ‘Shapin hanteert een heel beperkte definitie van revolutie, alsof het om één grote, alles overhoop halende gebeurtenis moet gaan. Als je zo redeneert, heeft er nooit een revolutie plaatsgevonden. Natuurlijk is de wetenschappelijke revolutie voorbereid. Ik vind het zelf het meest zinvol om te spreken van een reeks revolutionaire transformaties’, zegt Cohen.
    Nieuw aan zijn boek is de systematische vergelijking tussen Europa, de islambeschaving en China. Dat was een lastige klus, omdat er geen handzame wetenschapsgeschiedenis van China of de islamitische wereld bestaat. ...
    Het was allerminst vanzelfsprekend dat de moderne wetenschap in Europa zou doorbreken. In de vroege Middeleeuwen was de islamitische wereld een open, kosmopolitische beschaving met Bagdad als bloeiend centrum van kunst en wetenschap. Het Europa van Karel de Grote stak er primitief bij af. ‘In de 11de eeuw heb je nog drie grote wetenschappers: al-Biroeni, Ibn Haytham en Ibn Siena, ook wel bekend als Avicenna. Maar na 1050 komt daar vrij plotseling een einde aan. De bloei wordt afgekapt’, zegt Cohen. De islambeschaving wordt geplaagd door een lange reeks invasies, van Mongolen, Berbers, Seltsjoeken en Europese kruisvaarders. ‘Daarna keerde de islambeschaving zich naar binnen en richtte zich meer op spirituele waarden. De nederlagen werden ook verklaard door een gebrek aan vroomheid’, aldus Cohen.
    Zonder die invasies was een wetenschappelijke revolutie mogelijk geweest, denkt hij. ‘Omstreeks 1050 had in de islambeschaving ook een Galilei-achtige figuur kunnen opstaan. Dat kan ik natuurlijk nooit bewijzen, maar het is een vruchtbaar gedachtenexperiment. Er is geen geen reden waarom de eerste aanzet tot de moderne wetenschap per se onverenigbaar zou zijn met de islam.’   ...
    Ook in China voltrok zich geen wetenschappelijke revolutie, al stond de wetenschap er lange tijd op hoog niveau. ‘Ik vergelijk de Chinese wetenschap met de wetenschap van de oude Grieken. De Griekse kennis was niet bij voorbaat superieur. Maar zij werd drie keer ‘getransplanteerd’ naar een nieuwe omgeving. In de 8ste eeuw werd zij in de islamitische wereld geparachuteerd, in de 12de eeuw in Spanje en in de 15de eeuw in Italië. Door die culturele kruisbestuiving is de Griekse traditie enorm verrijkt en uitgebouwd. Dat is met Chinese kennis nooit gebeurd. Bovendien was China al vroeg een centralistisch en bureaucratisch rijk, waar een edict van de keizer veelbelovende ontwikkelingen kon afkappen. Zo heeft de logische denkstijl in de traditie van Mo Ti de keizerlijke boekverbrandingen niet overleefd. ... Europa was verdeeld. Als in het ene land een boek werd verboden, werd het elders gepubliceerd. De boeken van Galilei werden Italië uitgesmokkeld en in Leiden en Straatsburg gepubliceerd.’
    In de Middeleeuwen was de Europese cultuur niet bijster op kennis vernieuwing gericht. Maar in de 14de eeuw ontstond een nieuwe openheid, een honger naar kennis en ontdekkingen. Niettemin raakte ook de wetenschappelijke pioniers in Europa in conflict met de kerk. Galilei werd in 1633 gedwongen terug te nemen dat de aarde om de zon draaide. De crux van het conflict lag overigens niet in Galilei’s afwijking van de letterlijke tekst van de Bijbel – dat was sinds Augustinus mogelijk. Het conflict draaide uiteindelijk om de vraag wie mocht bepalen wanneer de Bijbel niet letterlijk genomen hoefde te worden: de wetenschapper of de kerk. ‘In Europa is het ook kantje boord geweest of de Wetenschappelijke Revolutie zou doorzetten. In het midden van de 17de eeuw valt een duidelijke inzinking waar te nemen. Er was sprake van censuur en zelfcensuur. Descartes legde zijn manuscript Le Monde in de la omdat hij vreesde dat zijn ideeën te controversieel zouden zijn.’
    Europa werd verscheurd door religieuze conflicten, zoals de burgeroorlog in Engeland en de Dertigjarige oorlog in Duitsland. Die zouden geleid kunnen hebben tot conservatisme en een naar binnen gekeerde houding, zoals ook in de islambeschaving van de 11de eeuw was gebeurd, aldus Cohen. Tegelijkertijd streed de Inquisitie tegen nieuwe inzichten in Italië, Spanje en de Spaanse Nederlanden.
    Maar het is toch niet aannemelijk dat de kerk de wetenschap had kunnen tegenhouden? ... ‘Achteraf lijkt de Wetenschappelijke Revolutie onontkoombaar, omdat we weten wat er daarna allemaal is gebeurd. Maar in de 17de eeuw was het een heel kwetsbaar proces. Het draaide om pioniers die iets heel nieuws deden. In zo’n proces moet vaart en enthousiasme zitten. Als je het afkapt, val je meteen terug.’
    Europa is door het oog van de naald gekropen, concludeert Cohen. ‘De wetenschappelijke revolutie was geen automatisch mechanisme. Er was geen sprake van een ingebakken Europese superioriteit die wel tot een doorbraak van de wetenschap moest leiden.’
    Maar Europa hervond zichzelf op tijd. De Vrede van Westfalen van 1648 pacificeerde het continent, in 1660 kwam de Engelse burgeroorlog ten einde.

Het argument dat de Europese wetenschappelijke revolutie kantje boord was, is ongeldig. Iedere revolutionaire overgang, in de natuurkunde: faseovergang, doet zich voor als een kantje-boordproces. Rond het kantelpunt zie je allerlei fluctuaties, van de momenten waarop het bijna lijkt te gebeuren en de zaak weer terugvalt naar zijn oude toestand, en het moment dat het daadwerkelijk gebeurd lijkt dan naar aanleiding van iets willekeurigs. Dat de wetenschappelijke revolutie plaatsvond rond de Galilei-tijd zegt niet dat als het toen niet was gelukt of de zaak weer was teruggevallen, dat het niet vijftig of honderd jaar later alsnog was gebeurd - historisch gezien een oogwenk later, zoals af te zien valt aan Chinese en islamitische ontwikkelingen over vele honderden jaren.
    Hetzelfde argument geldt voor de kracht van de Griekse wetenschap: al meerdere malen was zij in andere culturen 'geparachuteerd', volgens Cohen - maar pas in Europa volgde er een wetenschappelijke revolutie. Conclusie: de Griekse factor was niet doorslaggevend.
    Ook het argument dat een islamitische wetenschappelijke revolutie mogelijk was geweest zonder invasies, klinkt niet erg sterk. In Europa vonden ook allerlei omwentelingen en oorlogen plaats, zoals door Cohen zelf beschreven - en toch ging de revolutie door. Dat is het best verklaarbaar met het evolutie-argument: om te overleven in moeilijke tijden, moet je populatie breed verspreid en divers zijn. De wetenschappelijke populatie in islamitische tijden was kennelijk niet breed en verspreid genoeg om de uitdagingen te overleven - de Europese wel.
    In het boek worden ook een paar zaken aangedragen die aansluiten bij de evolutionaire verklaring voor het ontstaan van de moderne wetenschap in West-Europa. Maar daarover meer na de onderbouwing van dit verhaal in het hoofdartikel.


Naar Wetenschap, historie  , of site home  .

8 aug.2009