Bronnen bij Wetenschap en religie: de strijd

De openlijke strijd tussen wetenschap en religie wordt normaliter gesitueerd aan het begin van de Verlichting, met als hoofdonderwerp de bouw van het heelal. De Verlichting bracht nieuwe theoretische ontwikkelingen op dat gebied, met als voorbeeld het nieuwe zonnestelsel van Copernicus. Maar dat was niet de essentiële factor - andere ideeën over het heelal zijn er altijd al geweest. Waar het om draaide dat deze nieuwe theorieën bevestigd werden door waarnemingen, met behulp van de recent ontdekte verrekijker annex telescoop. Dat was echt een fundamentele overtreding, want er is maar één enkele bron van waarheid:  het woord van god. Met andere ideeën kan de kerk, zij het met (veel) moeite, wel leven - met andere bronnen van waarheid niet (de Volkskrant, 07-01-2005, boekbespreking van Libertins du XVlle siècle, samengesteld door Jacques Prévot, Gallimard, Bibliothèque de la Pléiade (2 delen), door Martin de Haan):
  Leve de tolerantie!

Omvangrijke bloemlezing herstelt 17de-eeuwse libertijnen in hun eer

Het draait allemaal om de grens tussen droom en draad.
    De droom: een alomvattende gemeenschap van gelijkgestemden een paradijs van eensgezindheid. De daad: het verwezenlijken van de droom door de onderdrukking van alles wat niet dat paradijs is.
    Op 17 februari 1600 werd de dominicaner monnik Giordano Bruno levend verbrand in Rome. Zijn misdaad: de overtuiging dat het heelal oneindig en eeuwig is, dat de sterren zonnen zijn waar planeten om heen cirkelen, dat vorm en materie ontspringen aan een en dezelfde bron, dat religie en ethiek niet tot dogma's mogen verworden, en meer van dat soort ketterse denkbeelden. De protestanten probeerden hem vanwege zijn onorthodoxe standpunten in hun kamp te lokken, maar Bruno besefte dat zij niet minder doctrinair en star waren dan de katholieken. Immers, op 26 oktober 1535 was de Spaanse arts Michel Servet levend verbrand in het calvinistische Genève. Zijn misdaad: de overtuiging dat God in wezen één is, de heilige Drievuldigheid ten spijt.   ...

En hoewel de wetenschap is de strijd rond het heelal uitvoerig veel gelijk heeft gekregen, blijft het toch een zere plek - ook in de huidige tijd (Leids universiteitsblad Mare, 10-01-2008, door Bart Braun):
  ‘Het is absoluut erger geworden’

Sterrenkunde en schepping botsten steeds harder

Creationisten liggen al meer dan honderd jaar in de clinch met biologen en geologen, maar sinds kort richten ze hun pijlen ook op de astronomie: ‘Wat er in Amerika gebeurt, vind ik heel eng.’ Over de gevolgen voor Nederland zijn de meningen verdeeld.

Volgens het boek Taking Astronomy Back: The Heavens Declare Creation is de maan een bewijs voor de schepping van het heelal, zo’n zesduizend jaar geleden. Dankzij de zwaartekracht-interacties die op aarde voor eb en vloed zorgen, schuift de maan elk jaar een paar centimeter bij ons vandaan. Vroeger stond de maan dus dichterbij. ‘Als de maan en de aarde vier miljard jaar oud zijn (zoals aanhangers van de Big Bang-theorie zeggen), zouden de twee elkaar anderhalf jaar geleden aangeraakt moeten hebben.’ In een zesduizend jaar oud universum is dat probleem niet aan de orde.
    In 2006 kregen alle medewerkers van NASA een memo van de afdeling PR: of ze het voortaan over de Big Bang als theorie wilden hebben. Want: ‘Het is niet aan NASA om uitspraken te doen die een intelligente schepper buiten beschouwing laat.’
   De persvoorlichter moest het veld ruimen nadat bleek dat hij had gejokt over zijn cv, maar Amerikaanse astronomen maken zich toch zorgen: creationisten komen terecht op plekken die ertoe doen. In het tweemaandelijkse American Scientist verzuchtte een natuurkundige dat zijn vakgebied vroeger immuun leek; het waren vooral biologen en aardwetenschappers die het op moesten nemen tegen mensen die de Bijbel letterlijk nemen.
    ‘Ik vind het heel eng wat in Amerika gebeurt’, vertelt KNAW-hoogleraar George Miley van de Sterrewacht. ‘Maar ik denk niet dat het zal overslaan naar Nederland.’ Miley krijgt wel mails van mensen die vragen wat zijn werk met God te maken heeft, maar heeft niet het idee dat dat er meer worden. ‘Er was wel die kwestie met Minister Van der Hoeven van Onderwijs, die zei veel voor Intelligent Design te voelen, maar dat ging puur over biologie, en niet over kosmologie.’
    De meeste Leidse astronomen delen zijn mening: het is een Amerikaans probleem. Uitzondering is Vincent Icke. Hij is het meest in de publiciteit, en krijgt dus ook meer aandacht uit creationistische hoek. ‘Na elke lezing staat er wel iemand op die over de schepping begint. Het is absoluut erger geworden, en ik heb er meer last van’, zegt hij. ‘Deze mensen voelen zich beschermd, omdat er een fundamentalistische partij in de huidige regering zit.’
    Hij benadrukt dat het geen groot probleem is: ‘De kogels vliegen ons niet om de oren. In de VS is dat heel anders. Toen ik werd aangesteld in Gainsfield ging er een brief naar mijn decaan: of ze wel wisten dat er een goddeloze aangesteld zou worden. Een collega van mij werd fysiek bedreigd tijdens een college.’    ...

Dat praten hierover totaal geen zin heeft staat in andermans woorden ook nog eens hier (de Volkskrant, ingezonden brief van F. Hermens (Nijmegen)):
  Geloof

De discussie rondom evolutie en geloof is mijns inziens een doodlopende weg (Binnenland, 7 februari). Je kunt iemand die een bepaald geloof heeft nog zoveel bewijs leveren over evolutie, geloof laat zich niet beïnvloeden door argumenten. Daarom heet het ook 'geloof. Zoals Nietzsche al zei: 'Geloof is voor mensen die niet willen weten'.

Ach ja ...

Nog een historisch geval (de Volkskrant, 29-10-2011, door Aleid Truijens):
  Boerhaave keek goed uit zijn doppen

Workaholic Herman Boerhaave werd wereldberoemd met zijn vernieuwing van de geneeskunde.

...    Historicus Luuc Kooijmans laat zien hoe een slimme, leergierige jongen uit een eenvoudig orthodox christelijk milieu een onomstreden internationale autoriteit werd. Niet alleen in de geneeskunde, maar ook in de plantkunde en de chemie. Uit alle hoeken van de wereld werd post gestuurd naar de Leidse hoogleraar: vragen om medisch advies, voedingsadvies, wetenschappelijke kwesties, verzoeken om bij hem te mogen studeren. ...
    Het had weinig gescheeld of we hadden de naam Boerhaave nu niet gekend. Het was de bedoeling dat hij, zoon van een predikant, voor dat beroep zou worden klaargestoomd. De trouw aan zijn milieu was groot. Toen hij vier was, verloor de kleine Herman zijn moeder; kort daarna hertrouwde zijn vader. De vader gaf zijn oudste zoon thuis zelf les, zo grondig dat hij op zijn dertiende naar de vierde klas van de Latijnse School mocht. Kort daarna overleed plotseling zijn vader. Op zijn vijftiende kon hij naar de universiteit ... waar hij een brede vorming kreeg in vakken als Latijn, filosofie en theologie. Via de filosofie werd zijn belangstelling voor wiskunde, mechanica, scheikunde en plantkunde gewekt.
    Ook maakte hij kennis met het 'mechanistische' wereldbeeld van Descartes, die beweerde dat het universum was opgebouwd uit kleine deeltjes materie die tegen elkaar botsten - een opvatting die bij streng-gelovigen slecht viel, omdat zij in strijd was met de Bijbel. Boerhaave, die wel iets in het idee van die botsende deeltjes zag, wees de cartesiaanse leer om die reden toch aanvankelijk af: het bestaan van God en het verhaal over diens Schepping had immers geen wetenschappelijk bewijs nodig.
    Hoewel Boerhaave zich steeds meer ging interesseren voor natuurwetenschappen en gaandeweg meer geloofde in rationele bewijsvoering dan in theologische dogma's, bleef hij vinden dat wetenschap en geloof strikt gescheiden moesten blijven: 'Het menselijk verstand was niet geschikt om de geheimen van de religie te vatten en kon beter worden ingezet om natuurverschijnselen te begrijpen.' Later zou Boerhaave de leer van Descartes bestrijden omdat zij niet gebaseerd was op waarnemingen maar op aannames.
    Het is een van de mooiste thema's in Kooijmans' boek: de botsing van een scherp en sceptisch verstand dat concrete bewijzen wil zien met de hardnekkige wens trouw te blijven aan de mysteriën van het christelijke geloof. Wat meespeelde is dat Boerhaave in zijn opleiding en loopbaan voortdurend gesteund werd door gezaghebbende bestuurders uit orthodoxe kring; hij wilde hen niet voor het hoofd stoten. Tegelijk, laat Kooijmans zien, was zijn geloof oprecht. Toch leidde de verdenking van cartesiaanse denkbeelden ertoe dat hij onmogelijk nog predikant kon worden.
    Geneeskunde, dat werd het ...


Naar Wetenschap en religie  ,  of site home  .

5 sep.2008